Database voor snelle en realistische risicoschatting
Risico's verontreinigd voer in 1 dag te voorspellen
02 april 2007 - TNO heeft een database ontwikkeld waarmee
consumentenrisico's van verontreinigingen in veevoeder snel en
realistisch te voorspellen zijn. Dit maakt een gerichte aanpak
mogelijk en kan kostbare, ingrijpende maatregelen - zoals recalls van
een groot aantal verschillende dierlijke producten - voorkomen. De
Voedsel en Warenautoriteit (VWA) heeft de database inmiddels opgenomen
in haar calamiteitenprocedure voor de verontreiniging van diervoeder
en wil deze procedure op termijn ook voorleggen aan de European Food
Safety Authority (EFSA).
De database bevat wetenschappelijke informatie over de mate waarin
chemische stoffen uit diervoeder terecht komen in dierlijke producten.
Door de gegevens te vergelijken met consumptiecijfers van dierlijke
producten en met de maximaal aanvaardbare blootstelling aan een stof,
is een snelle en realistische risicoschatting mogelijk. Binnen een dag
kan worden vastgesteld of en zo ja welke dierlijke producten
bijvoorbeeld producten met (orgaan)vlees, melk, eieren en/of dierlijk
vet - er bij een verontreiniging uit de schappen gehaald moeten
worden.
Ook bij onbekendere stoffen
De database is ook bruikbaar als de overdracht van een stof niet
bekend is. In dat geval wordt deze voorspeld op basis van de
fysisch-chemische eigenschappen van een stof of op basis van de
chemische groep waartoe een stof behoort. De informatie is te
verfijnen naar dierlijk product, diersoort, periode van voederen en
zelfs mate van verontreiniging van het voeder.
Worst case scenario
Bij verontreinigingen in diervoeder hanteerden onderzoekers en
risicomanagers van nationale en internationale bedrijven tot voor kort
een 'worst case' benadering. Gegevens over de overdracht van chemische
stoffen naar dierlijke producten waren vaak pas voorhanden na
tijdrovende lab- en dierstudies.
Bij een 'worst case' benadering gaat men er van uit dat
verontreinigingen in diervoeder geheel door het dier worden
geabsorbeerd en niet worden uitgescheiden. Ook wordt aangenomen dat
een schadelijke stof pas na een week blootstelling een maximale
concentratie bereikt in de organen. Deze benadering leidt tot
maatregelen die mogelijk ingrijpender en kostbaarder zijn dan
noodzakelijk. Tegelijkertijd kan men risico's juist onderschatten,
bijvoorbeeld als stoffen zich ophopen in bepaalde organen.