ChristenUnie
Inbreng bij Wijziging van de Wet medezeggenschap clienten
zorginstellingen
Inbreng bij Wijziging van de Wet medezeggenschap clienten zorginstellingen
donderdag 29 maart 2007 17:20
De leden van de ChristenUniefractie hebben kennis genomen van
onderhavig wijzigingsvoorstel.
Deze leden onderstrepen het belang van de rol van de
clientenorganisaties, nu er steeds meer zorginstellingen en
behandelmogelijkheden bijkomen zodat de client niet alleen kan, maar
ook moet kiezen. Clientenorganisaties kunnen helpen om die keuze te
maken. De client dient ook voldoende mogelijkheden te hebben om mee te
denken over de vormgeving en de kwaliteit van de zorg. Ook hierin
spelen clientenorganisaties een belangrijke rol. De leden van de
ChristenUniefractie vinden het belangrijk dat de overheid de
activiteiten van de clientenorganisaties stimuleert en zorg draagt
voor een stevige en heldere wettelijke verankering en een adequate
financiering. De leden constateren op basis van verschillende reacties
uit `het veld' dat het in meerdere opzichten nog aan helderheid
ontbreekt.
De leden van de ChristenUniefractie stemmen in met de strekking van
het wetsvoorstel.
In de MvT staat dat de evaluatie aangeeft dat het formaliseren van
medezeggenschapsverhoudingen nog niet betekent dat het doel van
daadwerkelijke zeggenschap van clienten via cliëntenraden in de
praktijk altijd wordt bereikt. Kernvraag van deze leden is of de
voorgestelde wetswijziging er voldoende toe bijdraagt om de gewenste
daadwerkelijke zeggenschap te bereiken.
Staatssecretaris Ross heeft destijds te kennen gegeven dat zij het
wenselijk vond om ook niet collectief gefinancierde zorgaanbieders
onder de reikwijdte van de Wmcz te brengen. Van dit voornemen is niets
terug te vinden in dit voorstel, zo constateren de leden van de
fractie van de ChristenUnie.
De landelijke federatie clientenparticipatie Raadsaam heeft als het
gaat om de reikwijdte van de Wmcz goede vragen gesteld, die de leden
graag beantwoord zien: 1) Om welke instellingen gaat het precies als
gesproken wordt over `instellingen die worden gefinancierd door CVZ op
grond van de Zorgverzekeringswet of de AWBZ en verplicht zijn een
cliëntenraad in te stellen' en `instellingen die worden gefinancierd
door VWS op grond van de kaderwet VWS-subsidies'? 2) Waarom vallen
instellingen die worden gefinancierd door een gemeente op grond van de
Wet collectieve preventie volksgezondheid buiten de reikwijdte van de
Wmcz?
Wat betreft het budget van de cliëntenraad constateren de leden van de
fractie van de ChristenUnie dat er onder organisaties behoefte is aan
een ministeriële regeling waarin omschreven wordt welke landelijke
organisaties van cliëntenraden er momenteel zijn en onder de beoogde
financieringsregeling kunnen vallen. Hoe staat de staatssecretaris
hier tegenover?
Verschillende cliëntenraden zijn van mening dat de budgetten niet
onafhankelijk worden geregeld doordat de cliëntenraden te afhankelijk
zijn van de raden van besturen. Hoe beoordeelt de staatssecretaris dit
punt?
Als het gaat om bevoegdheden hebben de leden van de fractie van de
ChristenUnie kennis genomen van de voorstellen die Raadsaam doet.
Raadsaam wil cliëntenraden dezelfde instrumenten geven als
ondernemingsraden en medezeggenschapsraden ter beschikking staan: een
instemmingsrecht i.p.v. adviesrecht, en een adequate mogelijkheid om
op te treden als de zorgaanbieder ten onrechte geen advies heeft
gevraagd. Hoe staat de staatssecretaris hier tegenover?
Daarnaast zijn er onderwerpen die Raadsaam aan de Wmcz zou willen
toevoegen en vindt actualisatie wenselijk gezien de veranderingen in
de zorg. Het gaat dan om besluiten tot de oprichting van
rechtspersonen, besluiten over benoeming of ontslag van leden van de
raad van bestuur etc. (zie brief VWS07-237) Hoe staat de
staatssecretaris tegenover deze aanvullingsvoorstellen zo willen de
leden van de fractie van de Christenunie weten?
De vijf samenwerkende Landelijke Ouderverenigingen in de Verstandelijk
gehandicaptenzorg vragen aandacht voor de noodzakelijke samenwerking
tussen cliëntenraden en de bestaande familieverenigingen binnen
zorginstellingen. Volgens hen zou bij wet geregeld moeten worden dat
ook clientenverenigingen recht zouden moeten hebben op een geoormerkt
budget van zorgaanbieders. Hoe staat de staatssecretaris tegenover dit
verzoek zo willen de leden van de fractie van de Christenunie weten?
De leden van de fractie van de ChristenUnie delen de vraag die de Raad
van State opwerpt of de versterking van de positie van de
cliëntenraden waartoe het wetsvoorstel strekt, voor alle instellingen
waarop de Wmcz van toepassing is, in gelijke mate wenselijk of
noodzakelijk is. `Meer in het algemeen komt de vraag op waarom niet
besloten is tot een meer fundamentele bezinning op de Wmcz.' Naar het
oordeel van de Raad zou dat op grond van de evaluatie en de gewijzigde
constellatie in de zorg alleszins gerechtvaardig zijn. De leden van de
fractie van de ChristenUnie hebben ook behoefte aan een bredere
context en vragen om een uitgebreidere toelichting van de
staatssecretaris op dit punt van de Raad van State.