Vastgoedbeleggers dienen klacht in bij Europese Commissie
19.04.2007 / 11:00 / Rubriek: Binnenland / Organisatie: Ivbn
Ivbn
Oneerlijke concurrentie op commerciële markten door corporaties
Institutionele vastgoedbeleggers, verenigd in IVBN, hebben bij eurocommissaris mevrouw
Kroes een klacht ingediend. De klacht richt zich tegen de het beleid van de Nederlandse
overheid ten aanzien van de taakafbakening van woningcorporaties. Kern van de klacht is
dat corporaties (met gebruikmaking van staatssteun) in toenemende mate opereren op
commerciële markten, zonder dat er sprake is van een gelijk speelveld. De
Nederlandse overheid tolereert én bevordert dergelijke commerciële
activiteiten. Centraal bij de problematiek van een niet-gelijk speelveld staan de
overmaat aan vermogen van de corporaties, het ontbreken van een rendementsdoelstelling op
de inzet van dat vermogen, het ontbreken van tucht van de markt én het ontbreken
van toezicht op marktconformiteit van het handelen van corporaties op die
commerciële markten. Investeringen door corporaties onder niet-marktconforme
condities in commerciële marktsegmenten zijn ernstig marktverstorend en
concurrentievervalsend. Dat dergelijke investeringen worden gedaan om de opbrengsten
daarvan veelal te (her-)investeren in de sociale kernactiviteiten, doet aan de
problematiek van het ongelijke speelveld niets af.
De Nederlandse overheid accepteert niet alleen dat corporaties zich actief en met
staatssteun - op commerciële markten begeven. Tegelijkertijd bemoeilijkt de
Nederlandse overheid de positie van marktpartijen in ernstige mate door het strikt
reguleren van een veel te groot deel van de huurwoningenmarkt. Tegenover 1,1 miljoen
huurtoeslagontvangers staan 2,85 miljoen door de overheid gereguleerde huurwoningen,
waarvan 2,4 miljoen corporatiewoningen. Voor alle 2,85 miljoen gereguleerde huurwoningen
besloot het kabinet recent tot een huurbevriezing per 1 juli 2007 (alleen de inflatie van
1,1% over 2006 mag in de huur worden verwerkt) met als motivatie dat corporaties dat
gezien hun reserves best kunnen lijden. Daarmee zet de Nederlandse overheid marktpartijen
als institutionele woningbeleggers in een dubbele klem.
IVBN onderkent het grote belang van de sociale rol van woningcorporaties voor personen die
door hun inkomen of door andere omstandigheden moeilijkheden ondervinden bij het vinden
van passende huisvesting, thans wettelijk gekoppeld aan een inkomensgrens van maximaal
euro 27.500 per (meerpersoons) huishouden. Daarbij past de rol van woningcorporaties om
met staatssteun goedkope en betaalbare huurwoningen met een huurprijs tot aan circa euro
500 huur per maand te bouwen en te exploiteren. De klacht van IVBN richt zich dus niet op
het functioneren van woningcorporaties (met staatssteun) op het echte sociale
huisvestingsvlak. De staatssteun wordt echter niet beperkt tot het uitvoeren van de
primaire taak. De door de Nederlandse overheid voorgenomen zeer substantiële
uitbreiding van de doelgroep van corporaties tot minimaal euro 33.000 inkomen of nog
hoger, wijst IVBN volstrekt af. Daarmee zou immers zelfs meer dan de helft van de
Nederlandse bevolking in aanmerking komen voor een corporatiewoning.
IVBN meent dat een nog verdere terugdringing van de commerciële huursector niet
gewenst is. De belangen van de grotendeels met pensioengeld werkende institutionele
beleggers worden door het Nederlandse overheidsbeleid zeer ernstig geschaad. Er dient een
halt toegeroepen te worden aan de steeds sterker wordende oneerlijke concurrentie en
marktverstoring door woningcorporaties, die institutionele beleggers steeds verder
wegdrukt uit traditioneel commerciële markten. Het gaat dan niet alleen om
huurwoningen boven euro 500 huur, maar ook om commercieel vastgoed (zoals kantoren en
winkels) en om zogenaamd maatschappelijk vastgoed (zorgcentra, ziekenhuizen,
bibliotheken).
IVBN verzoekt de Europese Commissie dan ook om een formele aanbeveling tot de Nederlandse
overheid te richten in de zin van artikel 18 van de Procedureverordening, zodat op zo
kort mogelijke termijn de staatssteun wordt teruggebracht tot de primaire taak van
corporaties: het realiseren en exploiteren van goedkope en betaalbare huurwoningen voor
mensen die daarop specifiek zijn aangewezen. Indien het dochters van corporaties wordt
toegestaan bepaalde commerciële activiteiten uit te oefenen, dient dat op een
volledig gelijk speelveld plaats te vinden, waarbij tegen marktomstandigheden en
volstrekt marktconform wordt gewerkt. Dergelijke dochters moeten dan bijvoorbeeld ook
voor marktpartijen toegankelijk zijn.