| | |
| |De Voorzitter van de Tweede Kamer | | |der Staten-Generaal | | | | |Postadres | | |Postbus 20001 | | |2500 EA Den Haag | | | | | |Bezoekadres | | |Binnenhof 19, Den Haag | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |Datum |Kenmerk |Onderwerp | | |2 april 2007 |3034120 |Vragen van de heer Rutte | | | | | |van 27 maart jongstleden | | | |Tijdens de regeling van werkzaamheden van uw Kamer op 27 maart jongstleden heeft het lid van uw Kamer de heer Rutte (VVD) aan mij een drietal vragen gesteld:
1. Hoe denkt het kabinet de Tweede Kamer de komende maanden te informeren over de inzet en de uitkomst van de gesprekken met maatschappelijke organisaties?
2. In welke samenhangende vorm krijgt de Tweede Kamer deze informatie na 100 dagen aangeboden en op welke manier wordt daarover door de minister- president daarover de regie gevoerd?
3. Op welke termijn denkt het kabinet de Tweede Kamer deze informatie te doen toekomen, zodat in ieder geval ruim voor het zomerreces een debat mogelijk is?
In algemene zin kan over de betrokkenheid van uw Kamer bij het z.g. Beleidsprogramma het volgende worden opgemerkt..
Het Beleidsprogramma geeft uw Kamer meer, èn eerder gelegenheid tot samenhangend debat met het kabinet over de beleidvoornemens. Gebruikelijk zou een dergelijk debat pas in september, na Prinsjesdag, plaatsvinden.
De ambities van het kabinet zijn verwoord in het Coalitieakkoord. De koers is duidelijk en de route zal verder worden uitgewerkt. Dit zal mede gebeuren in samenspraak met organisaties en evenzeer met burgers zelf en met mensen in het veld die het werk doen. Dit kan de beleidsvorming en het draagvlak ten goede komen. Het kabinet heeft veel vertrouwen in de kracht van de samenleving en van burgers en gaat het gesprek niet alleen ten behoeve van het Beleidsprogramma maar de gehele kabinetsperiode graag aan.
Zoals ik in de regeringsverklaring heb gezegd, zijn de gesprekken niet vrijblijvend. Deze moeten bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen uit het Coalitieakkoord. Het kabinet zal keuzes maken en de daaruit voortkomende voorstellen voor beleid, wetgeving en begroting aan beide Kamers voorleggen.
Het Coalitieakkoord 'Samen werken, samen leven' heeft duidelijk ambities. Deze zijn uitgewerkt in zes samenhangende pijlers van beleid: een actieve internationale en Europese rol, een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie, duurzame leefomgeving, sociale samenhang, veiligheid, stabiliteit en respect, en een dienstbare publieke sector en overheid.
Op 7 februari jongstleden is het coalitieakkoord op verzoek van de fractievoorzitters van CDA, PvdA en ChristenUnie aan uw Kamer toegezonden en op 8 februari jl is daarover beraadslaagd in uw Kamer. Vier weken geleden, op 1 maart jl, is de Regeringsverklaring afgelegd in uw Kamer, waarna het kabinet met uw Kamer, uitgebreid, heeft gedebatteerd over deze verklaring en het Coalitieakkoord.
Het kabinet is vervolgens concreet aan de slag gegaan met de beleidsvoornemens uit het Coalitieakkoord.
Zoals voor elk aantredend kabinet geldt, wordt in de eerste maanden het in een regeerakkoord voorgenomen beleid vertaald naar maatregelen en instrumenten. Gebruikelijk is dat een nieuw kabinet deze uitwerking presenteert in de eerstvolgende begroting, dus in september op Prinsjesdag. Het Beleidsprogramma maakt het mogelijk om eerder, voor het zomerreces, uw Kamer te informeren over de verdere vormgeving van het beleid en daarover, zo u wilt, wederom te debatteren, vooruitlopend op de uitwerking in de begrotingen en de Miljoenennota bij Prinsjesdag.
Een mogelijk debat over het Beleidsprogramma is dan ook - gelet de debatten van 8 februari en 1 maart jl - niet het eerste moment waarop uw Kamer invloed kon doen gelden op de beleidsvoornemens. Evenmin is het voor presentatie van het Beleidsprogramma het laatste moment. In het debat over de regeringsverklaring heb ik immers toegezegd dat de bewindspersonen in hun nadere kennismaking met de commissies uit uw Kamer zich graag laten informeren over uw inbreng voor de verschillende onderdelen van het beleidsprogramma. Uw Kamer kan bovendien altijd bewindspersonen uitnodigen om u over afzonderlijke onderwerpen te informeren. Wanneer een onderwerp daartoe aanleiding geeft, zullen bewindslieden daartoe ook zelf het initiatief nemen.
Daarmee heb ik het eerste deel van uw eerste vraag beantwoord.
Over de uitkomst van de gesprekken met maatschappelijke organisaties wordt u vanzelfsprekend geïnformeerd in het z.g. Beleidsprogramma. Daarin zal per 'pijler' worden ingegaan op de beleidsrelevante uitkomsten van gesprekken met burgers en met organisaties. Daarmee is het tweede deel van uw eerste vraag beantwoord.
Tot slot kan ik u in antwoord op de tweede en derde vraag toezeggen dat u geen afzonderlijke zult stukken ontvangen doch een geïntegreerd Beleidsprogramma. Het algemeen beleid en de eenheid daarvan wordt door mij bevorderd via bespreking van de concepten van onderdelen en van het geheel van het Beleidsprogramma in de onderraden van de ministerraad en in de ministerraad zelf. Het behoeft geen betoog dat mijn ministerie voorts is betrokken bij de interdepartementale voorbereiding en afstemming van proces, inhoud en communicatie. Het kabinet is voornemens uw Kamer tijdig voor uw reces, zo mogelijk in week 24, het Beleidsprogramma te doen toekomen.
DE MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken,
mr.dr. J.P. Balkenende