abcdefgh
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
Datum Bijlage(n)
12 april 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
DGP/MDV/u.07.00797 -
Onderwerp
OV-chipkaart
Geachte voorzitter,
Bij brief van 20 februari 2007 bent u geïnformeerd over de afspraken die minister Peijs
met de vertegenwoordigers van de decentrale overheden heeft gemaakt op
31 januari 2007. Op 29 maart 2007 heb ik de voortgang van de introductie van de
OV-chipkaart besproken met de vertegenwoordigers van de decentrale overheden in het
Nationaal Mobiliteitsberaad. Ik breng u graag op de hoogte van de resultaten daarvan.
Alle partijen spannen zich tot het uiterste in om de OV-chipkaart landelijk
geïmplementeerd te hebben uiterlijk 1 januari 2009. Dit is een ambitieuze planning. Zowel
de decentrale overheden als de OV bedrijven willen een voor de reiziger zo goed mogelijk
kwalitatief en toegankelijk systeem tegen een redelijke prijs tijdig in de markt te zetten.
In het Nationaal Mobiliteitsberaad van 29 maart 2007 hebben de vertegenwoordigers van
de decentrale overheden aangegeven dat de implementatie mede af hangt van de
systeemtest die op dit moment in de regio Rotterdam plaats heeft en de tijdige realisatie
van het landelijke distributienetwerk.
De stads- en streekvervoerders en de NS zijn primair verantwoordelijk voor de systeemtest
en de daadwerkelijke invoering van de OV-chipkaart. Pas na afronding van de systeemtest
kunnen eind april conclusies getrokken worden. Ook de tijdige beschikbaarheid van het
distributienetwerk is op dit moment voor de decentrale overheden onzeker.
De verantwoordelijke partijen hebben mij gemeld dat de systeemtest tot nu toe
voorspoedig verloopt. Onlangs zijn de benodigde transacties gehaald. De eindbalans zal
Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
DGP/MDV/u.07.00797
eind april, bij de beëindiging van de systeemtest, definitief worden opgemaakt. Op dat
moment is er ook meer duidelijkheid over het vervolg en de haalbaarheid van onze
gezamenlijke planning.
Ondanks genoemde onzekerheden blijft er voortgang geboekt worden. De meeste
decentrale overheden hebben hun distributiewensen geïnventariseerd. De vraag is of alles
tijdig geïmplementeerd kan worden. Een aantal zaken, zoals opties voor internet en
distributie apparatuur, is nog in ontwikkeling. Het is een iteratief proces, waarover de
komende maanden meer duidelijkheid zal komen.
In het Nationaal Mobiliteitsberaad van 10 mei 2007 wordt de voortgang van de
implementatie opnieuw geagendeerd. Op dat moment zal ik gezamenlijk met de
vertegenwoordigers van de decentrale overheden de risico's in de planning en de
bijbehorende beheersmaatregelen bespreken.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
mw. J.C. Huizinga-Heringa
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat