Mag het wat kosten?
maandag 02 april 2007 13:10 De Europese landbouwsubsidie benadeelt
boeren in ontwikkelingslanden, een veelgehoorde kreet wanneer het gaat
over landbouwsubsidies. Maar is het afschaffen van de
landbouwsubsidies een oplossing voor de problemen in
ontwikkelingslanden? En hoe zit het met de belangen van de Europese
boeren?
Elke dag een goed betaalbaar stukje vlees op je bord, dat was een van
de doelen van het Europees landbouwbeleid na de Tweede Wereldoorlog.
De voedselschaarste lag iedereen nog vers in het geheugen. De EU moest
voor haar voedselvoorziening niet afhankelijk zijn van de import.
Daarom werd er subsidie verstrekt voor het verbouwen van agrarische
producten. Onder druk van de WTO wordt deze bescherming langzamerhand
afgebroken. De landbouw opereert steeds meer op een vrije markt.
Deze liberalisering noopt de boer tot het nemen van maatregelen. Het
gevolg is schaalvergroting. Familiebedrijven verdwijnen en slechts de
grote bedrijven blijven over. Met als gevolg dat het platteland leeg
loopt. Ook hebben boeren minder tijd en geld om het landschap
verantwoord te onderhouden. De consument let immers ook op de
portemonnee. Dit alles schaadt de diversiteit van het Europese
landschap. Ook het welzijn van de dieren heeft hieronder te lijden.
Het is daarom belangrijk de agrarische sector te beschermen. De
bescherming van de landbouw moet echter zo min mogelijk
handelsverstorend werken. Daarom dienen Europese vraag en aanbod op
elkaar af te worden gestemd. Exportsubsidies moeten verdwijnen zodat
overschotten niet op de wereldmarkt worden gedumpt en de markt elders
verstoren.
Hoe zit het nu met het effect van landbouwsubsidies op
ontwikkelingslanden? Voor agrariërs van buiten de EU gelden de
tariefmuren om de EU en de vrijhandelszone binnen de EU. Maar wie
profiteert ervan als deze barrière opgegeven wordt? Niet de kleine
boeren uit Zuid-Amerika maar de grote plantages uit Brazilië of grote
Amerikaanse bedrijven. De kleine bedrijfjes kunnen immers nooit
concurreren met deze giganten. Wij pleiten daarom voor selectieve
markttoegang voor de armste ontwikkelingslanden. Een bevoorrechte
positie voor arme landen is alleen zinnig als voor rijke landen
tariefmuren blijven gelden. Op deze manier beschermen we onze landbouw
en helpen we de landen die het nodig hebben.
ChristenUnie