Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
logoocw
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
P stbus 20018
o
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk
16 april 2007 VO/BenB/2007/2157
Onderwerp Bijlage(n)
Motie nr33 inzake bekostiging United World
College Maastricht
Tijdens de behandeling van de OCW begroting 2007 is motie nr 33 van Lambrechts c.s. aangenomen in
zake de bekostiging van het UWC Maastricht:
"De regering wordt verzocht zich in te spannen, de IGVO (internationaal georiënteerd voortgezet
onderwijs)-bekostiging ook te laten gelden voor de leerlingen van het UWC Maastricht, vallend onder
de LVO (Limburgs Voortgezet Onderwijs), mogelijke wettelijk belemmeringen weg te nemen en de
Kamer voor de uitkomst voor het einde van dit jaar te informeren"
In de brief van 6 december aan de Tweede Kamer FEZ/CC/2006/46097 is als volgt op de motie
gereageerd:
Uitvoering van de motie die vraagt om de mogelijkheden na te gaan of de IGVO bekostiging te laten
gelden voor leerlingen van een UWC, kan niet zonder meer worden toegezegd. Er is in een eerder
stadium vastgesteld dat de IGVO regeling niet zonder meer van toepassing is op de doelgroep UWC
leerlingen. Van de zijde van Maastricht is nog onvoldoende duidelijkheid of en hoe de locatie van een
schoolgebouw gerealiseerd kan worden. Als daar helderheid over is, moet met betrokkenen
nog verder worden overlegd over subsidiëringsmodaliteiten.
Een volgend kabinet zal hierover een besluit moeten voorbereiden en de Kamer daarover informeren.
In deze brief ga ik verder in op de resultaten van de activiteiten die zijn ontplooid om uitvoering aan de
motie te geven.
Wat betreft de huisvesting heeft het United Word College Maastricht per brief laten weten dat het
Gemeentebestuur van Maastricht haar verantwoordelijkheid voor de huisvesting van het UWC
onderkent. Daarbij heeft men ook reeds een concreet pand op het oog, een gebouw van het
Bonnefantencollege. Dit is bevestigd in een brief van burgemeester Leers van 15 december 2006 .
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/2
De mogelijkheid van de gemeente Maastricht om voor huisvesting zorg te dragen is afhankelijk van een
publieke bekostiging van het UWC onderwijs via de IGVO regeling. IGVO leerlingen tellen mee als
volwaardige leerlingen Voortgezet Onderwijs, waaruit voortvloeit dat gemeenten naar rato van het
aantal leerlingen via het gemeentefonds een bijdrage ontvangen ten behoeve van huisvesting.
Met betrokkenen van het UWC is ook overlegd over subsidiëringsmodaliteiten. Zo is de mogelijkheid
besproken om het onderwijs aan het UWC voor een langere periode apart te subsidiëren, los van een
formele bekostigingsregeling. Ook is gesignaleerd dat het merendeel van de UWC vestigingen in het
buitenland wordt bekostigd met particuliere middelen. De betrokken partijen in Maastricht en zeer
zeker ook de internationale UWC organisatie hechten er echter sterk aan dat een UWC in Nederland
deel uit maakt van het wettelijk erkende en bekostigde voortgezet onderwijs.
Wat betreft wettelijke belemmeringen is het zo dat de doelgroep UWC leerlingen niet behoort tot de in
de IGVO regeling beschreven doelgroep van leerlingen die met hun ouders naar Nederland komen
vanwege een tijdelijke arbeidsplaats. Het is wel mogelijk om de IGVO regeling uit te breiden met de
categorie UWC leerlingen en deze dusdanig te omschrijven dat daar geen andere instanties een beroep
op kunnen doen.
De belangrijkste belemmering echter: de beschikbaarheid van financiële middelen, is daarmee nog niet
opgelost. Eerder is een verzoek van het UWC Maastricht en het LVO voor IGVO bekostiging afgewezen,
omdat het bij UWC leerlingen gaat om een uitbreiding van de groep leerlingen die voor wettelijke
bekostiging in aanmerking komt. Middelen voor bekostiging zouden dan nog wel kunnen komen uit de
OCW begroting. In dat geval echter maakt UWC Maastricht deel uit van de prioriteiten en
posterioriteiten als gevolg van de besluiten naar aanleiding van het regeerakkoord. Gelet op de
beschikbare financiële ruimte en de verschillende op te lossen problemen kan ik op dit moment geen
enkele toezegging doen dat voor het UWC de benodigde middelen gevonden kunnen worden. Ik zal een
definitief besluit hierover nemen aan het eind van de oriëntatieperiode van dit kabinet en u hierover
daarna informeren.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveld-Vliegenthart