Voorstel betreffende gewasbeschermingsmiddelen
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
betreffende statistieken over gewasbeschermingsmiddelenDatum
Raadsdocument: 13 december 2006
Nr. Raadsdocument: 16738/06
Nr. Commissiedocument: COM(2006) 778 definitief
Eerstverantwoordelijk ministerie: CBS/EZ in nauwe samenwerking met
LNVBehandelingstraject in Brussel:
Raadswerkgroep Statistiek RAZEB (eerste behandeling raadswerkgroep nog
niet bekend).
* Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel
* Subsidiariteit en proportionaliteit
* Consequenties
* Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling
Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel
Bij de vaststelling van het zesde milieuactieprogramma (6e MAP) hebben
het Europees Parlement en de Raad onderkend dat het effect van
pesticiden, met name gewasbeschermingsmiddelen, op de volksgezondheid
en het milieu verder moet worden teruggedrongen. De verzameling van
gegevens over pesticidenverkoop en - verbruik maakt onderdeel uit van
de thematische strategie van de Europese Commissie voor een duurzaam
gebruik van pesticiden. In deze mededeling heeft de Europese Commissie
reeds aangekondigd, met een initiatief te zullen komen voor een
juridisch kader inzake statistieken over gewasbeschermingmiddelen.
In de algemene context van het zesde milieuactieprogramma en de
thematische strategie, zijn op Europees niveau geharmoniseerde en
vergelijkbare actuele en betrouwbare statistische gegevens, alsmede
indicatoren essentieel om de beleidsdoelstellingen - het verminderen
van de risico's van het gebruik van pesticiden (biociden en
gewasbeschermingsmiddelen)- te evalueren en de vooruitgang te
monitoren.
Het onderhavige voorstel heeft tot doel het scheppen van een
rechtskader en het vaststellen van geharmoniseerde regels voor de
verzameling, de productie en de verspreiding van gegevens over het in
de handel brengen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op
basis van een geharmoniseerde indeling van stoffen. Daarnaast geeft de
verordening een aantal definities en onderdelen aan voor de
verzameling van de gegevens. Deze onderdelen hebben betrekking op de
productie van statistieken over gewasbeschermingsmiddelen zoals
omschreven in de bijlagen.
Ø Bijlage I: Statistieken over het op de markt brengen van
gewasbeschermingsmiddelen;
Ø Bijlage II: Statistieken over agrarisch gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen.
Het onderhavige voorstel is een kaderverordening, de maatregelen die
nodig zijn voor het verzamelen, toezenden en verwerken van de
statistische werkzaamheden zullen worden vastgelegd volgens de
comitologieprocedure.
Rechtsbasis van het voorstel:
Artikel 285, lid 1 EG Verdrag,
Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement:
Medebeslissing EP, gekwalificeerde meerderheid Raad
Instelling nieuw Comitologie-comité: geen
Subsidiariteit en proportionaliteit
Subsidiariteit: positief, het doel van de verordening is het uitwerken
en vaststellen van gemeenschappelijke standaarden voor de productie en
systematische indiening van geharmoniseerde en vergelijkbare
statistieken op het terrein van het op de markt brengen en het gebruik
van gewasbeschermingsmiddelen. Dit kan niet op een afdoende wijze door
de lidstaten afzonderlijk worden uitgevoerd, en kan daarom beter door
de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Nederland is er een voorstander
van dat het effect van pesticiden, met name gewasbeschermingsmiddelen,
op de volksgezondheid en het milieu verder moet worden teruggedrongen
en ondersteunt het in dat kader het op EU-niveau verzamelen van
gegevens en vaststellen van indicatoren.
Proportionaliteit: positief, naar de mening van Nederland gaat de
verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te
verwezenlijken. In de verordening zijn alleen geharmoniseerde
statistische definities opgenomen. De lidstaten mogen zelf beslissen
welke nationale gegevensbronnen zij voor de opstelling van de
statistieken gebruiken. Daarbij kan Nederland rekening houden met zijn
eigen statistische systemen, technieken en praktijken.
Consequenties
Consequenties voor de EU-begroting: geen
Financiële, personele en administratieve consequenties voor de
rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger.
Het merendeel van de werkzaamheden die voortkomen uit deze verordening
worden reeds verricht door CBS en LNV en kunnen worden opvangen binnen
de bestaande capaciteit. Voor het efficiënt kunnen verzamelen en
integreren van statistieken en vervolgens te rapporteren aan de
Commissie (Eurostat) is in 2010 eenmalig additionele
ontwikkelcapaciteit en vanaf 2011 structurele additionele capaciteit
nodig.
2010 2011 2012 2013 e.v
vte kosten vte kosten vte kosten vte kosten
P-kosten(11) 0,4 EUR 44.280 0,2 EUR 22.140 0,2 EUR 22.140 0,2 EUR
22.140
Totaal 0,4 EUR 44.280 0,2 EUR 22.140 0,2 EUR 22.140 0,2 EUR 22.140
Ook de consequenties voor het bedrijfsleven (zoals de leveranciers van
gewasbeschermingsmiddelen, de land- en tuinbouwbedrijven en andere
professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen) zijn zeer
beperkt, aangezien de gebruiks- en afzetgegevens al worden
geregistreerd. De vertegenwoordiger van de industrie moet nu alleen
additionele afzetgegeven leveren voor wat betreft synergisten en
beschermingstoffen.
