gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van
Verordening (EG) nr.1784/2003 houdende een gemeenschappelijke ordening
der markten in de sector granen en een voorstel tot wijziging van Vo.
(EG) nr. 1883/78 betreffende de algemene regels voor de financiering
van de interventies door het EOGFL-fonds voor de Landbouw, afd.
GarantieDatum Raadsdocument: 18 december 2006, respectievelijk 17
januari 2007
Nr. Raadsdocument: 16922/06, respectievelijk 431/07
Nr. Commissiedocument COM(2006)755 definitief, respectievelijk
COM(2007)12 definitief
Eerstverantwoordelijk ministerie: LNV i.o.m. FIN, EZ en
BZBehandelingstraject in Brussel:
Het is het voorstel van de Commissie om beide documenten gezamenlijk,
na de bespreking in het CSA (26 februari), te bespreken in de
Landbouwraad in maart. Besluitvorming zal naar verwachting in de
aprilzitting van de Landbouwraad plaatsvinden.
* Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel
* Subsidiariteit en proportionaliteit
* Consequenties
* Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling
Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel
Het voorstel ten aanzien van de marktordening granen gaat uitsluitend
over maïs. De interventieregeling voor granen kent slechts één
minimumprijs voor alle granen (momenteel EUR101,31/ton). Daar waar de
productiekosten voor maïs laag liggen en de marktpartijen met hoge
vervoerskosten en infrastructurele problemen te kampen hebben, is er
maar een beperkte afzet mogelijk langs de reguliere kanalen. Deze
situatie doet zich bij uitstek voor in een van de zee afgesloten land
als Hongarije. De aankoopregeling voor interventie is daar niet langer
een vangnet voor uitzonderlijke situaties, maar een structureel
commercieel afzetkanaal geworden. Een latere verkoop uit interventie
op de interne en de internationale markt brengt zeer hoge kosten met
zich mee. Tevens doet zich bij maïs het technische probleem van de
lange termijnopslag voor, omdat maïs, anders dan tarwe en gerst, niet
geschikt is voor langdurige opslag. Het voorstel behelst derhalve het
schrappen van de mogelijkheid om maïs aan interventie aan te bieden
m.i.v. het nieuwe marktjaar 2007/2008. Ook de recente toetreding van
Roemenië speelt een rol, omdat ook dit land een grote maïsproducent is
en de interventiesituatie daardoor nog verder kan verslechteren. De
financiële besparing beloopt ca. EUR 620 miljoen voor de periode
2008-2014.
Met betrekking tot het tweede voorstel (Vo.1883/78) is in de
EG-wetgeving bepaald dat de door een lidstaat gedragen financiële
lasten op basis van een uniforme rentevoet worden vergoed. De Raad
heeft voor de jaren 2005/2006 een regeling getroffen voor die
lidstaten die de nodige middelen moesten lenen tegen veel hogere
rentevoeten dan de uniforme rentevoet. Op grond van die regeling
vergoedde het EOGFL aan de lidstaat die meer dan tweemaal zoveel rente
betaalde, het verschil tussen het dubbele van de uniforme rente en de
werkelijk betaalde rente. Het voorstel wil een nieuwe
uitzonderingssituatie creëren voor de jaren 2007/2008. In het voorstel
vergoedt de Commissie landen met een rentevoet die meer dan twee keer
de uniforme rente bedraagt het verschil tussen de rente die een land
betaalt minus de uniforme rentevoet.
De Commissie heeft aangegeven beide voorstellen gezamenlijk aan de
Raad te willen voorleggen.
Rechtsbasis van het voorstel:
Voor beide voorstellen: Art. 37 lid 2, derde alinea van het
EG-Verdrag.
Besluitvormingsprocedure:
Voor beide voorstellen: Raad: gekwalificeerde meerderheid. Europees
Parlement: raadpleging.
Instelling nieuw Comitologie-comité: nee.
Subsidiariteit en proportionaliteit
Subsidiariteit:
Voor beide voorstellen niet van toepassing want voor dit terrein geldt
een exclusieve bevoegdheid voor de Gemeenschap Het betreft hier een
gemeenschappelijke marktordening en de financiering van het
gemeenschappelijk landbouwbeleid.
Proportionaliteit:
Ten aanzien van Vo. (EG) nr. 1784/2003: Positief. Het betreft een
wijziging van een Raadsverordening. De voorgestelde wijziging is het
geëigende middel om de doelstellingen van de gemeenschappelijke
marktordening, de afschaffing van maïsinterventies, te verwezenlijken.
Ten aanzien van Vo. (EG) nr. 1883/78: Negatief. Al is de wijziging op
zich een geëigend middel om de doelstelling van de wijziging te
bereiken heeft Nederland principiële bezwaren tegen de voorgestelde
wijziging. (zie punt 14a, derde alinea).
Desalniettemin kan Nederland instemmen met de koppeling van beide
voorstellen en kan onder voorwaarden akkoord gaan.
Consequenties
Consequenties voor de EU-begroting:
Volgens berekeningen van de Commissie geeft het voorstel voor
Verordening 1784/2003 een besparing voor het begrotingsjaar 2008 van
EUR 35 miljoen, voor 2009 ca. EUR 60 miljoen, voor 2010 ca. EUR 41
miljoen, voor 2011 rond EUR 68 miljoen, voor 2012 ca. EUR 121 miljoen,
voor 2013 ca. EUR 132 miljoen en voor 2014 ca. EUR 163 miljoen, wat
een totale besparing oplevert van EUR 617,8 miljoen.
Het voorstel voor Verordening 1883/78 leidt volgens voorlopige
berekeningen tot extra uitgaven voor 2007 van ca. 9,3 miljoen en ca.
10,4 voor het begrotingsjaar 2008.
Financiële, personele en administratieve consequenties voor de
rijksoverheid, decentrale
overheden en/of bedrijfsleven en burger: Geen.
Nederland kent al ruim twee decennia geen interventie voor granen. In
Nederland wordt uitsluitend snijmaïs geproduceerd, die niet in
interventie mag, in tegenstelling tot korrelmaïs. Bovendien is
Nederland een maïs-invoerland met een veel hoger prijsniveau dan
productieregio's.
Vervolgtraject financiële afspraken: niet van toepassing
Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid,
(informatie over het
inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen
e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of
sanctionering):
Niet van toepassing.
Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel
voorgestelde datum
inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar
t.a.v. haalbaarheid:
Ten aanzien van Vo. (EG) nr. 1784/2003: De wijzigingsverordening is
van toepassing m.i.v. het marktjaar 2007/2008, dus op 01-07-2007. Deze
datum is haalbaar.
Ten aanzien van Vo. (EG) nr. 1883/78: De wijzigingsverordening treedt
in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van
de Europese Unie. Zij is van toepassing voor de op of na 1 oktober
2006 gedane uitgaven.
Consequenties voor ontwikkelingslanden: Geen.
Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling
Nederland kan instemmen met het voorstel voor de afschaffing van de
maïsinterventie. Het beginsel dat de marktdeelnemers zich moeten
baseren op marktsignalen geldt ook voor de maïstelers, die niet
afhankelijk moeten zijn van permanente overheidsinterventies,
uitzonderlijke situaties daargelaten.
Er is voornamelijk een financieel belang met dit voorstel gemoeid door
de te realiseren besparingen op interventiekosten en een op langere
termijn realistischer prijsvorming op vooral de binnenlandse Hongaarse
markt. De maïsprijzen zullen niet meer kunstmatig (te) hoog worden
gehouden door een interventiemechanisme dat zijn rol als vangnet niet
goed meer kan vervullen. Voor de internationaal opererende
handelshuizen die vanuit Nederland werken kan deze maatregel wellicht
voordeel opleveren.
Ten aanzien van het voorstel over de financiering van
interventieaankopen heeft Nederland principiële bezwaren. In de eerste
plaats is het niet billijk dat het ene land een hogere tegemoetkoming
voor gemaakte rentekosten ontvangt dan andere. Ten tweede heeft de
raad bij de eerdere regeling (die gold voor 2005 en 2006) verklaard
dat deze uitzonderingspositie eenmalig zou zijn. De Commissie is zich
hiervan bewust en heeft beide voorstellen daarom gekoppeld. Hongarije
wordt op die manier namelijk voor een (klein) deel gecompenseerd voor
het verlies van de interventiemogelijkheid voor maïs. Nederland steunt
deze koppeling en gaat daarom alleen akkoord met het verlengen van de
uitzonderingssituatie voor landen met een hoge rentevoet als hier
afschaffing of een substantiële reductie van de interventie voor maïs
tegenoverstaat.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken