dezelfde persoon tijdens de verkiezingen voor Provinciale Staten.
6 april 2007
Antwoord van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken op de vragen
van het lid Griffith (VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties over het meermalen stemmen van dezelfde persoon
tijdens de verkiezingen voor Provinciale Staten. (Ingezonden 12 maart
2007)
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het artikel 1) genaamd `Verslaggever stemt
vijf keer: controle op fraude ontbreekt'?
Antwoord
Ja.
Vraag 2, 4, 5
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat een en dezelfde persoon vijf keer
heeft gestemd waarvan vier keer in hetzelfde stembureau?
Welke instructies krijgen de medewerkers van de stembureaus voor het
vragen naar een legitimatie? Hoe vaak is er bij de laatste Provinciale
Statenverkiezingen werkelijk naar identiteitsbewijzen van stemmers
gevraagd?
Wat doet de overheid om te voorkomen dat stemmers meermalen een stem
uitbrengen? Vindt u dit voldoende?
Antwoord 2, 4 en 5.
Op grond van artikel J 24, eerste lid, van de Kieswet, mag een kiezer
alleen toegelaten worden tot de stemming indien hij in het bezit is
van een op zijn naam gestelde stempas of oproepingskaart. De
stembureauleden dienen dit te controleren. Op de stempas en
oproepingskaart zijn verschillende gegevens opgenomen om dit mogelijk
te maken, zoals de naam en de geboortedatum en bij de stempas ook het
geslacht van de kiezer. Daarnaast heeft de voorzitter van het
stembureau de bevoegdheid om alvorens de kiezer toe te laten om
legitimatie te vragen (artikel J 24, tweede lid, Kieswet). Deze punten
zijn in de circulaires voor de afgelopen verkiezingen diverse malen
onder de aandacht gebracht van de gemeenten. Daarbij is onder meer
expliciet gesteld dat het wenselijk is kiezers die zich met twee
volmachten melden bij een stembureau, te vragen zich te legitimeren.
De instructie van de stembureauleden zelf is echter een
verantwoordelijkheid van de gemeenten.
In de laatste circulaire aan de gemeenten ter voorbereiding van de
Provinciale Statenverkiezingen heeft de Kiesraad, na overleg met het
ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), een
alinea opgenomen over het tonen van een legitimatiebewijs. Hierin is
gesteld dat de huidige formulering in de Kieswet er niet aan in de weg
staat dat gemeenten hun stembureauleden instrueren om kiezers altijd
om legitimatie te vragen.
Het is niet bekend hoe vaak om legitimatie is gevraagd bij de
Provinciale Statenverkiezingen. Bij de Tweede Kamerverkiezingen is in
het kader van de evaluatie van het experiment met de stempas gevraagd
of stembureauleden om legitimatie hebben gevraagd. Ongeveer 80% heeft
aangegeven dat zij kiezers met twee volmachten, in de meeste gevallen
om legitimatie hebben gevraagd. Vier op de tien stembureauleden heeft
aangegeven ook andere kiezers om legitimatie te hebben gevraagd. De
voornaamste reden hiervoor is twijfel over naam of leeftijd. Daarnaast
hebben sommige stembureauleden steekproefsgewijs gecontroleerd.
Vraag 3
Hoe vaak is het bij de afgelopen Provinciale Statenverkiezingen
voorgekomen dat iemand tevergeefs meermalen heeft geprobeerd te
stemmen?
Antwoord
Het ministerie van BZK heeft geen meldingen ontvangen over kiezers die
tevergeefs meerdere malen wilden stemmen.
Vraag 6, 7
Deelt u de mening dat voortaan iedere stemgerechtigde zich voorafgaand
aan het stemmen moet legitimeren? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke
stappen gaat u hiertoe ondernemen?
Deelt u de mening dat de overheid alles in het werk moet stellen om
dit soort fraude die de kern van de democratie raakt, te voorkomen?
Welke stappen bent u van plan daartoe te ondernemen?
Antwoord 6,7
De overheid, waarbij de gemeenten een bijzondere verantwoordelijkheid
hebben, dient er te allen tijde op toe te zien dat verkiezingen
ordentelijk en integer verlopen.
De commissie Inrichting Verkiezingsproces heeft de opdracht gekregen
om te adviseren over de inrichting van het verkiezingsproces. In dat
kader onderzoekt de commissie, op verzoek van de Tweede Kamer, ook het
gebruik van de stempas en de risico's die daaraan verbonden kunnen
zijn. De commissie zal daarbij betrekken of een verplichte legitimatie
de geconstateerde risico's kan weg nemen. Voor een legitimatieplicht
is overigens een wijziging van de Kieswet noodzakelijk. Ik wacht op
dit punt de voorstellen van de commissie af. De commissie zal voor 1
oktober 2007 haar advies uitbrengen.
Vraag 8
Is er in het geval zoals beschreven in het hierboven genoemde artikel
sprake van een strafbaar feit? Bent u bereid hiernaar onderzoek te
laten verrichten en de Kamer hierover te informeren?
Antwoord
Het Wetboek van Strafrecht en de Kieswet kennen beide bepalingen die
bedrog bij verkiezingen strafbaar stellen. In het onderhavige geval
zou artikel 128 Wetboek van Strafrecht van toepassing kunnen zijn. Dit
artikel stelt dat `hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende,
aan een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing
deelneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar
of geldboete van de derde categorie'. Het Bureau Verkiezingen in
Amsterdam heeft tegen de journalist van de krant Metro aangifte
gedaan. Ook de burgemeester van Heusden heeft in een vergelijkbare
zaak van een 17-jarige jongen die met de stempas van zijn grootvader
heeft gestemd, aangifte gedaan. Het is nog niet bekend of het Openbaar
Ministerie zal overgaan tot vervolging.
1) Metro, 8 maart 2007
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties