Beantwoording vragen lid Van Baalen over de aanslag van Hamas op Israël
06-04-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Van Baalen over de aanslag van Hamas op Israël.
Deze vragen werden ingezonden op 22 maart 2007 met kenmerk 2060710190.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoord van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op
vragen van het lid Van Baalen (VVD) over de aanslag van Hamas op
Israël.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichten over het neerschieten van een
Israëliër? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het neerschieten van een Israëliër door de
Ezzedine al-Qassam Brigades, de gewapende tak van Hamas, een
eenzijdige schending is van het sinds november bestaande
staakt-het-vuren tussen Israël en de Palestijnen?
Antwoord
Sinds november 2006 is een staakt-het-vuren tussen Israël en de
Palestijnen van kracht in de Gazastrook. De beschieting van een
Israëlische electriciteitswerker vanuit de Gazastrook is dan ook een
schending van deze wapenstilstand. Overigens strekt dit
staakt-het-vuren zich niet uit tot de Westelijke Jordaanoever waar het
wederzijdse geweld nog altijd regelmatig oplaait.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de Westerse boycot van de Palestijnse regering
in stand moet blijven zolang deze de terreur niet afzweert, Israël
niet erkent en zich niet vastlegt op eerder gemaakt internationale
afspraken?
Antwoord
Ik verwelkom het aantreden van de Palestijnse regering van nationale
eenheid. Deze regering dient ondermeer een einde te maken aan het
interne Palestijnse geweld. Ik constateer echter ook dat het
regeringsprogramma van de Palestijnse r egering niet voldoet aan de
drie bekende Kwartetvoorwaarden. Zolang daarvan geen sprake is, kan
van volledig herstel van de relaties met de Palestijnse regering geen
sprake zijn. De eenheidsregering en haar individuele ministers zullen
in dit opzicht op hun uitspraken en hun daden worden beoordeeld. De
drie Kwartetvoorwaarden blijven daarbij leidend. De ministers van
Buitenlandse Zaken van de Europese Unie constateerden daarom tijdens
hun informele bijeenkomst in Bremen op 30 en 31 maart jl. dat met
contacten met leden van de regering prudent moet worden omgegaan.
Tegelijkertijd is het noodzakelijk de gematigde krachten binnen de
Palestijnse Autoriteit te steunen. Daarom acht ik het mogelijk
contacten aan te gaan met individuele ministers van de Palestijnse
regering waarvan vaststaat dat zij de drie Kwartet-criteria omarmen.
Hervatting van de directe financiële hulp aan de Palestijnse
Autoriteit is op dit moment niet aan de orde.
Vraag 4
Beschouwt u het gesprek van de Noorse staatssecretaris van
Buitenlandse Zaken met Hamas-leider Haniyeh als een ernstige schending
van de internationale boycot tegen Hamas?
Vraag 5
Bent u bereid hierover bij uw Noorse collega om opheldering te vragen?
Antwoord
Naar aanleiding van het aantreden in maart 2006 van de door Hamas
gevormde Palestijnse regering besloten de leden van het Kwartet de
relaties met deze nieuwe Palestijnse regering te bevriezen totdat
Hamas de drie Kwartetvoorwaarden zou aanvaarden. Zoals hierboven
gesteld, heeft Hamas dat tot op heden niet gedaan. Een ontmoeting met
de Palestijnse premier Haniyeh is dan ook niet in overeenstemming met
dit politieke besluit. Echter, als niet EU-lid is Noorwegen niet
gebonden aan deze politieke afspraak. Ik acht het daarom niet
noodzakelijk de Noorse staatssecretaris om opheldering te vragen.
1) NOS-Journaal, 19 maart 2007
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken