KNHS
Rondje Instructie Obstakeltraing; 'Geduld wordt beloond'
14 april 2007
Twaalf combinaties durfden het aan om op vrijdagavond 13 februari een
Rondje Instructie Obstakeltraining te volgen op het KNHS centrum in
Ermelo. Onder leiding van Wim Bonhof zagen ruim 100 toeschouwers hoe
alle combinaties uiteindelijk vertrouwd langs vreemde obstakels reden.
Tijdens deze avond waren er vier lessen. In groepjes van drie reden de
deelnemers met hun paarden de Prins Willem Alexander-hal in. Deze
binnenbak stond vol met paraplus, parasols, vuilnisbakken,
hindernissen met vlaggen en allerlei andere, voor het paard vreemde,
attributen. De eerste reacties van de paarden, maar ook van de
berijders, waren zeer verschillend. Van stokstijf stilstaan en zich
klein maken tot luid snurkend, reageerde de paarden op de obstakels.
Bonhof begon elke les op dezelfde manier. Laat de paarden eerst eens
stilstaan en rustig kijken en geef ze dan een klopje op de hals en
beloon ze met je stem. Blijf zelf rustig en ontspannen zitten. Als het
paard zich dan ontspant, kun je een kleine beenhulp geven en gaat hij
voorwaarts. Bij een paard dat zich spant komt de beenhulp niet door en
kun je schoppen wat je wilt, maar dit helpt meestal niet, sprak Wim
Bonhof rustig. Elk pasje dat het paard meer richting het vreemde
obstakel maakt is goed en moet worden beloond. Als het paard achteruit
gaat, laat het dan eerst weer stilstaan en ontspannen door even op de
hals te kloppen. Als het zich ontspant kan er weer een beenhulp
gegeven worden om dichterbij het obstakel te komen. Deze volgorde
herhaal je iedere keer en zo probeer je steeds dichterbij te komen.
Dit vraagt veel geduld, maar hiermee win je het vertrouwen.
Uiteindelijk draafde de paarden door een parcours van paraplus en
parasols. Je zag daarbij dat deelnemers en paarden steeds meer plezier
kregen in deze training.
Even later werden twee vuilnisbakken in het verlengde van elkaar
neergelegd met een kleine doorgang ertussen, waar de paarden doorheen
moesten draven. Als een paard dit toch een beetje eng vond, maakte
Bonhof gebruik van het kudde-instinct. "Door een paard voorop te laten
lopen die wel durft, volgt het bange paard meestal vanzelf."
Vervolgens werden de vuilnisbakken tegen elkaar aan geschoven en
maakte verschillende deelnemers er een sprongetje over. In de laatste
les zaten deelnemers die Z-dressuurniveau en hoger reden en ook zij
lieten zien dat een dressuurpaard kan springen. Ook was er een aantal
paarden zo gewend aan de paraplus dat de ruiters deze al rijdend boven
hun hoofd konden houden!
In de laatste groep liep een paard dat steigerde als hij ergens niet
langs durfde. In dat geval moet je eerst het paard laten halthouden en
belonen, zodat hij kan ontspannen. Daarna geef je weer beenhulp, aldus
Bonhof. Een vraag uit het publiek hierop was; 'Beloon je het paard op
dat moment dan niet voor het steigeren?'. Nee, stelde Wim Bonhof. Je
beloond het paard voor het halthouden en zodat het kan ontspannen. Dit
paard wil het liefst met je vechten en daar moet je juist niet op in
gaan. Al snel stond het paard ontspannen stil en kon de amazone een
beenhulp geven. Alleen paardenmensen die goed weten wat ze doen,
kunnen een steigerend paard afstraffen, door flink voorwaarts te
rijden. De meeste ruiters zijn echter zelf niet kundig genoeg om dit
te doen en kunnen het beter op deze manier oplossen. De weg is langer,
maar je wint er uiteindelijk wel veel vertrouwen mee. En dat is de
basis van het hele rijden", zo verklaarde Wim zijn antwoord.
CdB