Betrokken bij kwaliteit
Borging deskundigheid bij certificatie- en keuringsinstellingen
Betrokken bij kwaliteit
Borging deskundigheid bij certificatie- en keuringsinstellingen
Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
R07/02, februari 2007
ISSN 1383-8733
ISBN 978-90-5079-176-2
2 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
Voorwoord
Op het terrein van de arbeidsomstandigheden maakt de minister van Sociale Zaken en Werk-
gelegenheid gebruik van certificatie- en keuringsinstellingen (cki's). Deze door de minister aan-
gewezen, private instellingen geven certificaten af voor producten, systemen en personen. Het
beschikken over voldoende deskundigheid is, samen met integriteit, een van de belangrijke pij-
lers van het stelsel. De kwaliteit van een certificaat staat of valt immers met de deskundige en
onafhankelijke beoordeling van de kwalificaties van een product, systeem of persoon.
In het onderzoek naar de borging van deskundigheid is de inspectie nagegaan in hoeverre cki's
hun deskundigheid op peil houden, zowel kwalitatief als kwantitatief.
Parallel aan het onderzoek naar borging van deskundigheid heeft de inspectie onderzocht hoe
de cki's aandacht besteden aan de zorg voor integriteit. Daarbij staat de vraag centraal in hoe-
verre inspecteurs hun werkzaamheden uitvoeren met behoud van hun professionele, onafhan-
kelijke oordeel. De inspectie biedt de resultaten van beide onderzoeken tegelijk aan de minister
en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan.
De onderzoeken naar de borging van deskundigheid en integriteitszorg leveren positieve resul-
taten op. De inspectie zal zich inzetten de cki's te stimuleren dit niveau te continueren. In dit
voorwoord dient de nadruk vooral te liggen op het compliment dat de organisaties op deze
onderwerpen toekomt.
A.J. Duymaer van Twist
Waarnemend inspecteur-generaal Werk en Inkomen
3 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
4 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
Inhoud
1 Inleiding 7
1.1 Aanleiding 7
1.2 Doel en werkwijze 7
2 De borging van deskundigheid in de praktijk 9
2.1 Inleiding 9
2.2 Zes ontwikkelingen 9
2.3 Planmatige aanpak 11
2.4 De melding van wijzigingen 11
2.5 Samenvattende conclusies 12
3 Oordeel 13
4 Reactie cki's en nawoord IWI 15
4.1 Reactie cki's 15
4.2 Nawoord IWI 15
Bijlagen: Reacties cki's 17
Publicaties van de Inspectie Werk en Inkomen 47
5 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
6 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) maakt gebruik van (een stelsel
van) certificerende en keurende instellingen (cki's). De cki's geven certificaten af die voor
bepaalde producten en systemen wettelijk voorgeschreven zijn. Het certificaat moet de gebrui-
ker het vertrouwen geven dat de producten en systemen voldoen aan eisen in verband met de
veiligheid en gezondheid van personen. Naast product- en systeemcertificaten kent de
(Arbo)wet ook persoonscertificaten, bijvoorbeeld voor het beroep van kraanmachinist.
De minister van SZW wijst cki's aan die certificaten mogen afgeven. Een cki kan voor verschil-
1 lende werkvelden zijn aangewezen. Om voor aanwijzing in aanmerking te kunnen komen, moet
Zie ook artikel 1.5a lid d, een cki voldoen aan een aantal eisen. Een belangrijke eis is dat de cki beschikt over voldoende
Arbobesluit. Voldoende deskundig-
heid leidt tot het uitvoeren van des- deskundigheid, zowel kwalitatief als kwantitatief.1 De cki is verantwoordelijk voor het op peil
kundige keuringen en certificering houden van deze deskundigheid.
op het gebied van arbo-omstandig-
heden om hiermee de arbeidsveilig-
heid te waarborgen. De aanwijzing brengt voor de cki een aantal verplichtingen met zich mee.2 De cki moet bijvoor-
2 beeld wijzigingen in de gegevens op grond waarvan de cki is aangewezen, terstond melden aan
Zie ook artikel 1.5c lid 1, de minister. In de jaarlijkse verantwoordingsrapportage aan de inspectie meldt slechts een klein
Arbobesluit.
aantal cki's personeelswisselingen. Ondanks het geringe aantal meldingen door de cki's, heeft de
inspectie signalen ontvangen dat de uitstroom van deskundige inspecteurs bij een aantal cki's
vlak na aanwijzing groot zou zijn. Cki's zouden na aanwijzing ervaren en relatief dure inspec-
teurs vervangen door minder ervaren en goedkopere krachten. De inspectie beoogt met dit
onderzoek vast te stellen of dit zo is en of de waarborgen (voor het blijven voldoen aan aanwij-
zingsvereisten en meldingsplicht) in het stelsel werken.
1.2 Doel en werkwijze
Het doel van het onderzoek naar de borging van deskundigheid is inzicht krijgen in en een oor-
deel geven over de systematische aanpak voor borging van deskundigheid door cki's. Het
onderzoek heeft daarnaast tot doel om inzicht te krijgen en een oordeel te geven over de
afwegingen van cki's bij het melden van wijzigingen aan de minister.
Het onderzoek is uitgevoerd door middel van documentonderzoek, bijvoorbeeld bestudering
van de jaarverantwoordingen van cki's, en interviews. Van alle 27 certificerende instellingen is
een (kwaliteits)manager telefonisch geïnterviewd. Van de meeste cki's is ook een aantal inspec-
teurs geïnterviewd (58 inspecteurs in totaal). Een aantal cki's heeft meerdere aanwijzingen voor
verschillende werkvelden. Om de belasting voor cki's te beperken, zijn deze werkvelden waar
mogelijk gecombineerd. Tijdens het interview is, indien ter onderbouwing noodzakelijk, ver-
dere documentatie opgevraagd bij de cki, zoals het opleidingsplan.
De gegevensverzameling voor het onderzoek is uitgevoerd in de periode van juli tot en met
december 2006.
7 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
8 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
2 De borging van deskundigheid in de
praktijk
2.1 Inleiding
De inspectie heeft in het onderzoek naar de borging van deskundigheid naar drie aspecten
gekeken:
· hoe gaan cki's om met belangrijke ontwikkelingen;
· gaan cki's planmatig met deze ontwikkelingen om;
· melden cki's wijzigingen aan de minister.
De kwaliteit van een certificaat - en het gerechtvaardigd vertrouwen van de gebruiker in dat
certificaat - staat of valt met de kwaliteit van de beoordeling van het product, de dienst of de
persoon in kwestie. Een van de eisen om aangewezen te worden als cki, is dat de cki beschikt
over voldoende deskundige inspecteurs. De inspectie onderscheidt zes ontwikkelingen die van
invloed zijn op deskundigheid. Een ontwikkeling is bijvoorbeeld een gebeurtenis of een bedrei-
ging die de deskundigheid beïnvloedt, maar het kan ook een technologische ontwikkeling zijn.
De zes ontwikkelingen zijn gekozen aan de hand van literatuuronderzoek en op basis van input
van een extern expertpanel.
De inspectie is per ontwikkeling nagegaan welke maatregelen de cki idealiter zou kunnen tref-
fen. Om na te gaan of de cki's op planmatige wijze maatregelen toepassen, heeft de inspectie
3 gebruik gemaakt van de PDCA-cyclus van Deming.3 Dit is een model dat de cyclus beschrijft
Bron: PDCA-cyclus Deming, 1989. van problemen herkennen, maatregelen treffen, deze evalueren en zonodig bijstellen.
Cki's zijn verplicht wijzigingen in de situatie op grond waarvan zij zijn aangewezen terstond te
melden aan de minister van SZW. In het onderzoek is ook gekeken of cki's aan deze meldings-
plicht voldoen.
2.2 Zes ontwikkelingen
De probleemstelling voor het onderzoek is geoperationaliseerd in zes ontwikkelingen die van
invloed (kunnen) zijn op deskundigheid, te weten:
· uitstroom van inspecteurs;
· instroom van inspecteurs;
· ontwikkelingen op het vakgebied;
· ontwikkelingen in wet- en regelgeving;
· beroepsblindheid (het ontstaan van 'blinde vlekken');
· capaciteitsproblemen.
Uitstroom van inspecteurs: 'Ze verdwijnen geruisloos'
Cki's vangen de uitstroom van inspecteurs adequaat op. Ruim de helft van de cki's heeft, sinds
het moment van aanwijzing, te maken gehad met vertrek van inspecteurs. Vertrek ziet men
vaak aankomen, zeker bij pensionering, maar niet altijd. Op een na geven de cki's aan geen pro-
blemen te hebben ondervonden door uitstroom. Kleine cki's (minder dan tien inspecteurs) zijn
gevoelig voor uitstroom en zijn zich dit ook bewust.
Om te voorkomen dat kennis verloren gaat, zorgen cki's ervoor dat vertrekkende inspecteurs
hun dossiers overdragen aan een opvolger, en dat zij hierover een overdrachtsgesprek voeren.
Ook kwalificeren cki's soms collega's van de vertrekkende inspecteur, die de wettelijke certifi-
cering niet als hoofdtaak hebben, om certificering te mogen doen. Het merendeel van de cki's
vindt goede arbeids- of contractvoorwaarden een belangrijk middel om uitstroom te beperken.
Een aantal cki's werkt met (strategische) planningen om de werklast voor de komende periode
te voorspellen en af te stemmen op de beschikbare inspectiecapaciteit. Eén cki bespreekt even-
9 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
tuele vertrekvoornemens vooraf tijdens functioneringsgesprekken. Overdracht van lidmaat-
schappen aan commissies en dergelijke, worden mondeling ter vergadering medegedeeld.
Schriftelijke mededeling aan werkgroepen en commissies waar de inspecteur bijvoorbeeld de
organisatie formeel vertegenwoordigt, is een uitzondering.
Instroom van inspecteurs: 'Ze krijgen hun persoonlijke uitrusting'
Cki's gaan goed om met instroom van nieuwe inspecteurs. Ruim de helft van de cki's heeft,
sinds de aanwijzing, te maken gehad met instroom van nieuwe inspecteurs. De impact daarvan
wordt verschillend beleefd: sommige cki's zijn blij met de uitbreiding, anderen geven aan dat er
veel tijd en geld is gemoeid met het inwerken van nieuwe medewerkers. Iedere cki heeft een
inwerkprogramma met meer of minder onderdelen. Het merendeel van de cki's heeft ook
maatregelen voor na- en bijscholing van nieuwe inspecteurs. Het inwerken van nieuwe inspec-
teurs is, op een enkele cki met een vast inwerkprogramma na, maatwerk, afhankelijk van de
kennis en ervaring waarover de inspecteur in kwestie al beschikt. Screening op goed gedrag
doet één cki. Geen enkele cki geeft aan problemen te ondervinden bij het aantrekken van
nieuw personeel. Men werft nieuwe medewerkers gewoonlijk via het eigen netwerk.
Inspecteurs geven aan dat zij tevreden zijn over hun inwerkprogramma.
Ontwikkelingen op het vakgebied: 'We zitten dicht bij het vuur'
Cki's nemen ontwikkelingen op hun vakgebied serieus. Nagenoeg alle cki's noemen colleges van
deskundigen, het Notified Body-overleg en technische commissies als belangrijke, externe
bronnen. Verschillende cki's maken gebruik van informatie van fabrikanten en wonen bijvoor-
beeld open dagen bij. Enkele kleine cki's doen indien nodig een beroep op de grote cki's op hun
werkterrein. Twee cki's leggen de verantwoordelijkheid voor het bijhouden van ontwikkelingen
op het werkterrein geheel bij de inspecteurs en de auditors (beide cki's werken met een exa-
mencommissie bestaande uit externe commissieleden).
De inspectie ziet het als een licht risico als cki's de verantwoordelijkheid om ontwikkelingen op
het vakgebied bij te houden, geheel bij inspecteurs leggen. De vraag is immers hoe een cki die
die verantwoordelijkheid geheel 'buiten de deur' legt, zelf voldoende kennis van en feeling met
het werkterrein zal behouden. Voor kleine cki's constateert de inspectie dat het bijhouden van
het vakgebied een stevige belasting is die relatief veel tijd kost.
