Ministerie van Defensie
KAMERVRAGEN EN ANTWOORDEN
30-03-2007
Antwoord op vragen over Nederlandse militaire steun aan de oorlog in
Irak
Vraagsteller: Pechtold (D66)
Hierbij bied ik u, mede namens de minister-president en de minister
van Buitenlandse Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
van het lid Pechtold (D66) over Nederlandse militaire steun aan de
oorlog in Irak, ingezonden 22 maart 2007.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de minister-president, de
minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie over
Nederlandse militaire steun aan de oorlog in Irak. (Ingezonden 22
maart 2007)
1. Kent u de radio-uitzending 1) over militaire betrokkenheid van
Nederland bij de inval in Irak in 2003? Hoe beoordeelt u de informatie
van anonieme bronnen in deze uitzending die de Nederlandse militaire
betrokkenheid bevestigt?
Ja. De informatie van de in het artikel niet nader genoemde bronnen is
onjuist: er is geen sprake geweest van betrokkenheid van Nederlandse
militairen bij de inval in Irak of de voorbereidingen daarop.
2. Zijn er eenheden of delen van eenheden van de Nederlandse
krijgsmacht betrokken geweest bij de voorbereiding van de inval in
Irak of bij de inval in Irak in 2003? Zijn er eenheden of delen van
eenheden betrokken geweest bij het verzamelen van intelligence voor
deze inval en de militaire acties die daar uit volgden?
Nee. Zie ook de antwoorden van de minister van Defensie, mede namens
de minister van Buitenlandse Zaken, van 2 april 2003 op de vragen van
het lid Van Bommel (TK 2002-2003 nr. 1041 en nr. 1042) en van het lid
Karimi (TK 2002-2003 nr. 1043 en nr. 1109).
3. Waarom was luitenant-kolonel Blom aanwezig bij de eerste
belangrijke persconferentie van de bevelhebber van de Amerikaanse
troepen in Irak, generaal Franks?
De omstandigheden die hebben geleid tot de aanwezigheid van een
Nederlandse officier bij de persconferentie van generaal Franks,
commandant van het Amerikaanse Central Command (CENTCOM) op zaterdag
22 maart jl. in Qatar zijn uiteengezet in de brief van de minister van
Defensie van 24 maart 2003 (23 432, nr. 101). De minister van Defensie
heeft de prominente aanwezigheid van de Nederlandse officier bij de
Amerikaanse persconferentie destijds betreurd, omdat hierdoor mogelijk
de indruk werd gewekt dat Nederland in weerwil van het kabinetsbeleid
namelijk een militaire bijdrage leverde aan het militaire optreden
tegen Irak.
4. Hebben Nederlandse militairen in maart 2003 samengewerkt met Deense
militairen op Irakees grondgebied? Wat is uw reactie op de verwijzing
hiernaar in het uitgelekte rapport van Deense commandoâs? 2)
Nee. De regering is niet bekend met een Deens rapport van deze
strekking. Zie ook de antwoorden van de minister van Defensie, mede
namens de minister van Buitenlandse Zaken, van 2 april 2003 op de
vragen van het lid Van Bommel (TK 2002-2003, nr. 1042).
5. Hebben Nederlandse F16âs verkenningsvluchten boven Irak uitgevoerd
in de periode oktober - november 2002? Is er sprake geweest van één
of meerdere noodlandingen? Klopt het dat een Nederlandse militair
informatie hierover van zijn website heeft moeten verwijderen? 3)
Nee. Zie ook de antwoorden van de minister van Defensie, mede namens
de minister van Buitenlandse Zaken, van 2 april 2003 op de vragen van
het lid Van Bommel (TK 2002-2003, nr. 1041).
6. Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het plenaire debat over
Irak, dat is voorzien in week 14?
Ja.
1) Argos, 16 maart 2007
2) idem
3) idem