Regiopolitie Noord- en Oost-Gelderland
| |Doetinchem - dierenwelzijn centraal bij valwildregeling |
Jaarlijks worden in bosrijke gebieden honderden reeën, herten en wilde zwijnen aangereden. Vaak vinden de dieren direct de dood, maar soms vluchten ze gewond het bos in. Om te voorkomen dat gewonde dieren aan hun lot worden overgelaten, hebben in kader van het dierenwelzijn diverse politieregio's een zogenoemde valwildregeling. Sinds kort is deze ook ingevoerd in de districten Achterhoek en de IJsselstreek, waarmee in de hele politieregio Noord- en Oost-Gelderland direct actie wordt ondernomen bij gewond wild.
Bijna dagelijks wordt er ergens op de Veluwe of in de Achterhoek een ree, hert of wild zwijn aangereden. De bestuurder die een wild dier voor zijn auto krijgt, schrikt enorm en vaak nog extra wanneer het gewonde dier het bos in vlucht. Wat nu ?
In het verleden
De politie kreeg meestal als eerste een melding over het incident. Vaak waren er plaatselijke of regionale regelingen om het dode of gewonde dier op te halen. Veelal gebeurde dit door dierenambulances of jachtaktehouders. Ernstig gewonde dieren werden soms door agenten uit hun lijden verlost, maar daar waren agenten eigenlijk niet voor opgeleid. Gewonde dieren werden naar een dierenarts afgevoerd. Uit de praktijk is bekend dat aangereden reeën zodanig gestresst zijn dat zij dit uiteindelijk niet overleven.
Tegenwoordige afspraken
Om te voorkomen dat gevluchte gewonde dieren een pijnlijke dood in het bos sterven hebben diverse politieregio's een valwildregeling. Hierbij zijn afspraken met de politie en door de provincie aangewezen valwildverlofhouders gemaakt om direct actie te ondernemen. Op grond van de bepalingen in de Flora- en Faunawet mag de dierenambulance niet worden ingezet voor het vervoer van beschermde inheemse diersoorten, waaronder reeën.
De praktijk bij een ongeval
Wanneer de politiemeldkamer een melding van aangereden wild krijgt, gaan agenten naar de automobilist om van de aanrijding een registratieset voor diens verzekering op te maken. Wanneer agenten op dat moment bij een aanrijding met gewonden of een ander ernstig incident zijn ingezet, dan zorgt onderstaande valwildverlofhouder voor de eerste administratieve opvang. De meldkamer stelt per semafoon een regionaal contactpersoon in kennis, die op zijn beurt weer contact legt met een valwildverlofhouder in de buurt van het ongeval. Deze persoon heeft een jachtakte en gaat, wanneer het dier gewond gevlucht is, op zoek naar dit dier.
Om nodeloos lijden te voorkomen, wordt het dier meestal uit zijn lijden verlost. Eventuele kalfjes die in de buurt van een zogende moeder worden aangetroffen, tracht men te redden. De dode dieren worden naar een aangewezen poelier gebracht en op internet vindt een registratie plaats. Zo kunnen de betrokken partijen zien waar zich de meeste ongevallen met wild voordoen. Men kan vervolgens de wegbeheerder adviseren om verkeersmaatregelen te treffen.
Financiële afhandeling
In het verleden kon iemand die een ree of hert aanreed aanspraak maken op een vergoeding door de poelier. Deze regeling is voorbij en in overleg met het Funktioneel Parket dat toezicht houdt op deze wetgeving, is besloten dat de gelden op een rekening van de Fauna-beheereenheid worden gestort.
Hiervan worden niet alleen de kosten voor de inzet van de valwildverlofhouder betaald, er kunnen wildwerende voorzieningen (hekken of wildspiegels) langs wegen van bekostigd worden.
Met deze regeling streven de betrokken partijen er naar dat aangereden wild niet meer aan haar lot wordt overgelaten en dat er bij een aanrijding met wild snel en adequaat gehandeld wordt.
Einde bericht
---
---
---
---- --