Brandveiligheid in zorginstellingen
Kamerstuk, 6 april 2007
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ/KZ-2752366
6 april 2007
De noodzaak van meer aandacht voor de brandveiligheid is aan de orde
gesteld bij het debat van de minister van Justitie in de Tweede Kamer
over het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid over de
Schipholbrand. In dit debat is vastgesteld dat de discussie zich niet
alleen moet beperken tot "cellen" maar dat de acties voor een betere
brandveiligheid ook aan de orde moeten komen op diverse andere
overheidsbeleidsterreinen waaronder de VWS sectoren; ziekenhuizen,
gehandicaptenvoorzieningen, verpleeg- en verzorgingshuizen,
jeugdzorginstellingen, schippersinternaten en de instellingen voor de
geestelijke gezondheidszorg.
In verband met de uitkomsten van dit debat heeft mijn voorganger aan
het bestuur van het College bouw zorginstellingen (CBZ) om een
risico-inventarisatie in de zorgsectoren gevraagd. In dit verzoek zijn
ook de jeugdzorginstellingen en de internaten voor schippers- en
kermisjeugd betrokken.
Heden heeft het CBZ een eerste verkennende risico-rapportage
uitgebracht. Een afschrift van deze risico- inventarisatie treft u
bijgaand aan. In deze rapportage brengt het CBZ een fasering aan. In
de voorliggende rapportage richt het CBZ zich alleen op de zorgsector
(ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen en de instellingen voor
geestelijke gezondheidszorg en verstandelijk gehandicapten). Daar het
CBZ nog niet beschikt over relevante gegevens over de
jeugdzorginstellingen en de internaten voor schippers- en kermisjeugd
zijn deze sectoren niet in deze rapportage opgenomen. Inmiddels is het
CBZ gestart met het monitoringsonderzoek naar de gebouwkwaliteit in de
jeugdzorg, waarbij specifiek aandacht aan de brandveiligheid van deze
voorzieningen zal worden besteed. Zoals het er nu uitziet kan het CBZ
een eerste verkennende rapportage voor deze sectoren voor
1 juli 2007 uitbrengen.
Voordat ik op de risico-inventarisatie in ga, wil ik benadrukken dat
de formele verantwoordelijkheden voor de brandveiligheid helder
vastliggen. Deze verantwoordelijkheid ligt bij de zorginstelling zelf.
In het kader van het Actieprogramma Brandveiligheid heb ik de
voorzitters van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur van de
hiervoor genoemde (zorg)instellingen een circulaire gezonden om hun te
wijzen op de verantwoordelijkheden voor brandveiligheid en het naleven
van brandveiligheidsregels in de instelling. Een afschrift van deze
circulaire treft u als bijlage aan. In deze circulaire heeft mijn
ambtsvoorganger de bestuurders er ook op gewezen dat er bij nieuwbouw
of renovatie geen financiële beletselen aanwezig zijn om de
voorgeschreven bouwkundige, installatietechnische of gebruiktechnische
maatregelen te nemen. De "Prestatie-eisen" van het CBZ bieden
voldoende mogelijkheden om invulling te geven aan de voorgeschreven
brandveiligheidseisen.
Met betrekking tot de risico-inventarisatie van het CBZ constateer ik
dat de voorliggende rapportage een verkennend karakter heeft. Het CBZ
geeft aan dat de resultaten van deze inventarisatie in beperkte mate
representatief zijn. Uit de inventarisatie komt een divers beeld naar
voren. Er zijn instellingen die serieus werk maken van het aspect
brandveiligheid, waarbij de " awareness" hoog is en die voldoen aan de
huidige brandveiligheidseisen. Maar er zijn ook instellingen waarbij
dit nog niet het geval is.
Ik wil hierbij benadrukken dat ik een brandveilige omgeving erg
belangrijk vind. Ik zal mij beraden over de te nemen vervolgstappen,
daarbij wel nadrukkelijk de verantwoordelijkheid van alle partijen in
het oog houdend. Over de vervolgstappen zal ik u zo spoedig mogelijk
nader informeren.
Ik meen er goed aan te doen u, mede namens de minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, een afschrift van deze circulaire
en een afschrift van de risico-inventarisatie van het CBZ te zenden.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Verwijzingen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport