Beantwoording vragen leden Ferrier, Van der Staaij en Voordewind over de
schendingen van mensenrechten van gelovigen in Eritrea
29-03-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke
vragen gesteld door de leden Ferrier, Van der Staaij en Voordewind
over de schendingen van mensenrechten van gelovigen in Eritrea. Deze
vragen werden ingezonden op 12 maart 2007 met kenmerk 2060709310.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken en de
heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van
de leden Ferrier (CDA), Van der Staaij (SGP) en Voordewind
(ChristenUnie) over de schendingen van mensenrechten van gelovigen in
Eritrea.
Vraag 1
Hebt u kennis genomen van het overlijden van christenen, onder andere
in de militaire gevangenis in Eritrea, waarbij werd geconstateerd dat
de reden tot arrestatie uitsluitend was het organiseren van
christelijke samenkomsten en waarbij de dood het gevolg was van
ernstige mishandeling door de autoriteiten en het ontzeggen van
medische verzorging? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de conclusie dat de behandeling van de meer dan 2.000
gevangenen die vanwege hun geloof vastzitten, waarvan een aantal al
vanaf 2002, een ernstige schending van de mensenrechten is? Zo neen,
waarom niet?
Antwoord
Ja, wij delen de conclusie dat het gevangen zetten van mensen vanwege
hun geloof een ernstige schending van de mensenrechten betreft. De
regering ziet het arresteren van mensen vanwege het uitoefenen van hun
geloof als strijdig met het internationale verdrag inzake
burgerrechten en politieke rechten en de verklaring inzake de
uitbanning van alle vormen van intolerantie en discriminatie op basis
van religie (1981).
Vraag 3
Bent u bereid deze feiten wederom aan de orde stellen in uw contacten
met de autoriteiten in Eritrea? Zo ja, op welke wijze gaat u dat doen?
Antwoord
In bilaterale contacten komt het onderwerp steevast terug. Tot nu toe
met, helaas, weinig resultaat. Wij hebben onze
mensenrechtenambassadeur verzocht op korte termijn naar Eritrea te
reizen om de zorgen over de mensenrechtensituatie in het land over te
brengen, in het bijzonder betreffende de onzekere status van
godsdienstige groeperingen. Gegeven het feit dat de Eritrese regering
een registratieverplichting heeft ingesteld, vindt Nederland dat de
regering in gebreke blijft door de registratieverzoeken van deze
godsdienstige groeperingen niet af te handelen.
Uiteraard zal de Tweede Kamer een verslag van de reis van de
mensenrechtenambassadeur ontvangen. Daarnaast heeft Nederland in de
vierde zitting van de Mensenrechtenraad aandacht gevraagd voor de
schending van mensenrechten van gelovigen in Eritrea.
Vraag 4
Is het waar dat er aanwijzingen zijn dat het bewind naast het oppakken
van leden van niet-geregistreerde kerkgenootschappen nu ook leden van
de officiële kerken bedreigt? Zo ja, kunt u tevens dit in uw
bilaterale contacten aan de orde stellen?
Antwoord
Of er sprake is in Eritrea van bedreiging van leden van de officiële
kerken kan de Nederlandse regering niet bevestigen. Wel is er sprake
van toenemende overheidscontrole op de officiële kerken. Een voorbeeld
hiervan is de omstreden afzetting en plaatsing onder huisarrest van de
Patriarch van de Orthodoxe Kerk. De Patriarch zou zich hebben verzet
tegen de toenemende bemoeienis van de Eritrese overheid met kerkelijke
aangelegenheden. De mensenrechtenambassadeur zal dit punt in zijn
bezoek tevens aan de orde stellen.
Vraag 5
Heeft de evaluatie voorzien in de eerste helft van 2006, waarnaar u
verwijst in uw antwoord op schriftelijke vragen 2), ter verscherping
van de politieke dialoog tussen de Europese Unie en Eritrea inmiddels
plaatsgevonden? Zo ja, wat is hiervan de conclusie? Zo neen, waarom
niet? Kunt u in uw beantwoording de motie-Van der Staaij / Ferrier 3)
meenemen?
Antwoord
Graag verwijs ik naar mijn brief van 29 maart (kenmerk DAF-304/07) aan
uw Kamer inzake religieuze minderheden in Eritrea.
1) Compass Direct News, 22 februari 2007
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2005-2006, nr. 960
3) Kamerstuk 30 800 V, nr. 38
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken