06.04.2007 / 17:09 / Rubriek: Buitenland / Organisatie: Nationaal bahai centrum
Nationaal bahai centrum
PERSBERICHT
Den Haag, 6 april 2007
In Iran worden Bahai-kinderen mishandeld
Kinderen van bahá'ís in lagere en middelbare scholen in heel Iran worden in toenemende mate lastig gevallen, vernederd en mishandeld. Tussen half januari en februari alleen al werden 150 incidenten gemeld in een tiental steden, waarbij bahá'í-leerlingen beledigd werden, onder druk gezet en zelfs fysiek mishandeld. Deze incidenten wijzen op een schaamteloze escalatie van de voortdurende vervolging van de Iraanse bahá'ís. Het feit dat schoolkinderen als doelwit worden gekozen door hen aan wie hun welzijn is toevertrouwd - de leerkrachten en schooldirecties -- maakt deze laatste trend nog onheilspellender. Bahá'í-kinderen en -jongeren worden nu op hun school gevraagd hun religie kenbaar te maken. Hierna worden ze beledigd, vernederd, bedreigd met uitsluiting en in enkele gevallen zelfs op staande voet van school verwijderd. Ze worden onder druk gezet om zich te bekeren tot de islam, onderworpen aan beledigingen van hun geloof door godsdienstleerkrachten, en ondervraagd over gedeelten uit de officiële handboeken 'Geschiedenis van Iran' waarin hun religieuze achtergrond wordt verdraaid, belasterd en op flagrant onjuiste wijze wordt voorgesteld.
Deze gang van zaken wijst op een georganiseerde anti-bahá'í campagne door de Iraanse overheid. Verontrustend is bovendien dat op hogescholen vooral meisjes het doelwit vormen. Van de 76 gemelde incidenten waren er 68 gericht tegen bahá'í-meisjes.
Deze rapporten van aanvallen op schoolgaande jeugd komen op het moment dat ook steeds meer bahá'í-studenten van de universiteiten worden verwijderd, omwille van hun geloof. Sinds het begin van het academische jaar zijn 94 bahá'í-studenten weggestuurd.