Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


over inzet medische apparatuur

Antwoorden op kamervragen van Agema over inzet medische apparatuur

Kamerstuk, 17 april 2007

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2759974

18 april 2007

Antwoorden van minister Klink op vragen van het Kamerlid Agema over inzet medische apparatuur (2060710530).

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht 1) dat in omringende Europese landen nieuwe medische apparatuur veel sneller ingezet wordt dan in Nederland? Zo ja, hoe is dit mogelijk?

Antwoord 1
Ja, ik heb kennis genomen van het bericht dat er nieuwe behandelmodaliteiten voor de behandeling van goedaardige prostaatvergroting zijn ontwikkeld die in het buitenland worden toegepast.

Vraag 2
Per wanneer kunnen mannen met een vergrote prostaat (1 op de 3 mannen van boven de 50 jaar) ook in Nederland met behulp van groene laserapparatuur (een veel minder complexe, veel effectievere behandeling dan nu van slechts 1 dag met veel minder complicaties) behandeld worden?

Vraag 3
Deelt u de mening dat het bovendien beschamend is dat, wanneer het in gebruik nemen van de groene laser een kostenbesparing van zo'n 40 miljoen euro met zich mee brengt, dus door uitstel 40 miljoen euro per jaar wordt verspild? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2 en 3
Ik heb vernomen dat deze apparatuur naar verwachting in een aantal universitair medische centra in gebruik zal worden genomen. Om vast te stellen of de groene laserbehandeling meerwaarde heeft ten opzichte van de huidige standaardbehandeling (de transurethrale resectie van de prostaat, TURP) zijn niet alleen gegevens over de resultaten op korte termijn maar ook over de resultaten op langere termijn vereist. Gegevens over de korte termijn komen nu beschikbaar, gegevens over de langere termijn (o.a. over recidiefpercentages) moeten ook verzameld worden. Pas als deze gegevens beschikbaar zijn, kan een integraal oordeel over de plaats van groene laserbehandeling in de behandeling van goedaardige prostaathypertofie gegeven worden. Ik vind het daarom nu voorbarig om van een beschamende situatie te spreken.

De Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU) stelt de professionele richtlijnen op voor deze ingreep. Volgens de meest recente richtlijn van de beroepsgroep is de TURP nog steeds de standaardbehandeling. De NVU geeft aan de richtlijn aan te zullen passen indien de resultaten van onderzoek naar groene laserbehandeling daartoe aanleiding geven. Doorgaans worden richtlijnen pas herzien indien een nieuwe techniek consistent en op langere termijn (5 jaar) meer effectief is en minder complicaties blijkt te geven dan de standaardbehandeling.

Vraag 4
Hoeveel mannen overlijden jaarlijks als gevolg van complicaties bij prostaatoperaties? Met hoeveel zal dat aantal afnemen wanneer de groene laserapparatuur als standaardapparatuur mogelijk is?

Antwoord 4
De huidige standaardtherapie (TURP) geeft een sterfte van 0% tot 0.8% binnen de eerste maand na ingreep en 2.8% in het eerste jaar na de ingreep. Complicaties bij ingrepen aan de prostaat treden overigens vrij frequent op (9,5% tot 18% in de eerste maand) zie 2). Uitgaande van circa 10000 ingrepen (Prismant code 5601, jaar 2005) bedraagt de jaarlijkse sterfte dus maximaal 80 in de eerste maand na ingreep. Omdat voor alle ingrepen de sterfte ten opzichte van het aantal complicaties relatief gering is, zal de keuze voor een specifieke ingreep dus vooral afhangen van de complicatiefrequentie, de resultaten op lange termijn en de kosten. Het is niet vreemd dat ook de huidige richtlijn van de beroepsgroep al stelt dat de behandelopties van te voren goed met de patiënt besproken moeten worden.

Vraag 5
Wat gaat u eraan doen om de situatie in Nederland op het niveau van omringende Europese landen te brengen, en op welke termijn zal deze achterstandssituatie tot het verleden behoren?

Antwoord 5
Ik vind het prematuur om - gelet op de thans beschikbare informatie - van een achterstandssituatie te spreken. Het is belangrijk dat wetenschappelijke beroepsverenigingen alert reageren op de ontwikkelingen die zich binnen hun vakgebied voordoen en deze waar nodig vertalen in aangepaste richtlijnen. Om te bevorderen dat doelmatigheidsvraagstukken in Nederland onderzocht worden, heb ik de onderzoeksorganisatie ZONMW opdracht gegeven voor het programma Doelmatigheidsonderzoek, waarin dit type vraagstukken onderzocht kunnen worden.


1) De Ochtenden Argos, Radio 1, 22 maart 2007
2) H.H.E. van Melick. Evaluation of Minimally Invasive Surgical Techniques in Clinical BPH
Objective and subjective results of TURP, contact laser prostatectomy and
Electrovaporization (Proefschrift). Utrecht, 2003.