Vragen over omstreden inbezitname Palestijns flatgebouw
30 maart 2007
Tijdens hun reis naar Israel en de Palestijnse gebieden werden Femke Halsema en Mariko Peters geconfronteerd met berichten over het op wederechtelijke wijze in bezit nemen van een Palestijnse flat in Hebron door Isrealische kolonisten. Zij stellen daarover de volgende kamervragen aan de minister van Buitenlandse Zaken.
Vragen van de leden Halsema en Peters (beide GroenLinks) aan de minister van Buitenlandse zaken1.
1. Bent u bekend met de omstreden aankoop en inbezitname op 19 maart 2007 door enkele honderden Israelische kolonisten van een Palestijns flatgebouw in de stad Hebron middenin de bezette Palestijnse gebieden op de Westbank , zoals ondermeer veroordeeld door de Israelische mensenrechtenorganisatie BTselem?
2. Kunt u conform de Speciale Rapporteur van de Vernigde Naties, John Dugard, bevestigen dat deze praktijk van kolonisatie en nederzettingen op de West Bank, die met steun van het Israelische leger wordt voortgezet, illegaal is en strijdig met het intenationale recht?
3. Bent u ermee bekend dat het een bezettende macht volgens internationaal recht ook verboden is particuliere overname van bezit van een bezet volk te steunen of te gedogen, omdat de Haagse Conventies het aanbrengen van permanente veranderingen in bezet gebied alleen toelaten voor militaire noodzakelijke doeleinden of ter verbetering van de omstandigheden van de lokale bevolking?
4. Bent u bereid deze nieuwe nederzetting publiekelijk te veroordelen? Zonee, waarom niet?
5. Bent u ermee bekend dat ter bescherming van deze kolonisten het Israelische leger een steriele buffer inricht van enkele kilometers op het land en rondom de huizen van tientallen Palestijnse families waardoor hen de vrijheid van verkeer en verblijf in de eigen stad wordt ontnomen? Deelt u de mening dat de lokale bevolking rondom de nieuwe nederzetting een zeer groot risico loopt binnenkort aan ditzelfde leed te worden onderworpen?
6. Bent u zich ervan bewust dat de Israelische minister van Defensie Peretz de bevoegdheid heeft om binnen 30 dagen na inname van de nieuwe nederzetting, d.w.z. tot 18 april 2007, opdracht tot ontruiming te geven zonder rechterlijke tussenkomst?
7. Deelt u de mening dat met een spoedige opdracht tot ontruiming veel menselijk leed voorkomen kan worden, in de vorm van ondermeer jarenlange juridische procedures?
8. Bent u bereid er via de Nederlandse ambassadeur te Tel Aviv publiekelijk en met spoed bij minister Peretz op aan te dringen dat deze voor ommekomst van de 30 dagen-termijn opdracht tot ontruiming geeft? Zonee, waarom niet? Zoja, wilt u de Kamer schriftelijk verslag doen van de demarche en de uitkomst ervan?
9. Bent u gelet op de snelle verstrijking van de 30 dagen-periode bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden?
GroenLinks