abcdefgh
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
30 maart 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
DGTL/07.005831/Sp/FvH -
Onderwerp
IJzeren Rijn; stand van zaken
Geachte voorzitter,
In deze brief geef ik de stand van zaken van het dossier IJzeren Rijn, naar aanleiding van
het verzoek van de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat d.d. 16 maart 2007
(kenmerk 07-VW-B-014). Tevens beantwoord ik in deze brief (onder punt 5) de vragen
van enkele leden van de Kamer die door u op 20 maart 2007 met het stenografisch
verslag van het ordedebat van die dag aan mij zijn doorgeleid (uw kenmerk 207-023).
1. IJzeren Rijn: structurele modernisering
Bij brief van 13 september 2006 (Kamerstuk 2006-2007, 27.737 nr. 13) heeft mijn
ambtsvoorganger u geïnformeerd over de stand van zaken op dat moment.
Sindsdien wordt onder regie van België en Nederland gezamenlijk en in harmonie gewerkt
aan de afgesproken actualisering van de volgende werkonderdelen:
a) de vervoersprognoses van met name het doorgaande goederenvervoer over de
IJzeren-Rijn -spoorverbinding tussen België en Duitsland;
b) de maatschappelijke kosten-baten-analyse (MKBA) van de volledige IJzeren Rijn -
spoorverbinding tussen Antwerpen en het Ruhrgebied;
c) de spoor- en inpassingsontwerpen voor de modernisering van het Nederlandse
gedeelte van de IJzeren Rijn;
d) de kostenraming van de onder (c) bedoelde werken.
Postadres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171
Bezoekadres Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895
Internet www.verkeerenwaterstaat.nl
Bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
DGTL/07.005831/Sp/FvH
ad (a): De vervoersprognoses worden gemaakt - in opdracht van Infrabel en ProRail - door
twee Belgisch/Nederlandse bureaucombinaties. De resultaten zijn nog niet volledig, want
er is, als gevolg van de complexiteit van het vraagstuk, enige vertraging opgetreden bij de
werkzaamheden van de bureaus. Men verwacht dat de resultaten in de loop van april
beschikbaar zullen komen; ik zal u in een volgende stand van zaken brief daarover nader
informeren.
ad (b): De MKBA zal worden gemaakt door één van de bureaucombinaties die de
vervoersprognoses opstellen, en wel in aansluiting daarop. De werkzaamheden voor de
MKBA zijn derhalve nog niet gestart.
ad (c): De actualisering - door ProRail - van de spoor- en inpassingsontwerpen is gestart.
Als gevolg van de vertraging bij werkonderdeel (a) treedt in nu ook dit werkonderdeel (c)
enige vertraging op; ProRail kan nog niet overzien of deze vertraging nog zal kunnen
worden ingehaald.
ad (d): De actualisering - door ProRail - van de kostenraming volgt op onderdeel (c), en is
dus nog niet gestart.
De door beide bewindspersonen ingestelde Commissie van Onafhankelijke Deskundigen
(COD) begeleidt en adviseert bij bovengenoemde werkzaamheden. Vervolgens zal de
COD, op basis van de resultaten van de bovengenoemde werkzaamheden, een advies
opstellen voor de beide bewindslieden, met daarin een actueel overzicht van de kosten en
baten van het Nederlandse gedeelte van het project, en een voorstel (op basis van de
arbitrage-uitspraak) voor de verdeling van de investeringskosten tussen België en
Nederland. Volgens de huidige planning zal dat in de eerste helft van 2008 geschieden.
Aansluitend volgt overleg tussen de Belgische en Nederlandse bewindspersonen om, mede
op basis van het advies van de COD, tot definitieve afspraken te komen over het vervolg
van het project.
2. IJzeren Rijn: "tijdelijk rijden"
Zoals bekend wil België graag, voorafgaand aan de modernisering van het historisch tracé,
alvast met een beperkt aantal goederentreinen rijden over het historisch tracé. Dit noemt
men "beperkt tijdelijk rijden".
Zoals eveneens bekend is Nederland (al vanaf 2001) tégen het beperkt tijdelijk rijden,
omdat met name de woonwijken in Roermond-zuid en het natuurgebied De Meinweg
daardoor forse overlast zouden krijgen. Eind 2004 heeft de Tweede Kamer unaniem de
motie Hessels/Hofstra (Kamerstuk 29.579, nr. 14) aangenomen die dit Nederlandse
standpunt ondersteunt: "geen tijdelijk rijden over het historisch tracé vóórdat dit
deugdelijk is gemoderniseerd." Ik schaar me volledig achter dit standpunt.
Beide landen blijven overigens bij hun standpunt. Bij mijn recente kennismakingsgesprek
met mijn Belgische federale collega, staatssecretaris Bruno Tuybens, heeft deze de
Belgische wens opnieuw aan de orde gesteld. Ik heb - in lijn met het bovenstaande -
geantwoord dat er bij de huidige ligging van het historisch tracé geen sprake kan zijn van
tijdelijk rijden door de woonwijken van Roermond en door het Meinweggebied.
---
DGTL/07.005831/Sp/FvH
3. Eiserner Rhein in Duitsland
In Duitsland is de Bundesregierung bevoegd in spoorzaken. Deze heeft vanouds het
standpunt ingenomen dat heropening van de IJzeren Rijn akkoord is, mits via het
bestaande tracé in Duitsland, dus via de bestaande grensovergang Dalheim.
In 2006 heeft Verkeersminister Wittke van de deelstaatregering van Nord Rhein Westfalen
opdracht gegeven om een alternatievenstudie te doen, ter ontlasting van de dorpen en
steden langs het bestaande tracé in Duitsland. Blijkens mediaberichten is die studie gereed,
maar de studie is nog niet gepubliceerd, en is ons nog niet bekend.
In recente mediaberichten was sprake van een zogenaamd A52-tracé: een nieuwe
spoorlijn van Roermond-noord tot Mönchengladbach, gedeeltelijk gebundeld met de
Autobahn A52.
In mijn recente gesprek met staatssecretaris Tuybens heb ik gezegd dat zo'n alternatief
tracé voor zowel Nederland als voor België het overwegen waard lijkt, maar dat
Nederland, gezien het Scheidingsverdrag, niet in de positie is om daarover als eerste een
standpunt in te nemen.
Omdat in Duitsland de Bundesregierung in Berlijn over spoorzaken gaat is als eerste
relevant wat mijn Duitse federale collega ervan vindt. Een nieuwe spoorlijn zoals het A52-
tracé zal waarschijnlijk een investering van enkele honderden mio Euro vergen. En
vervolgens is relevant welke opstelling België kiest.
Voor Nederland geldt dus dat we inhoudelijk niet kunnen reageren op een nog niet
bekend rapport, en dat we eerst de ontwikkelingen in Duitsland, én de Belgische reactie
daarop met belangstelling volgen. Immers, Nederland is gebonden aan het
Scheidingsverdrag en het Belgische recht van doortocht via het historisch tracé. Afwijken
van het historisch tracé kan uitsluitend indien België ermee instemt; dit is in de arbitrage-
uitspraak nogmaals expliciet vastgelegd.
Overigens: ingeval de Duitse ontwikkelingen ertoe leiden dat Duitsland serieus van plan is
om een nieuwe spoorlijn te willen aanleggen, én als België daarmee instemt, dan leidt dat
tot een flinke aanpassing van het actualiserings-proces dat onder punt 1 is behandeld.
4. Spoorbaanvak Budel/grens - Weert
Dit spoorbaanvak is recent in de publiciteit gekomen, omdat er enkele goederentreinen
over heen reden. Hierbij ontstond de zorg dat sprake was van sluipende opening van de
IJzeren Rijn. Ik begrijp deze zorg, maar die is naar mijn overtuiging niet terecht.
Het spoorbaanvak Budel - Weert is onderdeel van het openbaar beschikbare spoorwegnet
en werd tot 2004 regelmatig doch beperkt gebruikt door goederentreinen. In 2005 heeft
een spoorvervoerder "treinpaden" aangevraagd via dit spoorbaanvak. Die vervoerder rijdt
goederentreinen door Nederland naar Antwerpen, momenteel via Weert - Eindhoven -
Brabantroute - Roosendaal; de route via Weert - Budel/grens - Antwerpen is veel korter.
Afgelopen maanden is het groot onderhoud aan dit spoorbaanvak uitgevoerd dat na
enkele jaren niet-gebruik nodig was.
De gemeenten in de regio en de Limburgse Milieufederatie hebben zich met alle mogelijke
procedurele middelen verzet tegen gebruik van de spoorlijn, omdat men het ziet als een
sluipende ingebruikneming van de IJzeren Rijn.
---
DGTL/07.005831/Sp/FvH
De Rechtbank van Maastricht heeft in haar uitspraak van 24 januari 2007 (LJN: AZ8172,
Voorzieningenrechter, AWB 07/62 Wet VV) evenwel aangegeven dat er geen sprake is
van reactivering van de IJzeren Rijn, maar dat er sprake is van beheer en onderhoud van
een deel van het hoofdspoornet. Op basis van haar publieke taak is ProRail verplicht deze
reguliere onderhoudstaak uit te voeren.
Dit standpunt van de rechtbank herbevestigt het standpunt van mijn ambtvoorganger,
zoals zij in december 2006 in een brief aan de Tweede Kamer heeft toegelicht (Kamerstuk
2006-2007, 27.737, nr. 15). Ik deel dit standpunt volledig.
Vanaf medio maart j.l. was het baanvak weer beschikbaar voor treinverkeer en zoals
bekend hebben er inmiddels al weer doorgaande goederentreinen over dat baanvak
gereden. Daarmee is voor het betreffende baanvak de situatie van 2004 hersteld, maar dit
betekent naar mijn stellige overtuiging geen sluipende opening van de IJzeren Rijn. Zie
ook de beantwoording onder paragraaf 2.
5. Vragen vanuit de Kamer dd 20 maart 2007
De heer Hessels heeft in het ordedebat in uw Kamer op 20 maart j.l. mede namens de
Kamerleden Roefs en De Krom verzocht om een brief waarin ik duidelijk maak op welke
wijze ik de motie Hessels/Hofstra (Kamerstuk 29.579, nr. 14), die december 2004
unaniem door de Kamer is aangenomen, zal uitvoeren. Tevens vroeg hij om in die brief te
vermelden welke stappen ik zal zetten om te bevorderen dat de IJzeren Rijn alsnog wordt
gereactiveerd, maar niet via een sluipweg en niet voordat alle maatregelen op het terrein
van de veiligheid, het milieu en de leefbaarheid zijn genomen.
Ik heb mijn antwoorden op bovenstaande vragen verwerkt in de eerdere delen van deze
brief en ik verwijs u kortheidshalve daarnaar.
In aanvulling daarop wil ik benadrukken dat het rijden met goederentreinen over het
spoorbaanvak Budel/grens - Weert geen "sluipweg" is, maar vervoer dat geheel volgens
de in Nederland geldende wettelijke eisen plaatsvindt, ook op het terrein van de veiligheid,
het milieu en de leefbaarheid.
Tijdens hetzelfde debat stelde de heer Duyvendak de aanvullende vraag: "Oud-minister
Peijs heeft gezegd dat de Belgen tot sint juttemis konden wachten. Graag verneem ik van
minister Eurlings wanneer dat is."
Ik hecht eraan om de bedoelde uitspraak van mijn ambtsvoorganger in zijn context te
plaatsen, en citeer daarom letterlijk uit de Handelingen van uw Kamer van 7 juni 2005 (TK
87, blz. 87-5217). Minister Peijs reageerde in een debat over de IJzeren Rijn op de
suggestie van het Kamerlid Koopmans, die voorstelde om de Belgen tot sint juttemis te
laten wachten, als volgt:
"Wat het sint-juttemisplan betreft ben ik blij dat de heer Koopmans er niet een
plan van heeft gemaakt van de Heilige Antonius van de verloren zaken, want dat
zou veel erger zijn geweest. Ik heb geprobeerd om uw sint-juttemisplan in te
vullen: eerst wachten wij af, dan komt er een begrotingswet en dan gaan wij
bezien hoeveel het alles bij elkaar moet kosten. Ik kan er geen jaartal bij noemen,
omdat ik niet weet wanneer de eerste stap wordt gezet. Dat is aan de Belgen, en
u begrijpt dat wij er geen behoefte aan hebben om hen op te jagen. Als dat het
sint-juttemisplan mag zijn, ben ik daar helemaal voor."
---
DGTL/07.005831/Sp/FvH
Mijn ambtsvoorganger gaf daarmee aan dat zij in dit dossier weliswaar loyaal de arbitrage-
uitspraak ging uitvoeren, maar dat het voortouw bij de Belgen ligt, en dat de Belgen dus
ook het tempo van het project bepalen.
Ik wil op dezelfde wijze omgaan met dit dossier.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat