Vereniging Milieudefensie
Persbericht
Meer geld nodig voor armste ontwikkelingslanden
Armen betalen prijs klimaatverandering
Amsterdam, 6 april 2007 - Milieudefensie vindt dat de belangen van
ontwikkelingslanden centraler moeten komen te staan in het internationale
klimaatbeleid. Ook zullen de allerarmsten meer moeten gaan profiteren van
de bestaande klimaatfondsen. Alleen zo kan de groeiende CO2-uitstoot
worden afgeremd en kunnen ontwikkelingslanden zich wapenen tegen de
gevolgen van klimaatverandering. Het vandaag verschenen tweede
IPCC-klimaatrapport laat zien dat ontwikkelingslanden het hardst zullen
worden getroffen door klimaatverandering.
Volgens Milieudefensie moeten Westerse landen veel meer geld beschikbaar
stellen aan ontwikkelingslanden om de gevolgen van klimaatverandering op
te vangen. Donald Pols, campagneleider Klimaat en Energie: 'De armste
landen zitten nu met de gebakken peren, terwijl ze het klimaatprobleem
niet hebben veroorzaakt. Ze mogen niet langer meer worden afscheept met
een fooi.'
Milieudefensie wil dat klimaatfondsen uit het Kyoto-verdrag, met name het
zogeheten Clean Development Mechanism, worden omgevormd zodat ook de
armste landen hiervan kunnen profiteren. Pols: 'Afrika krijgt nu slechts 5
procent van de CDM-fondsen. Als met dit geld ook duurzame energieprojecten
gefinancierd zullen worden, kunnen de armste landen zich op een
klimaatvriendelijke manier ontwikkelen. Het voorkomen van CO2-uitstoot is
veel effectiever dan achteraf de troep opruimen.'
Uit het IPCC-rapport van de Verenigde Naties blijkt dat klimaatverandering
in de armste en meest kwetsbare ontwikkelingslanden zal leiden tot meer
ondervoeding en ziektes en meer slachtoffers door overstromingen, stormen,
droogtes en (bos)branden.
Momenteel zijn er binnen het internationale klimaatbeleid twee fondsen
beschikbaar voor de ontwikkelingslanden. Het Adaptatiefonds financiert
maatregelen om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen, maar is
door politiek geharrewar nog niet operationeel. Het andere fonds, het
Clean Development Mechanism, richt zich op het terugdringen van de
bestaande CO2-uitstoot in ontwikkelingslanden. CDM richt zich nu nog op
het verminderen van de bestaande CO2-uitstoot in ontwikkelingslanden, vaak
afkomstig van vervuilende industrieën. Maar door het ontbreken van
industrie vallen de armste landen hierdoor buiten de boot en komt
driekwart van het geld terecht in Brazilië, China en India.