Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Uw brief 2 februari 2007 Doorkiesnummer Ons kenmerk W&B/B&K/07/4949 Datum 3 april 2007 Onderwerp Kamervragen van het lid Karabulut

Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Financiën, de antwoorden op de Kamervragen van het lid Karabulut (SP) over de verdubbeling van het aantal gezinnen met problematische schulden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(ing. A. Aboutaleb)

Ons kenmerk W&B/B&K/07/4949

2060706910

Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de verdubbeling van het aantal gezinnen met problematische schulden. (Ingezonden 1 februari 2007)

Vraag 1
Wat is uw mening over het bericht dat het aantal gezinnen met problematische schulden dat aanklopt bij de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) is gestegen tot 46.000 en het gemiddeld schuldbedrag met 40 procent is toegenomen tot 22.000 euro?1

Antwoord 1.
Ik heb kennis genomen van het bericht van de NVVK. De toename van het aantal aanvragen om schuldhulpverlening vraagt om blijvende aandacht voor deze problematiek. In de afgelopen jaren heeft het vorige kabinet in samenwerking met de betrokken organisaties in het veld, tal van acties in gang gezet met het doel de schuldenproblematiek aan te pakken. Hiervoor wordt verwezen naar mijn brief aan u van 26 maart jl. (W&B/B&K/07/89758) inzake armoede en schulden.

Vraag 2
Deelt u de mening van de directeur van de NVVK dat dit aantal slechts het topje van de ijsberg is? Zo ja, kunt u aangeven om hoeveel gezinnen met problematische schulden het in totaal gaat? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2
Op basis van ter beschikking staande informatie valt niet te zeggen hoeveel gezinnen te maken hebben met problematische schulden. Op verzoek van de Tweede Kamer is in 2005 een nulmeting gestart naar het aantal huishoudens met (risico op) problematische schulden. Het onderzoek is uitgevoerd onder begeleiding van een klankbordgroep2. De resultaten daarvan zijn bij brief van 26 maart 2007 aan de Tweede Kamer gezonden. Bij de analyse van de verzamelde gegevens bleek geen manier voorhanden te zijn om, op basis van de met de klankbordgroep afgestemde definitie, op betrouwbare wijze het aantal huishoudens met een (risico) op problematische schulden vast te stellen. Wel verschaft het onderzoek inzicht in het aantal huishoudens met betalingsachterstanden, dat volgens het stroomschema van de NVVK risicovolle karakteristieken heeft. Volgens dat onderzoek bevinden zich in Nederland minimaal 101.000 en maximaal 158.000 huishoudens met betalingsachterstanden. In de eerder


1 NOS Journaal, 29 januari 2007

2 De leden van de klankbordgroep zijn: SZW, Raad voor Rechtsbijstand 's-Hertogenbosch, de NVVK, het NIBUD, Divosa, VNG, MO-groep en Justitie.

---

Ons kenmerk W&B/B&K/07/4949

genoemde brief is al aangekondigd om met betrokken partijen, op korte termijn, na te gaan hoe een onderzoek naar het aantal huishoudens met problematische schulden kan worden uitgevoerd.

Vraag 3
Welke maatregelen gaat u treffen om deze schuldenproblematiek een halt toe te roepen?

Antwoord 3
Ik vind het van groot belang de schuldenproblematiek te reduceren. Zo zullen in overeenstemming met het Coalitieakkoord de mogelijkheden voor gemeenten voor schuldhulpverlening worden verruimd. De uitwerking van de aanpak van de problematiek zal in de noodzakelijke samenhang plaatsvinden in het beleidsprogramma van het kabinet.

Vraag 4
Deelt u de mening dat de oorzaken voor de groeiende schuldenproblematiek gelegen zijn in de achteruitgang van het besteedbaar inkomen van grote groepen mensen, van de verleiding die uitgaat van leenreclames, alsmede van de toenemende prikkels tot consumptie? Zo ja, kunt u uw antwoord toelichten? Zo neen, welke oorzaken liggen ten grondslag aan de toenemende schulden?

Antwoord 4
Uit onderzoek van IVA Tilburg (1998)3 blijkt dat er als oorzaak van problematische schulden vaak sprake is van een combinatie van factoren die onderling samenhangen. De oorzaken kunnen liggen in de persoon zelf, bijvoorbeeld als deze niet goed met geld kan omgaan of psychische en emotionele problemen heeft. Er kunnen ook externe oorzaken zijn, zoals verlies van een baan of echtscheiding. Het is niet bekend of er een relatie bestaat tussen het besteedbaar inkomen van de afgelopen jaren en de toegenomen schuldenproblematiek. In overeenstemming met het Coalitieakkoord zal het kabinet bijzondere aandacht hebben voor het reëel besteedbare inkomen van huishoudens. Ook over de invloed van leenreclames op de schuldenproblematiek is weinig bekend. Zoals de minister van Financiën in zijn brief van 7 december 2006 (29 942, nr. 36) heeft aangekondigd, wordt met een brede evaluatie in 2007 beoogd hierover meer informatie te verkrijgen.

Vraag 5
Welke resultaten zijn het afgelopen jaar geboekt met het extra budget dat gemeenten hebben ontvangen voor uitbreiding van de minnelijke trajecten schuldsanering, preventie, budgettering, schuldhulpverlening en nazorg van mensen met schulden?


3 Problematische Schulden: zicht op het onzichtbare, J. Janssen, A. Kesteren, H.J.J.M. Vermeulen, IVA Tilburg 1999.

---

Ons kenmerk W&B/B&K/07/4949

Antwoord 5
Nagenoeg alle gemeenten hebben gebruik gemaakt van de tijdelijke stimuleringsregeling schuldhulpverlening 2006. Gemeenten hebben tot 1 juni 2007 de tijd om in het kader van de tijdelijke subsidieregeling, diensten ter bevordering van de schuldhulpverlening (preventie, budgetbegeleiding, budgetbeheer, schuldregeling en nazorg) aan te bieden aan hun burgers. Van verschillende gemeenten is vernomen dat zij de middelen inzetten om bijvoorbeeld in het kader van preventie begeleidingstrajecten aan te bieden en voorlichting op scholen te verzorgen.
De regeling is voorzien van een verplichting tot medewerking van de gemeenten aan een evaluatieonderzoek om te beoordelen in welke mate de gemeenten bij het uitoefenen van deze activiteiten een bijdrage hebben geleverd aan de aanpak van de schuldenproblematiek. Het voornemen bestaat om op korte termijn een dergelijk onderzoek te starten.

Vraag 6
Welke afspraken zijn voortgevloeid uit uw bestuurlijke conferentie in december 2006 met gemeenten, geldleners, kredietbanken en schuldhulpverleners om te komen tot een verbeterde aanpak van de schuldenproblematiek?

Antwoord 6
Voor het antwoord hierop wordt verwezen naar mijn brief van 26 maart 2007 inzake armoede en schulden.

Vraag 7
Wat is uw mening over de conclusie van de Autoriteit Financiële Markten dat een overgroot deel (¾) van de kredietreclames niet voldoet aan de in mei 2006 aangescherpte regels voor kredietreclames? 4

Antwoord 7
In zijn brief van 12 januari 2007 (29 942, nr. 37) heeft de Minister van Financiën aangegeven dit aantal onacceptabel te vinden en dat handhavend optreden van de AFM hierin een kentering zal moeten brengen. Tijdens het AO van 14 februari 2007 naar aanleiding van de uitgevoerde flitsevaluatie heeft de Minister van Financiën toegezegd de Kamer met de hierboven genoemde brede evaluatie medio 2007 te informeren over de wijze waarop dit handhavend optreden vorm krijgt.


4 Brief van de minister van Financiën, 12 januari 2007 (Kamerstuk 29 942 nr. 37, vergaderjaar 2006-2007)
---

Ons kenmerk W&B/B&K/07/4949

Vraag 8
Bestaat er een relatie tussen de kredietreclames die niet voldoen aan de nieuwe regels en de groei van het aantal gezinnen met problematische schulden? Zo ja, kunt u uw antwoord toelichten? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 8
De relatie tussen overkreditering en kredietreclames is punt van aandacht in de brede evaluatie die dit jaar wordt uitgevoerd. In hoeverre problematische schulden zijn ontstaan door kredietreclames die niet aan de regels voldoen is lastig te beantwoorden. Het is voorstelbaar dat door gebrekkige informatie in reclames, consumenten worden aangezet tot het nemen van kredieten, waarvoor zij met volledige informatie niet gekozen hadden.

Vraag 9
Bent u bereid bij uw collega bewindslieden er op aan te dringen uitvoering te geven aan de door de Kamer aangenomen motie Vietsch5 inzake een verbod op kredietreclames voor persoonlijke leningen op tv? Zo ja, hoe en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 9
De minister van Financiën heeft bij brief van 7 december 2006 (29 942, nr. 36) gereageerd op deze motie. De minister van Financiën heeft daarin de TK toegezegd direct van start te gaan met een brede uitvoerige evaluatie van de regels voor kredietreclame. In deze evaluatie zal o.a. het verband tussen kredietreclames en overkreditering worden onderzocht. Gepland is dat deze evaluatie medio 2007 is afgerond. Een verbod op kredietreclames is een inperking van de vrijheid van meningsuiting, zoals deze in het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) wordt geborgd. Om een dergelijke inperking te kunnen overwegen, is vereist dat er geen andere (lichtere) instrumenten voorhanden zijn. Onder meer dit aspect wordt meegenomen in de brede evaluatie van de regels voor kredietreclame. Gelet op de juridische aspecten die verbonden zijn aan de motie, wordt aan de gekozen lijn van de voormalige minister van Financiën vastgehouden. Nadat de resultaten van de evaluatie bekend zijn, zult u worden geïnformeerd over de verder te nemen stappen.


5 Kamerstuk 29 942 nr. 28, vergaderjaar 2006-2007

---