D66
Peil draagvlak voor stamcelonderzoek
13 april 2007
D66 Tweede Kamerlid Fatma Koser Kaya vindt dat minister Klink van
Volksgezondheid de Kamer moet inlichten over het omstreden standpunt
van dit kabinet rondom embryonaal stamcelonderzoek. D66 is altijd
voorstander geweest van dergelijk onderzoek omdat het nieuwe
behandelingen voor ziekten als diabetes, Parkinson, Alzheimer en
kanker kan opleveren. Het kabinet is echter tegen het kweken van
embryonale stamcellen voor dit onderzoek.
Het kabinet had twee redenen om onderzoek met een klontering van 30
cellen te beperken. In de eerste plaats was er tot enkele jaren gelden
geen zicht op medische toepassingen. Inmiddels zijn deze er wel.
Onderzoekers verwachten zelfs op zeer korte termijn vooruitgang op het
gebied van vruchtbaarheidsonderzoek door onderzoek met stamcellen.
Hiernaast zijn er op de lange termijn mogelijk medicijnen te
ontwikkelen voor ernstige ziekten als diabetes, Parkinson, Alzheimer
en kanker door stamcelonderzoek.
De tweede reden om vijf jaar geleden een tijdelijk verbod in te
stellen was dat er geen draagvlak was onder de bevolking voor
stamcelonderzoek. Inmiddels lijkt dit ook niet meer het geval. Uit
recente opiniepeilingen blijkt dat de meerderheid van de bevolking
voor het onderzoek is. Om deze reden is het Rathenau Instituut
begonnen met een zorgvuldig onderzoek naar het draagvlak onder de
bevolking.
Het CDA is tegen het onderzoek, omdat het Rathenau Instituut niet
onafhankelijk zou zijn. Ook verwijt het CDA het instituut van het
"schoon water vertroebelen door erin te roeren." Koser Kaya
bekritiseert deze opstelling van de grootste regeringspartij: "Het is
ongepast en het CDA onwaardig om een onafhankelijk wetenschappelijk
instituut op deze manier te bekritiseren. Als gebrek aan draagvlak een
argument is om iets te verbieden, wil ik dat er onderzoek naar wordt
gedaan."
Koser Kaya stelt de minister bovendien schriftelijke vragen. Ook
vragen de sociaal-liberalen vragen volgende week een officiële
hoorzitting aan waarin Kamerleden deskundigen kunnen horen over de
wenselijkheid of onwenselijkheid van het verlengen van het verbod.
---