Waardering voor het successierecht van de gezamenlijk bewoonde woning
na overlijden van een echtgenoot
's-Gravenhage, 6 april 2007 - Samenvatting van de uitspraak van de
Hoge Raad van 6 april 2007. Bij verschil tussen deze samenvatting en
de volledige uitspraak is laatstgenoemde bindend.
Het geschil in deze zaak betreft de waardering van de eigen woning
voor de Successiewet 1956, in geval die woning werd bewoond door een
echtpaar waarvan de een overlijdt en de ander de bewoning voortzet. De
Inspecteur der belastingen gaat uit van de waarde in vrij opleverbare
staat, belanghebbende bepleit dat moet worden uitgegaan van de
(doorgaans lagere) waarde in bewoonde staat.
Het hof 's-Hertogenbosch besliste op 10.9.2004 dat moet worden
uitgegaan van de waarde van de woning in bewoonde staat (zie
rechtspraak.nl., LJN AR4542).
Het cassatieberoep bij de Hoge Raad
De Staat (de staatssecretaris van Financiën) heeft beroep in cassatie
ingesteld tegen de uitspraak van het hof.
Advocaat-generaal mr. R.E.C.M. Niessen heeft in zijn conclusie van 21
maart 2006 de Hoge Raad geadviseerd het cassatieberoep gegrond te
verklaren (zie rechtspraak.nl, LJN AX0771).
De uitspraak van de Hoge Raad
Tot 2002 was in de Successiewet 1956 een bepaling opgenomen die
toestond om de eigen woning te waarderen op 60% van de waarde in vrij
opleverbare staat, indien de overledene die woning tot aan zijn
overlijden bewoonde met zijn echtgenoot of ander naast familieilid.
Die bepaling is vervallen krachtens de wet van 14 december 2001,
Staatsblad 643. Als gevolg daarvan is weer de hoofdregel van de
successiewet van toepassing geworden, die inhoudt dat gewaardeerd moet
worden naar de waarde in het economisch verkeer.
De Hoge Raad oordeelt dat die hoofdregel meebrengt dat de eigen woning
moet worden gewaardeerd op de waarde in vrij opleverbare staat, ook al
wordt de bewoning voortgezet door de langstlevende echtgenoot. De Hoge
Raad beroept zich in zijn oordeel mede op de parlementaire
geschiedenis van de wetswijziging van 14 december 2001.
Gevolgen van de uitspraak
De uitspraak van het hof is vernietigd en de door de Inspecteur
oorspronkelijk opgelegde aanslag (op basis van de waarde in vrij
opleverbare staat) blijft in stand.
De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan in nog drie zaken over hetzelfde
geschil over de waardering van de eigen woning voor de
successierechten (zaaknummers 41400, 42451 en 42630).
Deze uitspraken worden niet gepubliceerd.
LJ Nummer
AX0771
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 6 april 2007 Naar boven
Gerechtelijke organisatie