Monitor
19 april 2007
Ik ben uitgenodigd, dames en heren, om het eerste exemplaar van de
Overheid.nl Monitor te overhandigen aan de best presterende
overheidsinstelling van 2006, op het gebied van e-overheid.
Ik weet dat u al de hele dag allerlei aspecten van openheid en
transparantie hebt besproken.
Toch heb ik behoefte daarover nog een paar opmerkingen te plaatsen.
De belangrijkste reden daarvoor is dat, wat u vandaag aan de orde
heeft gesteld, een wezenlijk uitgangspunt van deze regering betreft.
Dames en heren, er staat een hardnekkig beeld op het publieke netvlies
van een kloof tussen overheid en burgers.
Ik heb over het bestaan van die kloof of de diepte ervan zo mijn
twijfels.
Ik heb zelfs het gevoel dat hij soms als een excuus wordt opgevoerd.
Maar gevoelens zijn ook feiten en de zogenaamde kloof is wel een
aanwijzing dat er wat moet worden gedaan aan het herwinnen van het
wederzijds vertrouwen tussen burgers en overheid.
Daarom staat in het Coalitieakkoord dat de regering de burger centraal
stelt.
Daarom zetten we in op goede dienstverlening en heldere handhaving.
Daarom staat er dat we de regels willen verminderen,
want het verminderen van regels is niet een soort toverformule maar
het bewijs dat we het eigen oordeel van burgers en bedrijven
vertrouwen.
We willen - met andere woorden - een situatie scheppen, waarin de
overheid zich dienstbaar opstelt ten opzichte van de burgers en
bedrijven; waarin de overheid de burgers vertrouwt.
Als de overheid zich duidelijk, dienstbaar en open opstelt zal de
burger de overheid vertrouwen; ook op de momenten dat de overheid een
last betekent.
Ik heb - laten we eerlijk zijn - het niet over heel abstracte zaken.
U bent zelf allemaal burger. U weet dat als u dingen begrijpt u er mee
kunt leven.
U waardeert het als iemand zich binnen de mogelijkheden inzet. U wordt
kwaad als iemand zich verbergt achter flauwekul argumenten,
geheimzinnige regels of onbegrijpelijke taal.
U bent burger, u wilt een duidelijk antwoord, u wilt kunnen uitvinden
wat er aan de hand is.
En dat kan allemaal dank zij de inzet van ICT.
Eigenlijk hoef ik u over de stand van zaken op dat gebied niets te
vertellen. Als u van de noodzaak tot digitaal verkeer en een
e--overheid niet overtuigd was, dan was u vandaag hier niet gekomen.
Toch wil ik - misschien ten overvloede - nog een keer de noodzaak voor
administratieve lastenvermindering benadrukken.
Vooral bij de gemeenten, want daar wonen de burgers en daar staan de
bedrijven. Daar moeten mensen niets meer hoeven te doen dan echt
noodzakelijk is.
De overheid moet het burgers en bedrijven gemakkelijker maken. Wij
moeten zorgen dat de e-overheid goed ontworpen, gebruiksvriendelijk en
foolproof is en daarvoor worden basisvoorzieningen ontwikkeld en
geïmplementeerd
Maar daar hoeft de burger eigenlijk niet eens wat van te weten. Als
het maar werkt.
Dat is heel wat anders dan het feit dat door de digitale openheid,
door de beschikbaarheid van informatie, door de transparantie, burgers
en bedrijven de overheid nauwlettend in de gaten kunnen houden.
Ze kunnen zien hoelang iets duurt en wat het kost. Ze kunnen volgen
welke weg een vraag gaat.
Ze kunnen ook zien wie de burger met welke kluitjes in het riet
stuurt.
Het betekent bijna dat de overheid niet anders kan, dan burgers vragen
hen goed in de gaten te houden en dit zal, hoop ik, uiteindelijk
leiden tot het verdampen van het wantrouwen.
Wanneer je precies kunt zien wat er gebeurt, zijn het niet langer
"zij, op het gemeentehuis", en daardoor anonieme machten die de dienst
uitmaken.
Voor sommigen van ons zal een dergelijk glazen huis een
huiveringwekkend beeld zijn. Niet allemaal zijn we er op uit om in de
overheidsversie van "De gouden Kooi" te wonen.
Dat hoeft ook niet.
Openheid heeft ook zijn grenzen. Vertrouwen betekent soms ook
discretie. Onderhandelen doe je niet met een open knip. Handhaven
vereist soms verstolen optreden.
Over de praktische en technische kanten van dit soort vragen heeft u
vandaag uitgebreid gesproken. Ik kijk uit naar het verslag van dit
congres , want het er zitten fascinerende kanten aan deze onderwerpen.
Zaken die me nu als Staatssecretaris en vroeger als burgemeester echt
bezig houden.
Dames en heren, we gaan naar de Monitor. Hij verschijnt jaarlijks als
boekje dat een beeld geeft van de stand van zaken van de e-overheid.
Daarnaast kunt u de actuele de stand van zaken van de e-overheid
bekijken via de continue monitor. Het gebruik van dit instrument
stijgt nog steeds. Eigenlijk is het bijna raar dat je voor dit
onderwerp überhaupt nog papier als medium kiest, maar het is een erg
mooi boekje geworden dit jaar.
Doen we het goed als overheid?
Ja!
Er is een stijgende lijn te zien. Er zijn steeds meer projecten die de
transparantie bevorderen. Ik heb het dan over de publicatie van
vergunningen, bekendmakingen en regelgeving op internet.
De doelstelling voor Transparantie is in 2006 gehaald; zelfs
ruimschoots!
Ook de doelstellingen ten aanzien van electronische dienstverlening is
gehaald
Het streven was dat 60% van de dienstverlening electronisch aangeboden
zou worden in 2006. Dat is 61% geworden voor burgers en 62% voor
bedrijven.
De gemeenten doen het iets minder dan het landelijk gemiddelde, maar
ik verwacht dat dat dit jaar wordt ingelopen en we de 65% halen.
Dames en heren, wie deed het het beste in 2006?
Het is een gemeente die voor toegankelijkheid 75% scoorde, voor
transparantie 89%, voor dienstverlening 92%, voor gepersonaliseerde
dienstverlening 100% en voor gebruikersvriendelijkheid ook 100%.
Ik heb het over een gemeente die de prijs voor de tweede keer wint;
die van achter in het peloton in 2001 naar een eerste plaats ging in
2004. Ik heb het over de winnaar van 2006 : Dordrecht.
En mocht u niet onder indruk zijn van een toegankelijkheid van 75 %,
die is inmiddels gestegen naar 90% vanwege de nieuwe website.
Mw Albayrak, graag wil ik u als wethouder van Dordrecht met o.a. ICT
in uw portefeuille feliciteren en u het eerste papieren exemplaar van
de monitor overhandigen.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties