Adviescommissie Water adviseert over voortgang waterbeleid


DEN HAAG, 20070403 -- De Adviescommissie Water (AcW) vindt dat het Ministerie van Verkeer en Waterstaat met de Decembernota 2006 een belangrijke stap voorwaarts heeft gezet om het complexe proces van de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en het kabinetsstandpunt Waterbeleid 21ste eeuw (WB21) verder vorm te geven. In haar recente advies aan de Staatssecretaris van V&W heeft de AcW een aantal aanbevelingen geformuleerd om het proces van de Decembernota verder te versterken en om bij te dragen aan een succesvolle afronding van dit proces.

De Decembernota geeft een eerste totaalbeeld van de wateropgave die voortvloeit uit de KRW en WB21 en de daarmee samenhangende kosten, baten en maatregelen. De AcW stelt in haar advies aan de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat vast dat een goede structuur van overleg- en samenwerkingsvormen is opgebouwd en dat alle partijen die voor de uitvoering van de wateropgave noodzakelijk zijn betrokken worden. Tegelijkertijd heeft de commissie enige zorg dat door de sterk procesmatige aanpak relevante beslissingen op minder inzichtelijk wijze gemaakt worden of in de tijd naar achteren geschoven worden.

De commissie pleit voor een versterking van de regie bij de uitvoering van het proces rondom de Decembernota. Er is op landelijk niveau behoefte aan één herkenbare nationale regisseur en het ligt voor de hand dat het Ministerie van Verkeer en Waterstaat deze rol op zich neemt. V&W kan de samenhang met processen en instrumenten binnen het waterbeleid en met aanpalende sectoren verder stroomlijnen door een rijksbrede, gemeenschappelijke, inhoudelijke agenda op te stellen, als voorloper van het Nationaal Waterplan in 2009. In de agenda kan ook een koppeling met aanpalende beleidsterreinen zoals klimaatverandering, veiligheid en de financiële lastendruk gemaakt worden. Naast de ministeries van VROM en LNV, moeten ook de ministeries van EZ, FIN en BZK op voldoende hoog niveau bij het proces betrokken worden.

Daarnaast stelt de commissie voor om de betrokkenheid van gemeente- en provinciebestuurders te vergroten door afspraken vast te leggen in regionale bestuurlijke convenanten per (deel)stroomgebied.

De commissie onderschrijft het streven naar kostenbesparing en beperking van de lastendruk. Zij vraagt zich echter af of het in de nota genoemde voordeel van 1,9 miljard door synergie en innovatie met de huidige aanpak ook echt gerealiseerd kan worden. Om dit voordeel daadwerkelijk tot stand te kunnen brengen is een meer doelgerichte aanpak in samenwerking met alle bestuurlijke partners noodzakelijk. Zij geef daarbij in overweging dit proces te ondersteunen via een substantiële financiële impuls (`aanjaagsubsidie') voor de regionale wateropgave.

Tot slot merkt de commissie op dat de verdiepingsslag die met de Decembernota wordt gemaakt er toe lijkt te leiden dat de samenhang met de andere delen van het integrale waterbeleid (veiligheid, kust) minder aandacht krijgt. Mede als gevolg hiervan ontbreekt ook een integraal beeld van kosten, financiering en lastendruk voor het gehele waterbeleid. De commissie heeft er in haar eerdere advies "Veiligheid tegen Overstromen" reeds voor gepleit om te komen tot een gestructureerde planning voor het gehele waterbeleid en om de daarbij behorende financiële reserveringen te maken.





Adviescommissie Water