abcdefgh
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
5 april 2007 1
Ons kenmerk Uw kenmerk
DGTL/PMR/07/005625/d34886 -
Onderwerp
Project Mainportontwikkeling Rotterdam: Voortgangsrapportage 1
Geachte voorzitter,
In oktober 2006 heeft uw Kamer ingestemd met de herstelde Planologische
Kernbeslissing (PKB) van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR). Ook
bent u akkoord gegaan met de afspraken over de uitvoering van PMR (zoals
vastgelegd in het Bestuursakkoord van 2004 en in de Uitwerkingsovereenkomsten van
2005). In november heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met de herstelde PKB, die
vervolgens eind december 2006 van kracht is geworden. Daarmee is PMR overgegaan
naar de uitvoeringsfase. Conform de Regeling grote projecten wordt met ingang van
deze fase halfjaarlijks gerapporteerd over de voortgang van die uitvoering. Thans bied
ik u de eerste Voortgangsrapportage (VGR) PMR aan.
Voorliggende VGR biedt een totaaloverzicht van de ontwikkelingen in het najaar van
2006. Specifieke aandacht is er voor de beheersing van de rijksrisico's. De eerste VGR
heeft een enigszins afwijkend karakter ten opzichte van de VGR's zoals u die in de
komende jaren zult ontvangen. Zij beslaat niet een volledig half jaar maar betreft de
maanden september t/m december 2006. Dat heeft te maken met de peildatum van
de Basisrapportage PMR die u in september 2006 heeft ontvangen. Tijdens deze
verslagperiode heeft het accent gelegen op de besluitvorming aan rijkszijde. In deze
VGR wordt vooral ingegaan op de rijksactiviteiten en wordt een aantal relevante zaken
waarover al eerder is gerapporteerd nog even kort weergegeven. In volgende
voortgangsrapportages zal het beeld anders zijn omdat dan veel meer over de
decentrale procedures (met name de gemeentelijke bestemmingsplanprocedures) zal
worden gerapporteerd. Daarmee zal in de rapportages het accent meer liggen bij de
afzonderlijke deelprojecten.
Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
DGTL/PMR/07/005625/d34886
Met de departementale auditdiensten is afgesproken dat het jaarlijkse rapport van die
diensten bij de VGR met peildatum 30 juni wordt gevoegd, met als eerstvolgend
rapport dat van 30 juni 2007.
De rapportages over de deelprojecten worden opgesteld onder verantwoordelijkheid
van de PMR partners: Havenbedrijf Rotterdam, Provincie Zuid-Holland en Gemeente
Rotterdam. Zij realiseren de deelprojecten binnen de afgesproken planologische en
budgettaire kaders zoals in de Uitwerkingsovereenkomsten afgesproken. De
rapportages worden aangeleverd via en beoordeeld door de meest betrokken
departementen. VenW voor landaanwinning en natuurcompensatie, VROM voor
Bestaand Rotterdams Gebied en LNV voor 750ha natuur- en recreatiegebied.
Uit de Voortgangsrapportage blijkt dat het project volgens planning verloopt. De in
2006 aangekondigde vervolgprocedures en voorbereidingshandelingen zijn
daadwerkelijk ter hand genomen. Desalniettemin blijft de planning uiterst ambitieus.
Een aantal kwesties moet in de vervolgprocedures worden beslecht, waarbij een aantal
belangrijke onzekerheden een rol speelt. De verschillende procedures zijn complex,
hangen met elkaar samen en staan open voor bezwaar en beroep. De belangrijkste
risico's in de huidige fase van het project zijn dan ook risico's met betrekking tot de
planning. Actieve coördinatie van alle vervolgbesluiten op de PKB blijft derhalve
noodzakelijk.
Sinds de peildatum 31 december 2006 is samen met PMR partners een aantal
versnellingsopties in beeld gebracht die ik, aanvullend op de Voortgangsrapportage, in
deze brief nader toelicht. Ook stel ik u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op
het gebied van luchtkwaliteit. Ten slotte bericht ik u over de stappen die in de
afgelopen drie maanden zijn gezet in de procedures voor de natuurcompensatie,
waarvoor het Rijk de directe uitvoeringsverantwoordelijkheid heeft.
Planning deelproject landaanwinning
Belangrijke data in het deelproject landaanwinning zijn de beoogde start van de
aanleg in 2008 en de eerste ingebruikname van Maasvlakte 2 in 2013. Voordat met de
aanleg kan worden gestart, moet een aantal procedures zijn doorlopen. Het gaat
onder meer om het bestemmingsplan Maasvlakte 2 van de gemeente Rotterdam dat
het toekomstig gebruik als haven- en industriegebied vastlegt. Als dat gebruik in
voldoende mate vaststaat, kan ook de concessie voor de landaanwinning door het
ministerie van Verkeer en Waterstaat worden afgegeven.
Volgens de huidige inzichten ligt de planning voor het bestemmingsplan Maasvlakte 2
op het kritieke pad. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld, zijn de PMR partners
gezamenlijk op zoek gegaan naar mogelijkheden om de procedures te versnellen. De
meest voor de hand liggende mogelijkheden betreffen een versnelling binnen de
bestemmingsplanprocedure zelf. De gemeente Rotterdam spant zich tot het uiterste in
om de doorloop van de gemeentelijke behandeling van het bestemmingsplan tot een
jaar te beperken. De provincie Zuid-Holland heeft aangegeven dat zij voor de
goedkeuring van het bestemmingsplan niet de volledige termijn van zes maanden
---
DGTL/PMR/07/005625/d34886
nodig heeft, maar dat een termijn van vier maanden realiseerbaar is, afhankelijk van
de aard en omvang van ingekomen zienswijzen.
Op verzoek van gemeente en Havenbedrijf heb ik de mogelijkheden onderzocht de
concessie eerder af te geven dan het moment waarop het bestemmingsplan door
Gedeputeerde Staten wordt goedgekeurd. Uitgangspunt is dat er voldoende zekerheid
moet zijn gecreëerd over het toekomstige gebruik van de landaanwinning. Na
raadpleging van de Landsadvocaat ben ik tot de conclusie gekomen dat die zekerheid
in voldoende mate aanwezig is als de gemeenteraad van Rotterdam het
bestemmingsplan Maasvlakte 2 heeft vastgesteld. Mits op dat moment ook het
vrijstellingbesluit ex artikel 19 Wro (Kuststrook Maasvlakte 1) ten behoeve van de
aanlegfase door de gemeente is genomen. Op dat moment kan ik in beginsel tot
concessieverlening overgaan en kan het Havenbedrijf Rotterdam vervolgens een start
maken met de landaanwinning. Hiermee zou een versnelling van een half jaar kunnen
worden bereikt. De procedureplanning ziet er op hoofdlijnen als volgt uit:
- Behandeling voorontwerp, inclusief inspraak (periode maart - juli 2007)
- Behandeling ontwerp, inclusief inspraak (periode september - december 2007)
- Vaststelling bestemmingsplan en afronding artikel 19 procedure (begin 2008)
- Concessieverlening (voorjaar 2008)
- Goedkeuring bestemmingsplan door Gedeputeerde Staten (medio 2008)
Bij toepassing van bovenstaande versnellingen behoudt iedere belanghebbende
mogelijkheden om eigen zienswijzen onder de aandacht van het bevoegd gezag te
brengen. Toepassing voorziet ook in de mogelijkheid van instellen van beroep bij de
rechter tegen de verschillende besluiten. Derhalve blijft de rechtsbescherming voor
belanghebbenden gewaarborgd.
Op 23 februari 2007 heeft het Havenbedrijf Rotterdam als initiatiefnemer voor de
Maasvlakte 2 een tweetal milieueffectrapportages ingediend: de MER Bestemming ter
acceptatie bij het gemeentebestuur van Rotterdam en de MER Aanleg ter acceptatie
bij Verkeer & Waterstaat. Op 7 maart 2007 heeft het College van B&W besloten de
MER Bestemming en het voorontwerp bestemmingsplan Maasvlakte 2 in procedure te
brengen. De raadscommissie heeft zich hierover in maart gebogen. Op 5 april 2007
bespreekt de gemeenteraad de MER en het voorontwerp.
Luchtkwaliteit
De hiervoor genoemde milieueffectrapportages bieden een gedetailleerd inzicht in
onder meer de luchtkwaliteit in de Rijnmond voor diverse ijkjaren, met en zonder
uitvoering van PMR. Tevens is een maatregelenpakket ter verbetering van de
luchtkwaliteit op effecten doorgerekend.
Uit de cijfers blijkt dat met de uitvoering van het maatregelenpakket de
landaanwinning en het daarvoor op te stellen bestemmingsplan binnen de regels van
het Besluit luchtkwaliteit 2005 tot stand kunnen worden gebracht. De maatregelen
worden in het bestemmingsplan beschreven. Belanghebbenden kunnen bij de
totstandkoming van het bestemmingsplan ook voor dit onderdeel van het plan gebruik
---
DGTL/PMR/07/005625/d34886
maken van de normale mogelijkheden van inspraak en beroep. De uitvoering van de
maatregelen op de achterlandverbindingen kan echter niet in het bestemmingsplan
zelf zeker worden gesteld. Het gaat namelijk om maatregelen die vooral buiten het
gebied van het bestemmingsplan vallen en die bovendien niet louter `ruimtelijk' van
aard zijn. Om de uitvoering van die maatregelen zeker te stellen wordt een
overeenkomst voorbereid tussen de gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam en
de Staat. Deze Overeenkomst Luchtkwaliteit zal de maatregelen borgen. Over de
dekking van de kosten en eventuele risico's op dit terrein worden afspraken gemaakt
in het kader van de op te stellen Overeenkomst. Afgesproken is dat de Overeenkomst
zal worden ondertekend bij het in procedure brengen van het ontwerp
bestemmingsplan, vanaf september 2007. Daarbij zullen ook de nieuwe GCN waarden
(Generieke Concentraties voor Nederland) voor fijnstof en NOx (bron: Natuur en
Milieu Planbureau) worden meegenomen. De algemene verwachting is dat deze cijfers
een verdere daling van de luchtverontreiniging in de toekomst te zien zullen geven.
Het pakket bestaat thans uit maatregelen voor de binnenvaart (versnelde invoering
van schone motoren en snelheidsbeperking), voor het wegverkeer (dynamische
snelheidsregulering op delen van de A15/A4) en de plaatsing van schermen langs
delen van de A15/A4. Deze laatste maatregel is effectgericht, waar de inzet is om
vooral brongerichte maatregelen tot stand te brengen. In het kader van de af te
sluiten Overeenkomst Luchtkwaliteit spreken partijen daarom af te zoeken naar
vervangende, brongerichte maatregelen met een gelijke of grotere kosteneffectiviteit.
Aanvullend op het maatregelenpakket bij het bestemmingsplan, is het Havenbedrijf
doende om zijn ambitie van een duurzame Rotterdamse haven uit te werken, onder
andere in een programmatische aanpak gericht op het verdergaand verbeteren van de
luchtkwaliteit in het hele haven- en industriegebied. Naar verwachting zal over de
inhoud van deze aanpak meer duidelijkheid komen rond het moment dat de gemeente
Rotterdam het ontwerp bestemmingsplan in procedure brengt (vanaf september
2007).
Ongefaseerde aanleg buitencontour
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld is ongefaseerde aanleg van de buitencontour
mogelijk gemaakt in de PKB, mits daarbij aan de eisen van de Natuurbeschermingswet
wordt voldaan. Zo moeten de nadelige effecten op de natuur minder of gelijk zijn dan
bij gefaseerde aanleg.
In de MER-aanleg wordt door HbR aangegeven dat de risicobeheersing die met
gefaseerde aanleg beoogd werd, nu niet meer noodzakelijk is.
De onzekerheden op het gebied van natuureffecten en marktvraag zijn sinds het begin
van de PKB procedure in 1998 aanzienlijk kleiner geworden. Door optimalisering van
het ontwerp zijn er minder effecten voor de kust- en zeenatuur. De effecten zijn
---
DGTL/PMR/07/005625/d34886
bovendien uitgebreider en gedetailleerder onderzocht in de milieueffectrapportages en
de passende beoordelingen. De benodigde omvang van de natuurcompensatie is
eveneens geringer.
Volgens het HbR is er inmiddels een ruime vraag is naar terreinen voor deep sea
gebonden bedrijvigheid in Rotterdam, waardoor er geen aanleiding is meer rekening
te houden met een eindsituatie waarin de Maasvlakte 2 kleiner zou blijven dan het
maximum voor uitgeefbare terreinen dat de PKB heeft vastgelegd.
Bij definitieve vaststelling van de Natuurbeschermingswetvergunning (Nbw-
vergunning) door LNV wordt definitief uitsluitsel gegeven of de buitencontour
ongefaseerd mag worden aangelegd.
Bovenstaande gaat expliciet om de aanleg van de buitencontour, oftewel de
zeewering. De fasering van de zandpannenkoek blijft gehandhaafd en is afhankelijk
van de marktontwikkeling.
Natuurcompensatie
In de eerste maanden van 2007 is op het gebied van de natuurcompensatie, volgens
de planning, een aantal belangrijke stappen gezet:
- Het Aanwijzingsbesluit Voordelta heeft van 9 januari tot 19 februari 2007 ter
inzage gelegen.
- De procedure van het Ontwerp Beheerplan Voordelta is gestart met de ter inzage
legging op 1 maart 2007. Tijdens de inspraakperiode worden bijeenkomsten
georganiseerd in Zierikzee, Ouddorp, Serooskerke Walcheren en Oostvoorne.
- De Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap Delfland heeft ingestemd
met het plan voor versterking van de Delflandse kust in het kader van zwakke
schakels. De duincompensatie is hieraan gekoppeld. De benodigde vergunningen
worden op dit moment aangevraagd.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat