Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht
PB07-026
30 maart 2007
Overheid realiseert overschot van 3,0 miljard
In 2006 was het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van de overheid
voor het eerst in zes jaar positief. Het overschot bedroeg 3,0 miljard euro. Het
EMU-saldo is daarmee uitgekomen op 0,6 procent van het bruto binnenlands
product (bbp). In 2005 was er nog een licht tekort van 0,3 procent. Vooral door
het overschot en de verkoop van aandelen is de overheidsschuld sterk
gedaald. De EMU-schuldquote daalde van 52,7 procent in 2005 naar 48,7
procent in 2006. Dit blijkt uit de eerste ramingen van het CBS.
Ruim overschot Rijk
Het ruime overheidsoverschot van 3,0 miljard euro is vooral te danken aan het
Rijk. Dat gaf vorig jaar 4,8 miljard euro minder uit dan het ontving. Door de
aantrekkende economie waren de belastingopbrengsten flink hoger dan in
2005. Verder namen ook de aardgasbaten fors toe. De rest van de centrale
overheid had een overschot van 0,2 miljard euro.
De lokale overheid en de sociale fondsen boekten een tekort. Wel was het
tekort van de lokale overheid met 0,2 miljard euro het laagste in zes jaar. In
2005 kwam de lokale overheid nog 1,0 miljard euro tekort. Gemeenten en
waterschappen hadden net als in voorgaande jaren een tekort, de provincies
echter realiseerden opnieuw een overschot. De sociale fondsen kenden vorig
jaar een groot tekort van 1,8 miljard euro.
Overheidsschuld daalt flink
De overheidsschuld ofwel de EMU-schuld is in 2006 op 48,7 procent van het
bbp uitgekomen. In 1993 bereikte de EMU-schuldquote een piek van 78,5
procent. Daarna is de quote gedaald tot 50,5 procent in 2002. Vervolgens nam
de quote weer licht toe tot 52,7 procent in 2005. De Europese bovengrens ligt
op 60 procent.
ln.... 257,0 miljard euro. Door het overschot bij het Rijk en opbrengsten uit verkoop
De overheidsschuld is in 2006 met iets meer dan 9 miljard euro gedaald tot
van aandelen (KPN en TNT) hoefde de overheid minder staatsleningen uit te
sbc.... fors af, met meer dan 4 miljard euro.
geven en heeft ze meer kunnen aflossen. De obligatieschuld nam af met bijna
5 miljard euro. Verder nam het uitstaande kortlopende schuldpapier (DTC's)
www
CBS Persbericht PB07-026 pagina 1 van 3
Technische toelichting
EMU-saldo en EMU-schuld
Het EMU-saldo is het verschil van inkomsten en uitgaven van de overheid.
Inkomsten en uitgaven worden daarbij geboekt in het jaar dat economische
waarde gecreëerd wordt of wanneer een recht dan wel verplichting ontstaat.
De EMU-schuld is de schuld van de overheid gewaardeerd tegen nominale
waarde (niet op marktwaarde). De zogenaamde handelskredieten en
transitorische posten worden niet in de schuld meegenomen. De onderlinge
schulden tussen de Nederlandse overheden tellen ook niet mee.
De EMU-schuldquote geeft de verhouding weer tussen de EMU-schuld en het
bbp.
Methode
De gepubliceerde cijfers over 2006 vormen de eerste ramingen van het CBS
voor de sector overheid over 2006. De cijfers voor 2004, 2005 en 2006
kunnen later nog worden aangepast, met name bij de reguliere jaarlijkse
aanpassing van de Nationale rekeningen in juli. Over 2005 is nieuwe
statistische informatie van de lokale overheid en sociale fondsen verwerkt.
Deze informatie is verkregen op basis van de zogenaamde 'Informatie voor
derden' van gemeenten en provincies, en jaarverslagen van sociale fondsen.
De overheid omvat de centrale overheid (voornamelijk het Rijk), de lokale
overheid (gemeenten, waterschappen, provincies, e.d.) en de sociale fondsen.
Het CBS verzamelt voor de samenstelling van de cijfers gegevens bij de
belangrijkste overheden en completeert deze met aanvullende ramingen voor
de ontbrekende instellingen.
EDP-notificatie
De cijfers worden ook naar de Europese Commissie gestuurd in het kader van
de excessievetekortenprocedure ('Excessive Deficit Procedure'). De levering
vindt plaats voor 1 april van elk jaar en heeft betrekking op de gegevens van
het jaar ervoor. De cijfers in dit persbericht sluiten aan bij de EDP-notificatie
van Nederland aan de Europese Commissie van 30 maart 2007.
Tabel 1: EMU-saldo van de overheid
2002 2003 2004 2005 2006
mld euro
EMU-tekort (-)/overschot (+) -9,2 -14,9 -8,8 -1,3 3,0
Bruto binnenlands product (bbp) 465,2 476,9 489,9 505,6 527,9
uitgedrukt als % bbp
EMU-tekort (-)/overschot (+) -2,0 -3,1 -1,8 -0,3 0,6
Bron: CBS
CBS Persbericht PB07-026 pagina 2 van 3
Tabel 2: EMU-saldo naar overheidslaag
2002 2003 2004 2005 2006
mld euro
Overheid, waarvan: -9,2 -14,9 -8,8 -1,3 3,0
Centrale overheid -4,8 -13,4 -8,3 0,7 5,0
Lokale overheid -2,3 -1,5 -0,9 -1,0 -0,2
Sociale fondsen -2,1 0,1 0,4 -1,0 -1,8
uitgedrukt als % bbp
Overheid, waarvan: -2,0 -3,1 -1,8 -0,3 0,6
Centrale overheid -1,0 -2,8 -1,7 0,1 0,9
Lokale overheid -0,5 -0,3 -0,2 -0,2 0,0
Sociale fondsen -0,4 0,0 0,1 -0,2 -0,3
Bron: CBS
Tabel 3: EMU-schuld naar overheidslaag
2002 2003 2004 2005 2006
mld euro
Overheid, waarvan: 234,9 248,0 257,6 266,3 257,0
Centrale overheid 195,8 208,7 218,0 225,1 215,6
Lokale overheid 38,8 39,0 39,4 41,0 41,2
Sociale fondsen 0,4 0,4 0,2 0,3 0,2
uitgedrukt als % bbp
Overheid, waarvan: 50,5 52,0 52,6 52,7 48,7
Centrale overheid 42,1 43,7 44,5 44,5 40,8
Lokale overheid 8,3 8,2 8,0 8,1 7,8
Sociale fondsen 0,1 0,1 0,0 0,1 0,0
Bron: CBS
CBS Persbericht PB07-026 pagina 3 van 3
---- --