Speech Benne van Popta Algemene Ledenvergadering VB
16.04.2007 / 14:02 / Rubriek: Binnenland / Organisatie: Ver.bedrijfstakpensioenfondsen
Ver.bedrijfstakpensioenfondsen
Speech van Benne van Popta, werkgeversvoorzitter Vereniging van
Bedrijfstakpensioenfondsen, uitgesproken op de Algemene Ledenvergadering
16 april 2007
Alleen de uitgesproken tekst geldt
Welkom
Ik heet u allen hartelijk welkom, vertegenwoordigers van pensioenfondsen en
pensioenkoepels, sociale partners, verzekeraars, overheid en politiek. Van
deelnemersraden, belangenorganisaties, toezichthouders. En uiteraard de media.
Een speciaal woord van welkom aan de vertegenwoordigers van de Stichting Pensioenkijker. U
ontvangt vandaag niet alleen het VB-jaarverslag, maar ook dat van de Stichting
Pensioenkijker. Pensioenkijker heeft als doel het pensioenbewustzijn te vergroten.
Vrijwel alle organisaties in de pensioenwereld steunen deze activiteiten, waaronder VB.
Het vergroten van het pensioenbewustzijn is een onderliggende doelstelling van het
nationale pensioendebat, ik kom daar nog op terug.
Ook - last but not least - heet ik de VB-leden van harte welkom. Het doet mij deugd dat u
in zo grote getale bent opgekomen.
Graag had ik ook vooraanstaande Zuiderburen begroet. Om recente lokroepen eens in een
onderling gesprek, uiteraard bij een goede lunch, op waarde te kunnen schatten, mede
rekening houdend met de antwoorden van de minister van SZW op recente Kamervragen.
'Goedkoop is duurkoop', zei mijn moeder al. Dat lijkt mij ook van toepassing op de
Belgiëroute, voor pensioenen. Of, om Dirk Witteveen maar eens te parafraseren, al te
relaxte solvabiliteitseisen schuiven slechts de rekening door naar de toekomst. Wellicht
moeten de pensioenkoepels eens afreizen naar Brussel. Op bezoek bij het Brusselse
Torentje. En onze Belgische instellingen een gastlidmaatschap aanbieden.
Het nationale pensioendebat
Bij de behandeling van de Pensioenwet in de Tweede Kamer is een motie aangenomen die
vraagt om een maatschappelijk debat over de toekomst van met name tweede pijler
pensioenen en de uitvoering van de pensioenregelingen. Bij dit debat zouden alle
relevante partijen betrokken moeten worden. Het debat zou in 2007 moeten plaatsvinden.
VB wil graag meedoen aan dit debat. Daarom staat onze voorjaars-ALV in het
teken van dit debat. In ons jaarverslag, dat vandaag is verschenen, wordt er uitgebreid
aandacht aan besteed. En na de pauze komen vertegenwoordigers van een groot aantal
maatschappelijke groeperingen aan het woord. Ze hebben allemaal iets met pensioenen.
Ze willen hun stelling naar voren brengen, beargumenteren en onderbouwen en met u daarover
in discussie treden. Rode draad in de onderwerpen is de voortgaande dynamiek op de
arbeidsmarkt en de wijze waarop dit in het pensioengebouw gestalte kan krijgen. En waar
daarvoor de verantwoordelijkheden liggen. Want wellicht is niet alles in te passen in de
tweede pijler. Dit alles scherpt het pensioenbewustzijn en draagt bij aan een van de
belangrijkste intenties van de indieners van de motie. Ik hoop op een levendig debat.
Vandaag krijgt u de kans uw opvatting te geven. Een verslag van dit debat zullen wij aan
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid doen toekomen.
Dit maatschappelijke debat vindt binnen een nieuw kader plaats. In de afgelopen jaren
hebben we het pensioenhuis fors verbouwd. Ik hoef het rijtje nieuwe wet- en regelgeving
niet op te noemen. U kent het uit uw hoofd. Dat verbouwde huis met het daarbij behorende
prijskaartje staat. Daar is met de pensioensector uitgebreid over van gedachten
gewisseld. De Pensioenwet is unaniem aangenomen. Op de vorige ALV heb ik de minister - en
daarmee eigenlijk ook de Kamer - gefeliciteerd. Maar binnen dit verbouwde huis is
voldoende
flexibiliteit om bij de tijd te blijven. Om, na afweging van kosten en baten, de
inrichting (wat) te herschikken.
Onderwerpen
Voorafgaand aan dit debat wil ik aan drie onderwerpen aandacht besteden. Drie onderwerpen
waarbij de pensioenfondsen aan zet zijn. Drie onderwerpen waarbij VB haar leden wil
ondersteunen. Niet om hen tegen hun zin naar de overkant van de straat te brengen. Maar
om hen van dienst te zijn bij het besturen van hun pensioenfonds, bij de afwegingen die
zij daarbij moeten maken, bij het verzamelen van informatie die daarbij wellicht nodig
is, en zo voort.
Die drie onderwerpen zijn:
- Maatschappelijk verantwoord beleggen;
- De ordening in pensioenfondsenland en de dynamiek op de arbeidsmarkt;
- Deskundigheid van pensioenfondsbestuurders.
Maatschappelijk verantwoord beleggen
Op 18 maart 2007 zond Zembla een documentaire uit onder de titel Het clusterbomgevoel. In
deze uitzending werd de aandacht gevestigd op beleggingen van pensioenfondsen in
bedrijven die verantwoordelijk zijn voor, dan wel betrokken zijn bij de productie van
antipersoneelsmijnen, clusterbommen, zware milieuverontreiniging en kinderarbeid.
Commentaren van pensioenfondsen in de uitzending wekten de indruk dat pensioenfondsen
weinig oog hebben
voor de maatschappelijke effecten van hun beleggingen maar eigenlijk alleen maar
investeren op het financiële rendement.
De uitzending heeft tot een stroom van reacties geleid, in de media, onder het publiek, in
de politiek. Er was weinig begrip voor de positie van pensioenfondsen, om het maar eens
zacht uit te drukken. Deelnemers reageerden, naar het ene fonds meer dan naar het andere.
Bij VB kwamen 1500 e-mails binnen. Dat is ongekend veel.
Binnen VB zijn we na de uitzending meteen in actie gekomen omdat we van oordeel zijn dat
het hier niet om een incident gaat, maar om blijvende belangstelling van deelnemers voor
de maatschappelijke kwaliteit van de beleggingen van pensioenfondsen. Een na de
uitzending gehouden consumentenenquête leert dat 70% de in Zembla genoemde
beleggingen afkeurt en dat 90% openbaarmaking van beleggingen noodzakelijk vindt.
Ongeveer de helft van de respondenten vindt dat voldoende, de andere helft verwacht meer
stappen. Ruim 60% vindt dat de pensioenfondsen zelf in actie moeten komen en vraagt niet
om regelgeving.
Het beraad binnen VB heeft geleid tot het opstellen van een handleiding aan
pensioenfondsbesturen om te komen tot een adequate invulling van maatschappelijk
verantwoord beleggen. Want het thema MVB stond bij veel pensioenfondsen al langer op de
agenda. Het ene fonds was daar verder mee gevorderd dan het andere. Maar overal schoot de
implementatie te kort, dat heeft de Zembla-uitzending op zijn minst duidelijk gemaakt.
Het uitgangspunt van de handleiding is dat pensioenfondsen veel transparanter moeten
worden over hun beleggingsbeleid, zowel wat betreft de principes als wat betreft de
concrete invulling. Pensioenfondsen zijn institutionele beleggers die niet met de rug
naar de samenleving kunnen staan waarbinnen ze opereren. Daarbij is het aan de fondsen
zelf om dit beleid te formuleren. Er is niet een format van MVB, het kan verschillen per
fonds, mede gelet op de eigenheid van het fonds, de sector waarbinnen het fonds opereert,
de preferenties en de afwegingen van alle bij het fonds betrokken stakeholders.
In de handleiding wordt aangegeven dat fondsen een aantal stappen kunnen doorlopen:
- Een dialoog openen met de deelnemers, via de deelnemersraad of breder, via de website.
- Het formuleren van de principes van het MVB.
- Het doorlichten van de beleggingsportefeuille aan de hand van deze principes.
- Het helder en begrijpelijk communiceren van het beleid.
- Het afleggen van verantwoording (verantwoordingsorgaan, jaarverslag).
Bij het formuleren en implementeren van het MVB-beleid zullen pensioenfondsen voor lastige
keuzes komen te staan. Simpel is het lang niet altijd en opinies kunnen verschillen. De
handleiding gaat hier op in en geeft ook verschillende strategieën van MVB.
Verschillende vragen behoeven een antwoord. Bijvoorbeeld hoe ver de verantwoordelijkheid
van een fonds reikt. Dient een fonds verder te gaan dan (internationale) wet- en
regelgeving? Maar hoe ver dan? Want er is het nodige dat niet iedereen persoonlijk
apprecieert, maar dat niet verboden is en redelijk rendeert. Waar trekken we de grens en
waarom daar? Lastig, maar de keuzes blijken uit de beleggingsportefeuille en die keuzes
vragen om een onderbouwing.
Een andere vraag is wanneer we kiezen voor uitsluiting (afstoten van beleggingen) en
wanneer voor engagement (aanhouden van beleggingen maar actief opereren op de AVA). In
het eerste geval distantiëren wij ons. In het tweede geval involveren wij ons, met
de mogelijkheid van beïnvloeding van het beleid.
En zo zijn er meer vragen waar de handleiding op in gaat.
Wij hebben vanmorgen, in het besloten deel van deze ALV, ook besloten een commissie in het
leven te roepen die zich zal buigen over de praktische kwesties waarmee de pensioenfondsen
zich geconfronteerd zien bij het formuleren en implementeren van een MVB-beleid. Hoe komen
wij aan geschikte informatie over individuele ondernemingen? Hoe kunnen wij externe
vermogensbeheerders bewegen hun fondsen te screenen en aan te passen aan MVB-criteria? Is
het effectief om daarbij gezamenlijk op te treden? Kunnen grote fondsen hun expertise
delen met andere leden van de VB? Welke internationale verdragen zijn relevant en wat
zijn de implicaties van deze verdragen? Enzovoorts, enzovoorts. Graag zou ik zien dat
deze commissie voortvarend te werk gaat, zodat wij in het najaar een themavergadering
kunnen organiseren waarin de keuzes en dilemmas van MVB vanuit een praktische invalshoek
breed aan de orde kunnen komen.
Kortom, VB heeft na de uitzending van Zembla niet stilgezeten. Wij willen aan het MVB,
samen met onze leden, concreet handen en voeten geven. Daarnaast blijven wij aan het
debat deelnemen. Met onze stakeholders, met het grote publiek.
De toekomst van pensioenfondsen
De afgelopen maanden kwamen leden van VB naar bestuurdersbijeenkomsten om te spreken over
zaken die bestuurders bezighouden. Dit voorjaar hebben wij aandacht besteed aan de
toekomst van pensioenfondsen, met een accent op kleinere pensioenfondsen. Er is heel veel
op pensioenfondsbesturen afgekomen. VPL is nog amper geïmplementeerd, of men is al
druk met het FTK, de Pensioenwet, PFG, communicatieplan enzovoorts. Deze grote
veranderingen die zich in korte tijd aandienden, hebben grote druk gelegd op besturen.
Voorts lopen hierdoor de uitvoeringskosten relatief sterk op. Iets waar bestuurders ook
niet op zitten te wachten.
Schaalvergroting kan helpen om de kosten in de hand te houden, maar ook om te vooromen dat
er veel dubbel werk geschiedt. Het is zo gek dus nog niet dat pensioenfondsbesturen om
zich heen kijken en de vraag stellen of samenwerking en wellicht samengaan tot de
mogelijkheden behoort. Samengaan heeft ook andere voordelen. Op de arbeidsmarkt vervagen
de grenzen tussen de sectoren. Als pensioenfondsen een grotere schaal krijgen, hoeven
werknemers die van baan veranderen minder vaak aan waardeoverdracht te denken. Het
samengaan van pensioenfondsen leidt wel tot enig identiteitsverlies. Het is aan
pensioenfondsbestuurders de afweging te maken. VB zal besturen, indien zij dat wensen,
terzijde staan bij hun oriëntatie op de mogelijkheden. In het najaar zullen wij met
de leden over concrete mogelijkheden in gesprek gaan. Niet om te sturen maar om bij te
dragen aan een gezonde toekomst van pensioenfondsen.
Deskundigheidsbevordering
Het belang van het aanvullende pensioen neemt nog altijd toe: steeds meer werknemers
beschikken over steeds meer opgebouwd pensioenkapitaal. Daar komt bij dat
pensioenregelingen steeds complexer zijn geworden in de afgelopen jaren. Er is veel
verscheidenheid in soorten pensioenregelingen, er gelden veel verschillende franchises en
regelingen moeten aan allerlei wettelijke bepalingen voldoen op het gebied van gelijke
behandeling. De fiscale regels zijn veel complexer geworden en het beleggingsbeleid kent
veel meer dimensies. Tenslotte is de communicatie met de deelnemer een vak apart
geworden, zeker nu in de Pensioenwet allerlei bepalingen op dit terrein zijn komen te
staan. Kortom, het terrein van de aanvullende pensioenen heeft de afgelopen vijfentwintig
jaar vele veranderingen ondergaan.
De complexiteit van de pensioensector vergt dat de deskundigheid van bestuurders van hoog
niveau is. De organisaties die de pensioenregelingen uitvoeren, beschikken over veel
kennis op alle terreinen die in het pensioenbedrijf nodig zijn. Denk aan administratieve
organisatie, financiële/technische en actuariële kennis, wet- en regelgeving,
vermogensbeheer en communicatie.
Om die organisaties adequaat aan te kunnen sturen, moet de kennis van de bestuurders
gelijke tred houden met de ontwikkelingen op deze gebieden.
Natuurlijk hoeven bestuurders niet over dezelfde feitenkennis te beschikken als degenen
die de regelingen daadwerkelijk uitvoeren. Maar hun kennis moet wel toereikend zijn om de
uitvoerders te kunnen aansturen, om beslissingen gefundeerd te kunnen nemen, om kritisch
te kijken naar degenen aan wie de uitvoer is toevertrouwd. De besturen van
pensioenfondsen zijn immers verantwoordelijk voor een goede zorgvuldige uitvoering.
Deelnemers, of wij het nu hebben over werknemers, slapers of gepensioneerden, vertrouwen
hun rechten toe aan deze bestuurders. Zij hebben er recht op dat de sector staat voor de
kwaliteit van deze bestuurders. Ook naar de deelnemers toe moeten de bestuurders hun
deskundigheid kunnen verantwoorden.
VB is dan ook erg blij met de totstandkoming van het Plan van Aanpak
Deskundigheidsbevordering waar een werkgroep van de drie pensioenkoepels, OPF, UvB en VB,
de afgelopen maanden aan heeft gewerkt. Het is goed dat in dit Plan van Aanpak niet alleen
aandacht is voor de deskundigheid van bestuursleden maar óók voor die van
deelnemersraden en verantwoordingsorganen. De medezeggenschap op pensioengebied wordt
volwassen en daarbij horen kwalitatief goede medezeggenschapsorganen. Het
één kan niet zonder het ander.
Het is goed dat de sector dit onderwerp zelf heeft opgepakt en zijn ambities op dit punt
vandaag bekend maakt. VB vraagt aan haar leden om de aanbevelingen uit dit Plan van
Aanpak met voortvarendheid ter hand te nemen. Voor zover dat nodig en wenselijk is zal VB
haar leden ook op dit punt ondersteunen.
Ik wil benadrukken dat deskundigheid en deskundigheidsbevordering géén
eenmalige zaken zijn. Het is géén kwestie van een keer een cursus volgen en
er daarna vanaf zijn.
Deskundigheid dient opgebouwd en onderhouden te worden. Dat vereist periodieke aandacht
voor dit onderwerp. Bij de totstandkoming van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur
hebben wij met elkaar afgesproken dat er een deskundigheidsplan moet worden opgesteld. Dat
kan een goed instrument worden voor bestuur, deelnemersraad en verantwoordingsorgaan om de
discussie over deskundigheid van alle betrokken partijen te voeren.
Na zijn speech zal het Plan van Aanpak worden overhandigd aan Dirk Witteveen als
vertegenwoordiger van onze toezichthouder, De Nederlandsche Bank. Hoewel de heer
Witteveen niet de dossierhouder is op dit onderwerp, is hij wel bereid de aanbevelingen
in ontvangst te nemen.
Ik dank u voor uw aandacht.