Vervolgtraject financiële afspraken:
De aanvragen voor nieuwe Europese statistische verplichtingen worden
meegenomen in het kader van de Rijksbegroting. Het Ministerie van
Economische Zaken zal dekking aangeven op basis van de regels
budgetdiscipline.
Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid,
(informatie over het inschakelen van nationale agentschappen /
zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering,
notificatie en handhaving en/of sanctionering):
De onderhavige verordening betekent een additionele EU-verplichting
voor het Centraal Bureau voor de Statistiek. Voor het CBS zorgt het
onderhavige voorstel voor een extra rapportageverplichting richting de
Commissie( Eurostat).
Bijlage I: Statistieken over het op de markt brengen van
gewasbeschermingsmiddelen
Op basis van een richtlijn van de Raad betreffende het op de markt
brengen van gewasbeschermingsmiddelen vindt thans registratie hierover
plaats. Deze richtlijn heeft tot doel de regelgeving van de lidstaten
met betrekking tot de officiële toelating voor het op de markt brengen
van gewasbeschermingsmiddelen, te harmoniseren.
De registratie hiervan vindt op dit moment plaats bij de Dienst
Regelingen en de Plantenziektekundige Dienst (PD) van het Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In het onderhavige voorstel
worden de lidstaten jaarlijks verplicht statistieken samen te stellen
die betrekking hebben op stoffen, bestaande uit werkzame stoffen,
beschermstoffen en synergistische stoffen, in
gewasbeschermingsmiddelen die in elke lidstaat op de markt worden
gebracht. De in de verordening gevraagde informatie is wat betreft
werkzame stoffen reeds voorhanden in bestaande registratiesystemen. De
registratie van de afzet van beschermstoffen en synergistische stoffen
gebeurt nog niet. De additionele administratieve lasten voor het
bedrijfsleven zijn naar verwachting zeer beperkt.
Daarnaast laat de verordening de mogelijkheid open voor lidstaten om
op eigen wijze de verzameling van de gewenste data te organiseren. Het
CBS zal dit invullen door met LNV werkafspraken (o.a. over
vertrouwelijke behandeling) te maken over aanleveren van afzetgegevens
die LNV heeft verzameld. Het CBS zal vervolgens zowel gebruiks- als
afzetgevens rapporteren aan de Commissie (Eurostat).
Bijlage II Statistieken over agrarisch gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen
In het onderhavige voorstel worden de lidstaten verplicht om
statistieken samen te stellen met betrekking tot het agrarisch gebruik
van gewasbeschermingsmiddelen. De data voor het samenstellen van de
statistieken over agrarisch gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
worden thans door het CBS verkregen uit de bestaande statistiek
gewasbescherming in de land- en tuinbouw.
Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel
voorgestelde datum inwerking treden (bij verordeningen en
beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: Deze verordening
treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar
bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Voor
Nederland is dit haalbaar.
Consequenties voor ontwikkelingslanden: geen
Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling
1. In Nederland worden gebruiks- en afzetgegevens gebruikt ter
ondersteuning van het nationale gewasbeschermingbeleid. Hierin is
reductie van milieubelasting een van de doelstellingen naast het
behoud van de concurrentiekracht van de landbouw. Nederland
onderschrijft daarom het belang van registratie van gebruiks- en
afzetgegevens van gewasbeschermingsmiddelen.
2. Nederland beschouwt dan ook de voorliggende verordening als een
essentiële maatregel ter
a. verbetering van de beschikbaarheid van geharmoniseerde
communautaire statistieken over het op de markt brengen en het
agrarisch gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Hierdoor worden de
inhoud, de kwaliteit alsmede de vergelijkbaarheid van de nationale en
communautaire statistieken, verder verbeterd;
b. ondersteuning van de doelstellingen van de Thematische Strategie en
bijbehorende richtlijn over duurzaam gebruik van Pesticiden;
c. verbetering van het level playing field in de EU.
3. Om te voorkomen dat er een verhoging plaatsvindt van de
administratieve lasten voor het bedrijfsleven, acht Nederland het van
essentieel belang dat er niet meer informatie wordt gevraagd dan voor
het monitoren en evalueren van het communautaire beleid strikt
noodzakelijk is. Verder is het voor Nederland van belang dat bij
eventuele toekomstige nieuwe statistische vereisten, deze dienen te
worden voorzien van een kosten/baten analyse voordat ze worden
uitgevoerd.
4. Verder is met betrekking tot de uitvoering van deze verordening van
essentieel belang dat de huidige taakverdeling bij het verzamelen van
de gegevens wordt gehandhaafd. Tussen LNV en het CBS zullen goede
werkafspraken worden gemaakt over de aanlevering en de vertrouwelijke
behandeling van de gegevens Het CBS dient vervolgens de statistische
resultaten in bij de Commissie (Eurostat)
5. Tenslotte acht Nederland het van belang dat de cijfers altijd
geaggregeerd worden gepubliceerd en niet alleen wanneer nodig wegens
redenen van vertrouwelijkheid.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken