Aangiften tegen Rotterdamse driehoek geseponeerd
Den Haag, 3 april 2007
De hoofdofficier van justitie in Den Haag heeft besloten de aangiften
van 87 personen tegen de Rotterdamse driehoek (burgemeester,
hoofdofficier en korpschef) wegens wederrechtelijke vrijheidsberoving
te seponeren. Onderzoek heeft aangetoond dat de aanhoudingen na afloop
van de voetbalwedstrijd op 23 april vorig jaar niet onrechtmatig
waren. Ook is niet gebleken dat de aangehouden verdachten na hun
aanhouding onrechtmatig zouden zijn behandeld. Er is daarom geen
sprake van strafbare feiten gepleegd door leden van de Rotterdamse
driehoek.
Rechtmatigheid van de aanhoudingen
Na afloop van de voetbal wedstrijd Feyenoord-Ajax op 23 april 2006
hield de politie na ongeregeldheden 799 personen aan. Naast de
aanhouding van enkele individuele personen tijdens en kort na de
wedstrijd zijn op het terrein van voetbalvereniging DHZ en het
Stadionviaduct grote groepen personen aangehouden. Gelet op de grote
dreiging die van beide groepen uitging, het feit dat de
voetbalwedstrijd bijna ten einde was en de vrees bestond dat niet
ingrijpen zou leiden tot grote openbare ordeverstoringen, werd
besloten op beide locaties alle personen aan te houden. De
aanhoudingen vonden plaats op grond van artikel 184 Wetboek van
Strafrecht (het niet voldoen aan een ambtelijke vordering) en artikel
2.1.1 APV Rotterdam (verbod op samenscholing). Gebleken is dat op
beide locaties in de richting van politieambtenaren zeer provocatief
gedrag werd vertoond. Agenten werden beledigd, er werden stenen en
vuurwerk in hun richting gegooid en er werd ingegaan tegen charges van
de Mobiele Eenheid en de Bereden Politie. Deze aanhoudingen zijn
rechtmatig geweest omdat er op dat moment een redelijk vermoeden van
schuld voor genoemde wetsartikelen aanwezig was.
Achteraf heeft het Rotterdamse OM besloten de meeste zaken te
seponeren. Dit was omdat niet voldoende zeker kon worden vastgesteld
dat op het Stadionvidaduct iedereen wist dat de politie bevel had
gegeven dat men zich moest verwijderen. Ook bleek achteraf dat er
mogelijk onschuldige personen zaten tussen de aangehouden personen op
het DHZ terrein. Deze constateringen doen echter niet af aan de
rechtmatigheid van de aanhoudingen.
Rechtmatigheid van de behandeling van verdachten
Vanwege de grote hoeveelheid aangehouden personen heeft de politie
besloten meerdere locaties in te richten voor het verhoren van de
aangehouden verdachten. Om de arrestanten over de verschillende
locaties te verdelen en de âafhandeltermijnâ zo kort mogelijk te
houden, zijn ze per bus van de ene locatie naar de andere verplaatst.
De eerste aanhoudingen vonden rond 14.15 uur plaats. In individuele
gevallen kan er een aantal uren verstreken zijn voor mensen op de
definitieve plaats van verhoor aankwamen. Alle verdachten zijn echter
vóór 01.00 uur heengezonden. Gelet op de grote, plotseling ontstane
toevoer van arrestanten is deze tijd te billijken. Hierbij speelt ook
mee dat gebleken is dat -naar vermogen- gezorgd is voor eten, drinken
en sanitaire voorzieningen voor de arrestanten. Ook is onder de
aangehouden personen geprobeerd om minderjarigen en mensen met
kinderen met voorrang af te handelen. De conclusie is dat de
behandeling van de arrestanten -gegeven deze omstandigheden-
rechtmatig is geweest.
Openbaar Ministerie