PvdA Rotterdam
Nieuws
Wouter Bos: 'goed in zelfkastijding'
Zo 15 Apr 2007 - Wouter Bos
Wouter Bos: 'goed in zelfkastijding'
Tussen Louis van Gaal en Johan Cruijff schijnt een gespannen
verhouding te bestaan. Maar op één punt treedt van Gaal nadrukkelijk
in de voetsporen van Cruijff: het grossieren in volkswijsheden. Laatst
gaf hij commentaar op het puntenverlies van PSV bij NEC en zei:
"Koeman zegt dat hij in de hoek zit waar de klappen vallen. Dan weet
je één ding zeker: dan krijg je ze ook".
Ik dacht even dat hij het over de PvdA had. We blijken dezer dagen
weer eens heel goed in zelfkastijding. Liefst zorgen we er zelf voor
dat het debat gaat over wat de PvdA niet heeft binnengehaald in het
nieuwe coalitie-akkoord in plaats dat we uitventen hoe we een succes
gaan maken van wat we wél hebben mogelijk gemaakt. Dan moet je niet
raar opkijken als -zie Van Gaal- de energie alleen maar verder
wegsijpelt en de somberheid alleen maar verder toe neemt. Mijn punt is
niet dat er geen reden is om kritisch te kijken naar wat er met de
PvdA aan de hand is. Maar wel dat we niet in dat verleden moeten
blijven hangen en nu snel over moeten gaan tot wat er nu moet
gebeuren: resultaten boeken, profiel maken, gewone mensen
vertegenwoordigen in hun zorgen en idealen, vertrouwen opbouwen en
verkiezingen winnen.
Makkelijk gezegd maar niet makkelijk gedaan als je in een spagaat zit.
Dat beeld komt van René Cuperus en Frans Becker in hun bijdrage aan de
bundel "Verloren Slag" waarin uitvoerig wordt teruggeblikt op de
verloren verkiezingen van november. Het beeld van de spagaat
intrigeert. Een balletzaal vol spagaten zelfs, volgens Cuperus in
Buitenhof. Een partij die uiteen getrokken wordt tussen links en
midden, tussen hoog opgeleid en laag opgeleid, tussen allochtoon en
autochtoon, tussen bestuurders en bestuurden. Maar vooral tussen
mensen die vrezen te verliezen bij globalisering en migratie en mensen
die er baat bij hebben.
Intrigerende beeldspraak omdat de PvdA al sinds haar oprichting in
spagaat is. Laat dat nou ook de bedoeling zijn geweest. Met het samen
gaan van bijvoorbeeld de Vrijzinnig Democraten en de SDAP werd gekozen
voor een brede volkspartij waarin zowel progressieve intellectuelen
als lager opgeleiden hun plek konden krijgen, zowel sociaal-liberalen
als meer klassieke socialisten. Het hele idee van die brede
volkspartij was immers dat je alleen met zo'n breed draagvlak
solidariteit en emancipatie kunt organiseren. Wat Cuperus en Becker de
spagaat van de Partij van de Arbeid noemen, zie ik juist als onze
grootste kracht.
De conclusie moet vooral zijn dat we niet in staat zijn geweest die
kracht te verzilveren. In dat licht is het interessant nog eens terug
te keren naar andere artikelen in "Verloren Slag". Het gros van de
auteurs analyseert de verkiezingsnederlaag immers helemaal niet in
termen van een teveel aan spagaten maar heeft een eenvoudiger analyse:
een slechte campagne. Ook dat lijkt me te simpel. Zij verklaart
bijvoorbeeld niet waarom niet alleen de PvdA verloor maar ook VVD,
D66, CDA en Groen Links. Was het dan toeval dat dit allemaal partijen
waren die JA adviseerden bij het referendum over de Europese Grondwet
en zich allemaal in het relatieve midden van het politieke spectrum
bevinden? Een analyse van de verkiezingsnederlaag louter in termen van
de campagne schiet ook tekort als we over de grens kijken en zien dat
overal in Europa sociaal democraten het moeilijk hebben.
Er moet dus meer aan de hand zijn. Ik ben geneigd te concluderen dat
de strategische uitgangspositie voor de PvdA sowieso moeilijk was en
ook nog wel een tijdje zal blijven. Met fouten in de campagne hebben
we het er vervolgens bepaald niet beter op gemaakt. Over hoe we dat in
de toekomst allemaal beter gaan doen, zal de commissie-Vreeman
binnenkort aanbevelingen doen. Maar voor hoe we die uitgangspositie
verbeteren voel ik me verantwoordelijk. Nu. Daarover het volgende.
De verdeeldheid tussen hoger opgeleiden en lager opgeleiden waar
Cuperus en Becker op wijzen, is één aspect. Het verklaart hoe in onze
eigen achterban, meer dan in die van andere partijen, grote
verschillen aan het licht kunnen komen over onderwerpen als
globalisering, migratie en Europa. Maar ook speelt een rol dat de PvdA
de partij bij uitstek is waarbinnen allochtonen en allochtone politici
een deel van hun emancipatie-proces doormaken. Persoonlijk vind ik dat
iets om trots op te zijn. Maar het betekent ook dat wij in zo'n proces
meer dan andere partijen te maken krijgen en zullen krijgen met
heftige discussies en dilemma's over alles wat te maken heeft met
integratie en migratie, van dubbele nationaliteiten tot de Armeense
volkerenmoord. Tenslotte speelt een rol dat onze mars door de
instituties bijna te goed is gelukt. In het openbaar bestuur maar ook
in tal van publieke en semi-publieke instellingen barst het van de
PvdA-ers. Het stelt ons meer dan menig ander in staat veranderingen in
gang te zetten e n resultaten te boeken. Maar het maakt ons ook meer
dan menig ander kwetsbaar voor regentengedrag en bestuurlijk autisme.
Dat is de uitgangssituatie. En dit is de koers.
Ten eerste moeten we van onze zwakten weer onze kracht maken. De
diversiteit van onze achterban, de aantrekkelijkheid van onze partij
voor emanciperende allochtonen, de kracht van onze bestuurders: het
antwoord moet niet zijn dat we ons daarvoor schamen of ons ervan
proberen te ontdoen maar dat we het uitbuiten. In tegenstelling tot de
vele deskundologen die me deze dagen van advies dienen over koers en
strategie, geloof ik niet dat we moeten kiezen tussen de vleugels die
de PvdA al sinds haar oprichting kent, voor de sociaal-liberalen of de
meer 'klassieken'. Ik geloof nog altijd dat het de unieke kracht is
van de PvdA beide groepen aan zich te kunnen binden. Het vergt wel een
beter verhaal en om dat te ondersteunen een veel professionelere
scouting, recrutering en scholing van talent. Zodat niet alleen maar
doctorandussen in beeld komen als beeldbepalende PvdAers maar meer
'gewone mensen' en Jan-Schaefer-types. Ook het feit dat we zoveel
zoveel allochtonen in de achterban hebben moeten we als kracht
aanwenden ondanks dat het ons ongetwijfeld eerder en vaker met
dilemma's confronteert dan andere partijen. Maar het zou ons
bijvoorbeeld ook in staat moeten stellen om eerder en beter dan wie
ook de grootsteedse integratie-problematiek aan te pakken, juist omdat
wij daarvoor draagvlak bij autochtonen en allochtonen moeten kunnen
verwerven.
Een tweede prioriteit is dat we meer moeten investeren in ons verhaal.
Ik ben niet in het kabinet gestapt omdat ik geloof dat alles vanzelf
wel goed komt met de PvdA als er maar geregeerd wordt. Op ideologisch
gebied is de inhaalslag wat mij betreft nog lang niet voltooid. Niet
dat we van nul hoeven te beginnen. Integendeel, de contouren staan.
Centraal in ons beginselprogramma en verkiezingsprogramma maar ook in
het optreden van de Tweede Kamerfractie van de afgelopen jaren staat
de notie dat onze samenleving razendsnel verandert en dat je mensen
alleen maar mee krijgt in die veranderingen als ze er grip op hebben
en zeker weten dat ze er niet alleen voor staan. Daar heeft ook altijd
de kern van de sociaal democratie in gelegen: solidariteit, niet om
mensen afhankelijk temaken maar om ze sterk en weerbaar te maken. Het
probleem is dat die solidariteit steeds moeilijker te organiseren valt
als de bevolking diverser wordt, welvaartsverschillen toenemen,
grenzen vervagen, integratie faalt, terrorisme en terror
ismebestrijding zich steeds moeizamer verhouden tot de rechtsstaat en
de publieke sector vastloopt in ofwel marktwerking ofwel bureaucratie.
In de bouwblokken die het verhaal moeten vormen dat op die problemen
een antwoord vormt, is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd. Een
vernieuwde constructief-kritische visie op Europa. Een stevig verhaal
over integratie waarbij we hoge eisen stellen aan migranten maar ook
aan de ontvangende samenleving. Een visie op de verzorgingsstaat
waarbij nadrukkelijk naar Scandinavische voorbeelden wordt gekeken en
fors wordt gedecentraliseerd. Een herinrichting van de publieke sector
waarbij maatwerk en kwaliteit leidend zijn in plaats van
bureaucratische gelijkheid. Een eigen verhaal over normen en waarden
waarin de Aboutalebiaanse versie van respect centraal staat en waarin
onderkend wordt dat er grote groepen burgers in ons land zijn die baat
hebben bij een gezonde portie paternalisme omdat ze anders niet mee
komen. Die bouwstenen hebben we. Maar het huis staat nog niet.
Resultaat is dat voor veel mensen het standpunt van de PvdA nog te
vaak onvoorspelbaar is. Dan blijken beelden uit het verleden het al
snel te winnen. Waardoor de verwarring alleen maar groter wordt. Om
dat te overwinnen hebben we tijd en resultaten nodig. En denkkracht.
Niet alleen na de verkiezingen maar liefst ook ervoor.
Mijn derde prioriteit is tenslotte een pleidooi voor zelfvertrouwen.
Daar ontbreekt het schromelijk aan. Het zal zeker te maken hebben met
de omschakeling van oppositie naar regeren en met de polarisatie van
het politieke debat waarin compromissen snel aan kritiek onderhevig
zijn. Maar het heeft zeker ook te maken met de opkomst van de SP. Dat
is ook niet niks. Maar één ding weet ik zeker, als we met zijn allen
als konijntjes in de koplampen van de SP gaan zitten staren en bij
elke beslissing of elk dilemma ons gaan afvragen of daardoor misschien
mensen voor de SP gaan kiezen, zal het alleen maar verder bergaf gaan.
Tegenover die hopeloze bangigheid kies ik voor zelfvertrouwen,
assertiviteit en normalisering van onze verhouding tot de SP. Dat
betekent allereerst het onderkennen van de verwantschap. Plus de
erkenning van het feit dat wat we ook denken van het NEE-karakter van
de SP, proteststemmen beter aan de linkerzijde terecht kunnen komen
dan aan de rechterzijde. Normalisering betekent ook dat we de SP
nadrukkelijk uit moeten nodigen om bestuurlijk samen te werken. Het is
in dat opzicht jammer dat de SP uiteindelijk in geen enkel provinciaal
bestuur is terecht gekomen; iets waar voorzover ik het kan inschatten
uiteindelijk alle partijen schuld aan hebben.
Normalisering betekent natuurlijk ook dat we niet naïef moeten zijn.
De SP ziet echt de VVD of het CDA niet als haar grootste concurrent
maar ons. Dat is allemaal niet erg maar vraagt wel enige volwassenheid
in hoe we met elkaar om gaan. Daar hoort ook bij dat we elkaar niet
sparen in het debat. De afgelopen jaren maakten we de fout het debat
met de SP onvoldoende te zoeken. Die fout maken we niet nog een keer.
We zijn geen SP en we worden geen SP. Wij moeten geloven in eigen
kracht en staan voor onze principes. En juist rond solidariteit maken
we heel andere keuzes. Ons verhaal is een verhaal waarbij solidariteit
mensen sterker maakt, waarbij niet alle heil van staatsingrijpen wordt
verwacht, waarbij solidariteit ook internationaal betekenis heeft en
waarbij gevestigde belangen soms ter discussie moeten worden gesteld
om solidariteit in de toekomst te kunnen borgen.
Bij de SP is solidariteit te vaak een verhaal dat mensen afhankelijk
houdt, waar te veel verwacht wordt van de overheid, waarbij te
nationalistisch geredeneerd wordt en waarbij te makkelijk aansluiting
gezocht wordt bij elke actie gericht op het beschermen van gevestigde
belangen. Ook de houding "we hebben geen haast om te regeren, we
kunnen nog wel vier jaar wachten" is niet de onze. Wij kunnen immers
wel vier jaar wachten maar de asielzoekers die in aanmerking komen
voor een generaal pardon niet, de huurders niet, de WAOers niet, de
bewoners van achterstandswijken niet, het milieu niet. En dus zijn we
aan de slag gegaan. En moeten we dat durven verdedigen.
Natuurlijk, we kunnen ook eindeloos bezig blijven over de dingen die
we daarbij niet hebben weten binnen te halen. We kunnen ons laten
verlammen door de angst voor de SP en verder zetelverlies. We kunnen
er nog honderd spagaten bij verzinnen. Maar we kunnen daar ook een
punt achter zetten en laten zien dat we kunnen leren, dat we kunnen
leveren en dat we ergens voor staan. Daar kies ik voor.
Met vriendelijke groet,
Wouter Bos
Verschenen in de Volkskrant van zaterdag 14 april 2007