Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Lommerplein in Amsterdam

6 september 2006

Antwoord van minister Dekker (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer), mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op vragen van de leden Van Heteren, Depla en Kruijsen (allen PvdA) over de ontruiming van het Bos en Lommerplein in Amsterdam.


1
Hebt u kennis genomen van de uitlatingen van de hoogleraar ingenieur Leo Wagemans van de TU Delft naar aanleiding van de ontruiming van het Bos en Lommerplein in Amsterdam? (1)

Antwoord
Ja.


2
Deelt u zijn visie dat de kwaliteit van de bouw in Nederland de laatste
jaren drastisch is gedaald met nadelige consequenties voor de veiligheid en dat dit deels wordt veroorzaakt door te grote versnippering van verantwoordelijkheden op bouwplaatsen?

Antwoord
Nee, ik ben van mening dat de bouw in Nederland in zijn algemeenheid van goede kwaliteit is. Wel deel ik zijn zorg dat de toenemende mate waarin bij de bouw gebruik wordt gemaakt van onderaannemers en toeleveranciers van bouwdelen een risico inhoudt voor de constructieve samenhang van het bouwwerk. In principe zijn de verantwoordelijkheden op de bouwplaats duidelijk. Wettelijk is vastgelegd waar aanvragen om een bouwvergunning aan worden getoetst, onder meer aan de eisen van het Bouwbesluit 2003. Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager om ervoor te zorgen dat dit ook daadwerkelijk het geval is. De verantwoordelijkheid voor de constructieve veiligheid en een juiste realisatie daarvan ligt primair bij de private partijen. Zij zijn immers verantwoordelijk voor het bouwproces van opdrachtverlening tot en met realisatie.


3
Wat zijn destijds de redenen geweest voor u om eerder advies van professor Wagemans, om bij bouwprojecten een hoofdconstructeur aan te stellen die ook alle veiligheid controleert, naast u neer te leggen?

Antwoord
Bij een bouwproces zijn vaak veel partijen betrokken en vaak voor slechts een klein onderdeel van het proces. Het gevolg kan zijn dat er bij de uitvoering onvoldoende zicht is op het totale project. Door verschillende partijen is voorgesteld om een hoofdconstructeur verplicht te stellen opdat de verantwoordelijkheid voor constructie en realisatie bij één en dezelfde persoon kan worden gelegd. Vanuit publiekrechtelijk oogpunt worden echter slechts normen gesteld aan de kwaliteit van bouwwerken. Ik denk dat het ook uit oogpunt van deregulering een goede zaak is om dit uitgangspunt te blijven volgen en geen kwalitatieve eisen te stellen aan de aanvrager van een vergunning of de betrokkenen met wie hij een bouwontwerp tot stand brengt. De verantwoordelijkheid voor het bouwproces is naar mijn mening geen publiekrechtelijke taak, maar ligt primair bij private partijen. In het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning (Biab) zijn echter wel eisen gesteld aan het zodanig aanleveren van gegevens aan de gemeente, dat de constructieve samenhang aangetoond is. In een briefwisseling met de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland (VBWTN) van vorig jaar heb ik bevestigd dat gemeenten op grond van het Biab aanvragen om een bouwvergunning niet ontvankelijk kunnen verklaren (of bij in uitvoering zijnde projecten de bouw kunnen stilleggen), indien de samenhang van de constructieve gegevens niet duidelijk is. Dit geldt voor de gegevens die ingediend moeten worden bij de aanvraag om bouwvergunning, maar ook voor de later in te dienen gegevens, zoals constructieve berekeningen en werktekeningen. Het is aan de aanvrager om te bepalen op welke wijze hij aan deze eis voldoet. Het aanstellen van een hoofdconstructeur is hiervoor een goede oplossing. In de hierboven aangehaalde correspondentie heeft de VBWTN ook aangegeven, een Plan van Aanpak Constructieve Veiligheid op te zullen stellen in overleg met de betrokken (koepel)organisaties. Dit Plan van Aanpak zal binnenkort gepubliceerd worden en richt zich tot de belangrijkste bij het bouwproces betrokken partijen met oplossingen voor de gesignaleerde risicofactoren in het huidige bouwproces. Ook de functie van de hoofdconstructeur wordt hierbij betrokken. Mijn ministerie heeft de totstandkoming van dit Plan van Aanpak actief ondersteund.


4
Zijn de ontwikkelingen rond het Bos en Lommerplein in Amsterdam aanleiding om de mening over het aanstellen van een hoofdconstructeur per bouwproject, die met name ook de veiligheid en brandveiligheid controleert, in heroverweging te nemen?

Antwoord
Nee. Ik wijs hierbij ook op het antwoord op de vorige vraag.


1 Het Parool, 12 juli 2006, 'Hoogleraar TU waarschuwde al voor risico's'