Aan het gebruik maken van informatie van fabrikanten ziet de inspectie zowel voor- als nadelen.
Het voordeel is dat cki's in een vroeg stadium op de hoogte worden gesteld van (technische)
ontwikkelingen. Een mogelijk nadeel is het risico dat cki's onvoldoende onafhankelijk blijven.
Cki's die zijn geaccrediteerd door de Raad voor de Accreditatie, geven aan dat de accreditatie
vereist dat men dit punt op orde heeft. De inspectie constateert dat accreditatie door de RvA
voor cki's een belangrijke prikkel is om ontwikkelingen op het vakgebied bij te houden.
Ontwikkelingen in wet- en regelgeving: 'Als het niet klopt, dan hebben we er zelf last van'
De reactie van cki's op ontwikkelingen in wet- en regelgeving is vergelijkbaar met die op ont-
wikkelingen op het vakgebied. Nagenoeg alle cki's houden zich nadrukkelijk op de hoogte van
wat er speelt - enkele cki's leggen de verantwoordelijkheid bij de inspecteurs - en noemen
dezelfde bronnen als bij ontwikkelingen op het vakgebied. De inspectie beoordeelt de wijze
waarop cki's omgaan met wijzigingen in wet- en regelgeving positief.
Minder dan een kwart van de cki's noemt de directie Arbeidsomstandigheden van het ministe-
rie van SZW als bron van informatie over ontwikkelingen in wet- en regelgeving. Ruim de helft
van de cki's heeft iemand aangewezen die verantwoordelijk is voor het bijhouden van dit soort
ontwikkelingen. De inspectie beoordeelt dit als een goede maatregel. Eén cki voert periodiek
een analyse uit van mogelijke verschillen tussen wet- en regelgeving en de eigen procedures. De
inspectie beschouwt dit als voorbeeld van een 'good practice'.
10 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
Cki's vinden het belangrijk dat zij goed op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving. Als de cki
niet goed op de hoogte is, heeft men er zelf namelijk last van, bijvoorbeeld doordat men niet
de juiste richtlijnen heeft gebruikt bij het keuren. Voor kleine cki's is het bijhouden van alle ver-
anderingen in wet- en regelgeving een forse opgave. Voor terreinen waar veel ontwikkelingen
zijn, zoals drukapparatuur, is het voor alle cki's veel werk om deze bij te houden.
Beroepsblindheid: 'Die roulatie is dus wel belangrijk'
Beroepsblindheid wordt door cki's niet naar voren gebracht en herkend als ontwikkeling die
van invloed is op deskundigheid. Alle cki's treffen echter voldoende maatregelen om beroeps-
blindheid te voorkomen. Het gaat dan om vormen van intercollegiale toetsing, interne audits en
klantroulatie. Als reden voor de maatregelen die zij treffen, noemen cki's vooral kwaliteitszorg,
de eisen vanuit accreditatie door de RvA en flexibiliteit. Er is een grote diversiteit in maatrege-
len; zo wordt bijvoorbeeld intercollegiale toetsing op veel verschillende manieren vorm gege-
ven. De frequentie van peer-review varieert bijvoorbeeld van één tot twee keer per jaar tot
ééns in de acht jaar. Klantroulatie is voor kleine cki's vaak lastig om te organiseren en structu-
reel te plannen: degene die beschikbaar is pakt de betreffende klus op.
De inspectie is van mening dat cki's zich ervan bewust moeten zijn dat beroepsblindheid kan
ontstaan en dat het belangrijk is hier gericht maatregelen op in te zetten.
Capaciteitsproblemen: 'Werken, overwerken, nog meer werken'
Cki's gaan adequaat om met capaciteitsproblemen. Een aantal cki's geeft aan dat capaciteitsge-
brek bij hen niet speelt. Ofwel de wettelijke keuringen zijn een nevenactiviteit (slechts enkele
keuringen per jaar) ofwel men heeft ruim voldoende capaciteit. Ongeveer driekwart van de
cki's heeft wel regelmatig te maken met een tijdelijk tekort aan inspecteurs. Oplossingen zijn
een beroep doen op andere organisatieonderdelen, inhuur van externen en oud-werknemers
(gepensioneerden).
De inspectie ziet een mogelijk risico in de inhuur van externen en van oud-medewerkers
(gepensioneerden). Voor externen en, in sterkere mate, voor gepensioneerden, is het verhou-
dingsgewijs lastig om goed op de hoogte te blijven van (ontwikkelingen op) het vakgebied, de
wet- en regelgeving en de bedrijfsinterne richtlijnen en procedures.
2.3 Planmatige aanpak
De inspectie constateert dat cki's maatregelen treffen om de deskundigheid te waarborgen en
heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat deze maatregelen in de praktijk niet afdoende
zouden zijn. De inspectie ziet voor cki's wel mogelijkheden voor verdere verbeteringen waar
het gaat om het planmatig aanpakken van de borging van deskundigheid.
De inspectie constateert dat de accreditatie door de RvA voor cki's een impuls is voor een sys-
tematische planmatige aanpak van de borging van deskundigheid. Voor zover cki's maatregelen
evalueren en bijstellen, geven zij immers vaak als reden hiervoor de accreditatie en het perio-
diek onderzoek door de RvA.
2.4 De melding van wijzigingen
Cki's melden wijzigingen vooral via de jaarverantwoording. Tijdens het onderzoek is duidelijk
geworden dat cki's niet alle wijzigingen ten opzichte van de criteria op grond waarvan zij zijn
aangewezen, daadwerkelijk melden aan de minister. Cki's geven aan dat het voor hen niet
helder is wat wanneer en aan wie gemeld moet worden. De inspectie is van oordeel dat duide-
lijkheid in deze wenselijk is.
11 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
2.5 Samenvattende conclusies
Alle cki's treffen maatregelen waarmee zij inspelen op ontwikkelingen die hun deskundigheid
(kunnen) beïnvloeden. Het beeld zoals dat door de managers wordt gegeven, wordt daarbij
bevestigd door de interviews met de inspecteurs. Er zijn grote verschillen tussen cki's in deze
maatregelen. De inspectie heeft tijdens het onderzoek geen aanwijzingen gevonden dat deze
verschillen tot een onvoldoende borging van deskundigheid zouden leiden.
Ontwikkelingen op het vakgebied en ontwikkelingen in wet- en regelgeving worden door cki's
het meest genoemd als van invloed op hun deskundigheid. In- en uitstroom van inspecteurs
wordt eveneens vaak spontaan genoemd en herkend. Beroepsblindheid en capaciteitsgebrek
scoren in dit opzicht lager.
Cki's evalueren maatregelen niet altijd. Waar men dit wel doet, noemt men als reden het
interne kwaliteitsbeleid of de accreditatie door de RvA. Verder melden cki's niet alle wijzigin-
gen ten opzichte van de gegevens op grond waarvan zij zijn aangewezen. Het is voor cki's niet
duidelijk wat, wanneer en aan wie gemeld moet worden.
Het signaal dat cki's na aanwijzing ervaren en dure inspecteurs zouden vervangen door minder
ervaren en goedkoper personeel, wordt in het onderzoek niet bevestigd.
12 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
3 Oordeel
Cki's treffen adequate maatregelen voor het borgen van hun deskundigheid. De inspectie
beoordeelt de cki's hierop positief.
Waar cki's de borging van deskundigheid nog willen verbeteren, ziet de inspectie daartoe
mogelijkheden in een meer planmatige aanpak. IWI heeft getracht om, met het benoemen van
de zes in het onderzoek betrokken ontwikkelingen, de cki's hiervoor een handreiking te bieden.
13 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
14 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
4 Reactie cki's en nawoord IWI
De inspectie heeft het conceptrapport voor een bestuurlijke reactie voorgelegd aan de betrok-
ken cki's. De inspectie heeft van veertien cki's een bestuurlijke reactie ontvangen. In dit hoofd-
stuk staan de hoofdpunten van deze reacties. De volledige reacties zijn als bijlagen opgenomen.
4.1 Reactie cki's
AIB-Vinçotte Nederland, Energie Consult Holland, Kema Quality, SKO Certificatie van
Vakbekwaamheid, Stichting Nationaal Duikcentrum Nederland, TÜV Nederland QA en Veturo
laten weten geen inhoudelijk commentaar op het rapport te hebben.
HHC/DRS Inspecties, Lloyd's Register Nederland, Intron Certificatie, Kiwa, MKB-Certificatie
en TNO Certification geven expliciet aan het weergegeven beeld in het rapport te kunnen
onderschrijven of te herkennen.
Stichting Nationaal Duikcentrum Nederland geeft aan dat de bevindingen een goede indruk
geven van hoe andere cki's met het borgen van deskundigheid omgaan. TNO Certification,
HHC/DRS Inspecties en Kiwa geven uitdrukkelijk aan om met de bevindingen en de handreikin-
gen in het rapport aan de slag te gaan.
HHC/ DRS Inspecties merkt nog specifiek op dat de relatie die in het rapport `Controle in
Concurrentie' wordt verondersteld tussen kwaliteit en deskundigheid van kraaninspecteurs, op
basis van dit rapport genuanceerd kan worden.
Lloyd's Register Nederland brengt naar voren dat de impuls voor een planmatige aanpak vanuit
de Raad voor Accreditatie een primaire voorwaarde zou moeten zijn die is vastgelegd in een
eigen kwaliteitssysteem. Aboma+Keboma merkt hierover op dat voor hen de eisen van de
opdrachtgevers als belangrijkste drijfveer gelden. A+K kan de constatering dat de Raad voor
Accreditatie een belangrijke prikkel is om die reden niet doorgronden.
Kiwa dringt tot slot aan duidelijkheid te geven over de meldingsplicht. Kiwa dringt aan om geen
meldingsplicht van alle personeelsmutaties te eisen.
4.2 Nawoord IWI
De inspectie constateert dat de cki's in hun reacties de bevindingen, de conclusies en het oor-
deel onderschrijven.
De inspectie neemt met instemming kennis van de voornemens om aan de slag te gaan met de
handreikingen gedaan in dit rapport.
De inspectie heeft in het rapport geconstateerd dat accreditatie van de Raad voor Accreditatie
een belangrijke prikkel is om ontwikkelingen op het vakgebied bij te houden en een planmatige
aanpak binnen de organisatie te bewerkstelligen. De inspectie concludeert dit omdat veel cki's,
met uitzondering van Aboma+Keboma, aangeven ontwikkelingen bij te houden vanwege de ver-
plichting van de RvA. De inspectie onderschrijft het belang van een planmatige aanpak zoals
aangegeven door Lloyd's Register Nederland.
15 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
De opmerking van HHC/ DRS Inspecties dat de relatie die in het rapport `Controle in concur-
rentie' wordt verondersteld tussen kwaliteit en deskundigheid van kraaninspecteurs genuan-
ceerd kan worden. De inspectie kan deze conclusies niet onderschrijven. De cki's hebben op
organisatorisch niveau adequate maatregelen getroffen. De manier waarop de inspecteur zijn
deskundigheid in de praktijk toepast is in dit onderzoek niet vastgesteld.
De inspectie onderschrijft het belang van duidelijkheid over de meldingsplicht voor alle betrok-
ken actoren, zodat op eenduidige en efficiënte wijze gemeld kan worden.
16 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
Bijlagen
Reacties cki's
Aboma+ Keboma B.V.
AIB-Vinçotte Nederland B.V.
Energie Consult Holland B.V.
HHC/DRS Inspecties B.V.
Intron Certificatie B.V.
KEMA Quality B.V.
Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen
Lloyd's Register Nederland B.V.
MKB-Certificatie B.V.
SKO Certificatie van Vakbekwaamheid
Stichting Nationaal Duikcentrum Nederland
TNO Certification B.V.
TÜV Nederland QA B.V.
Veturo B.V.
17 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
18 Inspectie Werk en Inkomen Betrokken bij kwaliteit
Publicaties van de Inspectie Werk en
Inkomen
2007
R07/02 Betrokken bij kwaliteit
Borging deskundigheid bij certificatie- en keuringsinstellingen
R07/01 Samenwerking tussen CWI en UWV bij aanvragen voor een WW-uitkering
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid