ziekenhuizen Voorhang aanwijzing ex WMG
Overschrijding financiële ruimte ziekenhuizen Voorhang aanwijzing ex WMG
Kamerstuk, 5 april 2007
Aan de Voorzitter van de Eerste en Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG
MC-U-2759365
5 april 2007
Bij eerdere brief van 6 oktober 2006 met kenmerk MC/MO-2718285 bent u
geïnformeerd over een voorgenomen kortingsmaatregel ten aanzien van de
algemene en categorale ziekenhuizen en de universitair medische
centra. De reden van de voorgenomen maatregel was dat er een
overschrijding geconstateerd werd ten opzichte van de voor de periode
2005 tot en met 2007 beschikbare financiële ruimte. In de
Rijksbegroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor 2007, Tweede
Kamer 2006-2007, 30 800 XVI, nr. 2 (pag. 63) is opgenomen dat er
sprake is van een overschrijding van het beschikbare macrokader van
EUR 192 miljoen in 2006 die naar verwachting in 2007 zal oplopen tot
EUR 291 miljoen. Om overschrijding van het collectieve uitgavenniveau
te voorkomen had mijn ambtsvoorganger de procedure in gang gezet om te
komen tot een macrokorting bij de ziekenhuizen. Aan deze voorgenomen
kortingsmaatregel is tot op heden echter geen gevolg gegeven.
De reden is dat de NVZ vereniging van ziekenhuizen (en een tiental
individuele ziekenhuizen) een beroepsprocedure had aangespannen tegen
de voorgenomen kortingsmaatregel. De NVZ voerde aan dat haar inziens
in strijd werd gehandeld met het door VWS, NVZ en ZN gezamenlijk
gesloten prestatiecontract doordat de consequenties van de
overschrijding met een macrokortingsmaatregel voor 2007 eenzijdig bij
de ziekenhuizen werd neergelegd.
In 2004 hebben het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
(VWS), de NVZ vereniging van ziekenhuizen (NVZ) en Zorgverzekeraars
Nederland (ZN) een prestatiecontract (het Prestatiecontract) gesloten.
Die afspraken tussen NVZ, ZN en VWS zijn vastgelegd in het document
"Groei door doelmatigheid, prestatiecontract 2004-2007" d.d. 6 juli
2004. Op grond van het Prestatiecontract is het de bedoeling dat,
naast de voor productietoename beschikbare middelen, de door de
ziekenhuizen te behalen doelmatigheidswinst een bijdrage levert aan de
financiering van de stijging van de zorguitgaven.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter, vide zijn uitspraak op
20 november 2006 LJN: AZ2644, KG06/1179, kan de overschrijding van de
zorguitgaven voor 2007 niet volledig worden afgewenteld op de
ziekenhuizen. Partijen bij het prestatiecontract zullen moeten
dooronderhandelen teneinde een oplossing voor de overschrijding 2007
te vinden aldus de rechter. Daarbij lag het volgens de
voorzieningenrechter voor de hand dat gestreefd werd naar een
evenwichtige verdeling van de pijn waarbij rekening gehouden werd met
de oplossingen van budgetoverschrijdingen in de al verstreken jaren
dat het prestatiecontract tussen partijen van kracht was.
Partijen, VWS, NVZ en ZN, hebben naar aanleiding van voornoemde
uitspraak een gezamenlijke oplossing gevonden voor de problematiek van
de overschrijding van EUR 291 miljoen vanaf 2007. Kern van de
overeenkomst is dat de ziekenhuizen voor de helft bijdragen aan de
oplossing van de problematiek doordat zij een structurele korting
opgelegd krijgen van EUR 145,5 miljoen vanaf 1 januari 2007. De tussen
VWS, NVZ en ZN gemaakte afspraken zijn schriftelijk vastgelegd (zie
bijlage).
Met de NFU was geen Prestatiecontract, maar een separaat
Bezuinigingsconvenant gesloten. Op verzoek van de Nederlandse
Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) zijn binnen de kaders
van dit convenant nog andere maatregelen dan een budgetkorting
verkend. Dit heeft echter niet geleid tot een door VWS, NFU en ZN
gedragen alternatief.
Met deze korting zijn de overschrijdingen uit de jaren 2005, 2006 en
2007 (resp. EUR 234 miljoen, EUR 192 miljoen, EUR 291 miljoen) en de
structurele doorwerking van EUR 291 miljoen geredresseerd. Over
overschrijdingen boven deze bedragen in de genoemde periode én de
mogelijke structurele doorwerking daarvan, worden in een later stadium
afspraken gemaakt.
Aanwijzing ex WMG
Om uitvoering te geven aan de gemaakte afspraken ben ik voornemens op
de voet van artikel 7, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet
marktordening gezondheidszorg (WMG) een aanwijzing te geven aan de
Nederlandse Zorgautoriteit hierna te noemen NZa.
Ik informeer u hierbij, op grond van artikel 8 van de WMG, over de
zakelijke inhoud van mijn voornemen tot het geven van deze aanwijzing.
Overeenkomstig genoemd artikel zal tot het geven van de aanwijzing
niet eerder worden overgegaan dan nadat dertig dagen verstreken zijn
na verzending van deze brief.
Zakelijke inhoud aanwijzing
a) Verdeling van het macrokortingsbedrag tussen de sectoren
Per 1 januari 2007 worden ziekenhuizen een structurele korting
opgelegd van EUR 145,5 miljoen
Voor de verdeling van het bedrag van EUR 145,5 miljoen vanaf 1 januari
2007 over de sector algemene en categorale ziekenhuizen
respectievelijk de sector universitair medische centra (UMC's) wordt
zoveel mogelijk aangesloten bij de verdelingsgrondslag die is gebruikt
ten behoeve van de verdeling van de oorspronkelijke macrokorting uit
hoofde van het prestatiecontract ziekenhuizen respectievelijk
convenant UMC's, eerder opgelegd met mijn aanwijzing aan het College
tarieven gezondheidszorg van 12 april 2005, kenmerk MC/MO 2576245.
Over deze korting bent u geïnformeerd bij schrijven van 18 februari
2005 (kenmerk MC/MO-2560923. Wel zal in aanvulling daarop de NZa
worden verzocht te bezien of een beperkte technische wijziging kan
worden doorgevoerd ten aanzien van de gelijkschakeling tussen algemene
ziekenhuizen en UMC's in de behandeling van de psychiatrische
afdelingen in algemene ziekenhuizen (PAAZ'en) en psychiatrische
universiteitsklinieken (PUK'en) in de verdelingsgrondslag.
b) Toedeling van het kortingsbedrag per sector naar het niveau van de
individuele instelling
De toedeling van het kortingsbedrag per sector naar het niveau van de
individuele instelling dient als volgt te geschieden.
Voor de verdeling van het kortingbedrag over de individuele
instellingen binnen de sector algemene en categorale ziekenhuizen
respectievelijk binnen de sector universitair medische centra (UMC's)
en de wijze waarop dit in de budgetten wordt verwerkt, wordt nader
overleg gevoerd tussen partijen. Daarbij zal zoveel als mogelijk
worden aangesloten bij de uitgangspunten en uitvoering die zijn
gebruikt ten behoeve van de verdeling van het oorspronkelijke
kortingsbedrag per sector uit hoofde van het prestatiecontract
ziekenhuizen respectievelijk convenant UMC's, te weten:
- Bij de algemene en categorale ziekenhuizen wordt voor de toedeling
van de kortingsbedragen naar de individuele instellingen één en
dezelfde verdeelsleutel gehanteerd, te weten het aandeel van de
individuele instelling in het macrobudget op een door de NZa nader
vast te stellen peildatum, geschoond voor kapitaallasten en loonkosten
medisch specialisten/agio's. Het kortingsbedrag per individuele
instelling wordt verhoogd of verlaagd op basis van een indicator die
als maatstaf voor doelmatigheid is vastgesteld. Daartoe worden
dezelfde differentiatie-indicatoren als de afgelopen twee jaren
gehanteerd, zij het met geactualiseerde waarden.
- Bij de universitair medische centra geschiedt de toedeling van de
kortingsbedragen naar de individuele instellingen door ieder
universitair medisch centrum naar evenredigheid een korting op te
leggen op de zorgbudgetten. Voor de toedeling van de korting wordt als
grondslag genomen de betreffende budgetstanden op een door de NZa
nader vast te stellen peildatum.
c) Indexering
De kortingsbedragen worden verwerkt als nominale bedragen en zijn
onderhevig aan nominale aanpassingen (indexering). De eerste nominale
aanpassing vindt plaats over het jaar 2007.
Een afschrift van deze brief stuur ik aan NZa, NVZ, NFU en ZN.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Verwijzingen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport