Vermindering regeldruk overheid heeft averechts effect
17.04.2007 / 10:14 / Rubriek: Binnenland / Organisatie: Open universiteit nederland
Open universiteit nederland
http://www.ou.nl
Het verminderen van de regeldruk door het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid van
burgers door de overheid heeft een averechtse uitwerking. Omdat de overheid
tegelijkertijd ook zwaarder inzet op controle en handhaving is er in de praktijk sprake
van meer bureaucratie en risicomijdend gedrag en niet van een grotere bewegingsvrijheid
voor burgers. Dat stelt professor Jos Teunissen, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan
de Open Universiteit Nederland, vrijdag 20 april in zijn inaugurele rede. Bovendien is
veel nieuwe regelgeving in strijd met de Grondwet. De nieuwe Woningwet die per 1 april
2007 van kracht is geworden, is volgens Teunissen een goed voorbeeld hiervan.
Overheidsbeleid bereikt doel niet
Sinds een aantal jaren is het overheidsbeleid gericht op het verminderen van de regeldruk
en vergroten van de eigen verantwoordelijkheid van burgers, instellingen, bedrijven en
gemeenten. Vergunningstelsels worden zoveel mogelijk vervangen door algemene regels en
gedetailleerde gedragsvoorschriften door algemene zorgplichten. De gedachte is dat
daardoor meer bewegingsvrijheid voor burgers ontstaat. Omdat tegelijkertijd het aantal
toezichthoudende instanties met vaak vérgaande controle- en sanctiebevoegdheden
sterk is uitgebreid, is echter een controlecultuur ontstaan die leidt tot risicomijdend
gedrag. Het gevolg daarvan is dat het met vermindering van regels beoogde doel -
méér bewegingsvrijheid en vergroting van de eigen verantwoording - niet
wordt bereikt.
Nieuwe woningwet 'goed' voorbeeld
De per 1 april 2007 ingrijpend herziene Woningwet is volgens Teunissen een goed voorbeeld
van een wet waarin door alternatieve regelgeving is gestreefd naar minder regeldruk en
meer eigen verantwoordelijkheid. Volgens de regering is met de herziening van deze wet de
bouwregelgeving vereenvoudigd en meer toegesneden op de eigen verantwoordelijkheid van
burgers en bedrijven. In de praktijk komt dit in veel gevallen echter neer op een
verschuiving van risico's naar burgers. Teunissen: 'Volgens de nieuwe wet kan een burger
in strijd handelen met de bouwvoorschriften, als hij van de gemeente een bouwvergunning
heeft gekregen maar daarbij bepaalde bouwvoorschriften uit het oog heeft verloren.
Bovendien zijn ook nieuwe eigenaren aansprakelijk geworden. Zij worden gedwongen
vóór de aankoop van een huis te controleren of alles voldoet aan de
bouwvoorschriften. Verder kan een vergunning worden ingetrokken als die buiten schuld van
de aanvrager niet volgens de voorschriften is verleend.' Volgens Teunissen is dit in
strijd met de rechtszekerheid en een onaanvaardbare aantasting van eigendomsrechten. 'Dat
er in de praktijk fouten worden gemaakt bij de verlening van bouwvergunningen,
rechtvaardigt niet zo'n rigoureuze verschuiving van verantwoordelijkheden en risico's van
bestuur naar burger', aldus de hoogleraar. 'Burgers worden aansprakelijk voor de controle
op de naleving van overheidsvoorschriften.'
Gemeenten onder permanente voogdij
Hetzelfde geldt volgens Teunissen voor de verhoudingen tussen overheid en gemeenten. 'De
afschaffing van de eis van provinciale goedkeuring op gemeentelijke bestemmingsplannen
zou moeten leiden tot vergroting van de gemeentelijke beleidsvrijheid. In plaats daarvan
krijgen provincies en Rijk echter de bevoegdheid om regels vast te stellen, waaraan
gemeenten hun bestemmingsplannen moeten aanpassen.
Gemeenten worden dus onder een permanente voogdij geplaatst. Bouwplannen van burgers die
passen in het bestemmingsplan maar in strijd zijn met de provinciale of Rijksregels,
moeten worden geweigerd. Gemeenten en burgers kunnen aan bestemmingsplannen dus geen
rechtszekerheid meer ontlenen. Veel van de nieuwe regelgeving blijkt bovendien in strijd
te zijn met de Grondwet. Volgens Teunissen verdient het de voorkeur de huidige regelingen
te handhaven.
Over de spreker
Prof. mr. J.M.H.F. (Jos) Teunissen (Gennep, 1954) behaalde in 1983 als extraneus zijn
doctoraal examen Nederlands recht, hoofdrichting staats- en bestuursrecht, aan de
Rijksuniversiteit Leiden. Na zijn afstuderen is werkzaam geweest voor enkele gemeenten en
bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Namens de VNG was hij onder andere lid van de
staatscommissie algemene regels van bestuursrecht, die de Algemene wet bestuursrecht heeft
voorbereid.
Van 1987 tot september 2001 was Teunissen als universitair hoofddocent verbonden aan de
Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht. Aan deze universiteit
promoveerde hij in 1996 cum laude met zijn dissertatie 'Het burgerlijk kleed van de
Staat'. Vanaf september 2001 is Teunissen als universitair hoofddocent werkzaam bij de
faculteit Rechtswetenschappen van de Open Universiteit Nederland. In maart 2006 is hij
benoemd tot hoogleraar staats- en bestuursrecht.
Naast zijn werk als universitair hoofddocent treedt Teunissen regelmatig op als adviseur
voor diverse gemeenten en is hij redactielid van een aantal juridische uitgaven,
waaronder het bestuursrechtelijk tijdschrift 'De Gemeentestem'. Hij maakt deel uit van
diverse commissies, waaronder de ambtelijke VNG-commissie voor Ruimtelijke Ordening en de
commissie voor bezwaarschriften van de gemeente Brunssum (als voorzitter).
De oratie van prof. mr. Jos Teunissen is getiteld 'Alternatieve regelgeving en eigen
verantwoordelijkheid'. De oratie vindt plaats op vrijdag 20 april 2007 bij de Open
Universiteit Nederland, Valkenburgerweg 177 te Heerlen, om 16.00 uur precies.