polder De Ronde Hoep
6 april 2007
Vragen van het lid Haverkamp (CDA) aan de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en aan de staatssecretaris van Verkeer en
Waterstaat over de calamiteitenberging in polder De Ronde Hoep.
(Ingezonden 5 maart 2007)
Vraag 1. Kunt u de Kamer informeren op welke titel de Commissaris van
de Koningin van Noord-Holland heeft besloten om de Ronde Hoep aan te
wijzen als pilotgebied voor calamiteitenberging?
In het Nationaal Bestuursakkoord Water is afgesproken dat overheden
zorg dragen voor het voorkomen van wateroverlast door maatregelen te
nemen om overtollig water langer vast te houden. Rol van de provincie
is om de benodigde ruimtebehoefte vast te leggen in het streekplan met
een planologische aanwijzing in gevolge de Wet op de Ruimtelijke
Ordening.
Provinciale Staten van Noord-Holland hebben in 2006 een
calamiteitenberging in de polder de Ronde Hoep als mogelijkheid
opgenomen in het provinciaal Waterplan, inclusief de uitgangspunten
voor besluitvorming. Het pilotkarakter van deze calamiteitenpolder is
daarin gelegen dat Provinciale Staten onderzocht willen zien of het
wenselijk is om in het sterk verstedelijkte zuidelijk deel van
Noord-Holland calamiteitenberging in te richten. Het pilotkarakter
eindigt met het besluit van Provinciale Staten om de polder al dan
niet aan te wijzen. Het besluit is dus nog niet genomen; overigens
heeft de Commissaris van de Koningin in deze besluitvorming geen
eigenstandige bevoegdheid.
Vraag 2. Kunt u uiteenzetten hoe lang deze pilot zal gaan duren?
Afhankelijk van de uitkomsten van consultaties met bewoners,
gebruikers en andere overheden zal naar verwachting in de loop van
2007 een besluit aan Provinciale Staten kunnen worden voorgelegd om
polder De Ronde Hoep al dan niet planologisch te reserveren als
calamiteitenberging. Daarbij wordt ook meegewogen in hoeverre het
voornemen van de provincie Utrecht betreffende de polder
Groot-Mijdrecht Noord (zie vraag 6) een alternatief of aanvulling zou
kunnen vormen voor calamiteitenberging in polder De Ronde Hoep.
Vraag 3. Kunt u uiteenzetten op welke criteria getoetst wordt en bij
welke uitkomsten sprake is van een geslaagde pilot in de Ronde Hoep?
De provincie Noord Holland hanteert de volgende criteria:
* een goede technisch-inhoudelijke onderbouwing van de noodzaak om
de polder al dan niet als calamiteitenberging aan te wijzen,
alsook gedegen inzicht in alternatieven en mogelijkheden tot
beperking van nadelige gevolgen;
* een schaderegeling voor de bewoners en gebruikers van het gebied
die de gevolgschade van inundatie voor 100% dekt alsmede uitkering
van planschade of schade door belemmering van functies;
* een open proces waarbij goed geluisterd is naar betrokkenen en
rekening is gehouden met hun belangen.
Vraag 4. Hoe zal het vervolgtraject er uitzien voor dit gebied en voor
de bewoners daarin?
Indien het tot een aanwijzing komt, liggen de volgende vervolgstappen
in de rede: vaststellen van schaderegelingen, uitwerken van een
procedure in het calamiteitenplan en uitvoeren van
inrichtingsmaatregelen. De bewoners en gebruikers van de polder zullen
bij elk van deze vervolgtrajecten betrokken worden. Verder kunnen zij
gebruikmaken van de formele mogelijkheden van inspraak, bezwaar en
beroep.
Vraag 5. Op welke wijze zijn bewoners van dit gebied gehoord bij de
besluitvorming voor dit pilotgebied?
In 2005 hebben provincie en hoogheemraadschap een calamiteitenberging
in De Ronde Hoep onderzocht op nut en noodzaak, alternatieven,
schadebeperking en schaderegelingen. Deze resultaten zijn in 2006
gepresenteerd aan bewoners en andere gebruikers van het gebied, met
een uitnodiging om deel te nemen in het vervolg. In aanvulling daarop
is schriftelijk informatie uitgewisseld, heeft een gesprek
plaatsgevonden met de gedeputeerde, en is ingesproken tijdens de
vergaderingen van Provinciale Staten. In de komende maanden is een
aanvullende ronde voorzien om te luisteren naar de wensen van bewoners
en gebruikers in het gebied. De uitkomsten van dit geheel aan
consultaties en de wijze waarop is omgegaan met de verschillende
belangen zullen worden gepresenteerd wanneer een besluit aan
Provinciale Staten zal worden voorgelegd.
Vraag 6. Wat is de status van het project in de provincie Utrecht
waarbinnen wordt gewerkt aan een waterberging bij Mijdrecht Noord? Op
welke termijn zal overgegaan worden tot besluitvorming? Kunt u
aangeven welke stappen vanuit het Rijk worden ondernomen om de
planning en de uitvoering van deze projecten op elkaar af te stemmen?
Groot Mijdrecht Noord is een gebiedsontwikkelingsproject in het Groene
Hart dat zich bevindt in de verkenningsfase. In 2006 hebben de
Provinciale Staten van Utrecht besloten dat er duurzame oplossingen
moeten komen voor de waterproblematiek in dat gebied. Diverse
strategieën zijn vervolgens uitgewerkt en beoordeeld. Hieruit komt een
vernattingstrategie inclusief realisatie van een multifunctionele plas
met een gunstige score naar voren. Deze plas kan ook dienen als
calamiteitenberging.
Dit jaar wordt nader overleg met belanghebbenden gevoerd om de
uitkomsten van het onderzoek te bespreken en zonodig aan te vullen. In
2008 volgt een definitieve keuze van een voorkeursstrategie, die
daarna wordt uitgewerkt in een planstudie.
De regionale partijen zijn als eerste aan zet om de ontwikkelingen
rond de Polder Groot Mijdrecht Noord te betrekken bij de voorbereiding
van de besluitvorming over polder De Ronde Hoep (zie vraag 2).
Opgemerkt dient te worden dat het gaat om initiatieven binnen het
beheersgebied van één waterschap.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties