ChristenUnie
Bijdrage spoeddebat over topinkomens
woensdag 11 april 2007 15:04
De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. Het is jammer dat de woordspeling van de heer Van der
Vlies dat de minister in de tang zit, in de lucht bleef hangen.
De ChristenUnie accepteert dat er inkomensverschillen zijn. Maar er
zijn grenzen. Voor ons is "loon naar werken" ook een belangrijk
uitgangspunt. Verantwoord ondernemen, tegenwoordig vaak benadrukt als
"maatschappelijk verantwoord ondernemen", houdt in dat je het geheel
van het loonpakhuis in ogenschouw neemt. De reden dat wij vandaag dit
debat voeren, is gelegen in de hoogte van veel topinkomens die de
grens van het maatschappelijk verantwoorde overschrijden. Er moet een
daad gesteld worden. Maar de Kamer vraagt zich vandaag toch een beetje
vertwijfeld af, hoe. Het idee wordt geopperd om een zogenaamde
graaitax in te voeren. Wij snappen dat wordt gezocht naar
mogelijkheden om de praktijk van excessieve beloningen in te dammen.
Toch geloven wij niet dat een dergelijke graaitax het probleem oplost.
Deze zou er toe leiden dat de beloningen nog hoger worden om het
nettobedrag gelijk te houden. Het lijkt de ChristenUnie een minder
goed idee. Wij willen geen graantjespikkende overheid die juist
profiteert van de excessieve beloningen. Op die manier zouden wij er
bijna nog een belang bij krijgen dat ze hoger worden.
Wij zoeken de maatregelen meer in het belang van de verschillende
partijen die bij de organisatie betrokken zijn. Er is een
code-Tabaksblat, die transparantie moet brengen in het
beloningsbeleid. Maar wat levert deze transparantie op? Als ik zeg dat
ik mijn bestuurder een miljoen geef, maar hij hoeft er niets voor te
doen, is dat nog steeds conform de code-Tabaksblat. Daarmee is nog
steeds sprake van een excessieve beloning. Wij vinden daarom
allereerst dat de code-Tabaksblat moet worden aangescherpt zodat een
duidelijke relatie ontstaat tussen prestatie en beloning. Wij zijn
blij met de toezegging van de minister dat er in december aanstaande
een brief over dit onderwerp aan ons zal worden gezonden. Wij hopen
dat in deze brief maatregelen zullen worden genoemd. Wij vragen in dit
verband twee dingen van de minister. Kan hij toezeggen dat de brief de
juiste maatregelen zal bevatten? Kan de brief eerder komen dan in
december? Dan zitten wij immers al weer bijna in het nieuwe
begrotingsjaar van de ondernemingen.
Daarnaast menen wij dat de aandeelhouders er een belang bij zouden
moeten krijgen dat de code-Tabaksblat wordt nageleefd zodat onterechte
beloningen kunnen worden voorkomen. Wanneer aandeelhouders de te hoge
beloningen in hun portemonnee merken, zullen zij er kritischer
tegenover staan. Een manier om deze prikkel bij de aandeelhouders neer
te liggen, vormt bijvoorbeeld het invoeren van een hogere
dividendbelasting wanneer de code-Tabaksblat niet wordt nageleefd en
er geen duidelijke relatie bestaat tussen de prestatie en de beloning.
Wellicht zijn er nog meer mogelijkheden te bedenken. Wij vragen aan de
minister of hij bereid is om te onderzoeken hoe de aandeelhouders meer
dan nu een belang kunnen krijgen bij een evenwichtige beloning. Graag
vernemen wij de reactie van de minister hierop.
De woordvoerder van de CDA-fractie heeft al gerefereerd aan de brief
die de minister heeft gezonden. In het regeerakkoord is afgesproken
dat ondernemingsraden van beursgenoteerde ondernemingen een
adviesrecht krijgen bij de vaststelling van het beloningsbeleid. De
minister rept daarover niet in zijn brief. Wanneer gaat hij deze
maatregel invoeren?
De heer Vendrik (GroenLinks):
De heer Cramer kraakte zojuist de code-Tabaksblat. Hij deed dat
terecht, want daarin is niets geregeld ten aanzien van de hoogte van
topbeloningen. Dan kan de code op dit terrein dus ook niet werken. Dit
is een veelgehoord misverstand. Het is terecht dat de heer Cramer dit
aansnijdt. Hij vraagt het kabinet om een brief met passende
maatregelen. Wat zijn passende maatregelen?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik meen dat passende maatregelen het gat in de code-Tabaksblat
opvullen.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Dat had ik ook nog wel kunnen verzinnen.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Daarom verbaasde de vraag van de heer Vendrik mij ook.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Dit zegt nog helemaal niks. De heer Cramer spreekt over het gat in de
code-Tabaksblat. Ik doe een suggestie. Betekent dit bijvoorbeeld dat
in de code-Tabaksblat een soort beloningsnorm wordt vastgelegd?
Bijvoorbeeld dat de verhouding tussen de werkvloer en de top 1 op 10
mag zijn? Is dat wat de heer Cramer in gedachten heeft?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Laat ik vooropstellen dat ik geen econoom ben. Ik heb dus weinig
verstand van dit soort uitwerkingen. Daarin wil ik heel eerlijk zijn.
Ik meen dat de heer Vendrik hiervan veel meer kaas heeft gegeten. Ik
acht het buitengewoon bemoedigend dat een commissie met zeergeleerde
heren hier naar kijkt. Ik verwacht dat zij oplossingen zullen
aanreiken. De heer Vendrik mag van mij vragen wat ik daarvan vind. Ik
zal dat beoordelen wanneer ik de oplossingen te zien krijg.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voor dit soort dingen hoef je geen econoom te zijn. Dit gaat namelijk
over normen en waarden. Ik dacht dat de partij van de heer Cramer daar
een pre in had. Wat vind je normaal? Wat hoort bij algemeen aanvaarde
maatschappelijke normen? De ChristenUnie heeft het daar op andere
terreinen ook vaak over. Noem eens een norm. Wat is nu eigenlijk een
normale beloning in dit land? Wat mag een topper verdienen? Wanneer
wordt het excessief? Daar gaat het straks toch over in de code
Tabaksblat? Daar heeft de heer Cramer toch opvattingen over?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Dat heb ik volgens mij in mijn eerste alinea al gezegd. De
ChristenUnie geeft aan dat er een direct verband moet zijn tussen loon
en werken, tussen wat een manager presteert en zijn inkomen. Dat is
voor discussie vatbaar. Volgens mij is daarvoor niet een eenduidige
norm voor alle ondernemingen te geven.
Enige spreiding in de oplossingen zal geaccepteerd moeten worden. Door
diverse sprekers is al aangegeven dat wij over een markt spreken,
waarop de overheid slechts een beperkte invloed kan uitoefenen. Als
bijvoorbeeld de directeur van een onderneming een hoge beloning krijgt
als hij doet aan kostenverbetering en personeel ontslaat, ontstaat
voor mij het beeld van de excessieve beloning. Een maatschappelijk
verantwoorde ondernemer kan zich niet inzetten voor het ontslag van
personeel om een hoger salaris te krijgen. Dat zou voorkomen moeten
kunnen worden. Ik weet niet hoe dat moet worden voorkomen, maar daar
zouden de normen en waarden die de ChristenUnie graag hanteert
overschreden worden.
Tweede termijn
De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. Dit spoeddebat moet eigenlijk primair gaan over de normen
en waarden die wij hier hanteren. Moraal is niet wat de een vindt van
de ander, maar wat wij allen, de samenleving, aanvaardbaar vinden.
Daarom ben ik het eens met de morele oproep van de minister van
Financiën. Ik dank hem voor zijn uitgebreide antwoord.
Een vervolg in de vorm van een heel concrete uitwerking krijgt dat op
dit moment nog niet. Wij wachten nu op de commissie-Frijns. Daarna
gaan wij zien welke maatregelen wij kunnen nemen. De discussie is,
zoals de heer Vendrik zegt, al veel vaker gevoerd. Ik koppel er de
vraag aan of wij de brief wat eerder kunnen krijgen dan in december.
Vervolgens worden alle belastingmaatregelen door de staatssecretaris
voor het gemak op één hoop gegooid. Dat vind ik niet terecht. Volgens
mij was het voorstel van de ChristenUnie over de dividendbelasting
toch van een heel andere orde. De staatssecretaris heeft aangegeven
dat hij op dat punt geen initiatief neemt. Dat brengt mij tot de
volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat ondanks de maatregelen van de afgelopen jaren het niet
voldoende gelukt is om excessieve beloningen in de private sector
tegen te gaan;
van mening dat beloningen die niet in verhouding staan tot de
geleverde prestaties tegengegaan moeten worden;
van mening dat aandeelhouders hier een belangrijke rol in kunnen
spelen, maar dat zij momenteel onvoldoende geprikkeld worden deze te
verwezenlijken;
verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze aandeelhouders meer
dan nu belang krijgen bij een evenwichtige beloning van bestuurders,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Cramer. Naar mij blijkt, wordt
zij voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 20 (30111).