College van Beroep voor het bedrijfsleven
Functiewaardering. Processueel belang
Betrokkene heeft bezwaren tegen de waardering van de functie, die hij
na een reorganisatie is gaan vervullen. Appellant is van oordeel dat
vanwege het ontbreken van processueel belang het beroep bij de
rechtbank niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard omdat
betrokkene geen rechtsmiddelen heeft aangewend tegen de toewijzing van
een andere functie aan betrokkene. De Raad volgt dit standpunt niet en
wijst er onder verwijzing naar de uitspraak van 26 januari 2006, LJN
AV1057, op dat de uitkomst van de waardering van een ambtelijke
functie moet worden onderscheiden van de inschaling van de
functionaris. Voorts wordt overwogen dat de uitkomst van de waardering
van een ambtelijke functie voor de vervuller ervan ook overigens van
belang voor diens ambtelijke positie. De omstandigheid dat betrokkene
inmiddels niet langer de vervuller van de gewaardeerde functie is, is
naar het oordeel van de Raad niet van belang. Betrokkene had derhalve
nog een belang bij een oordeel over de rechtmatigheid van het
bestreden besluit.
LJ Nummer:
BA0548
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 3 april 2007