Manifest NFK over dure geneesmiddelen
Kamerstuk, 30 maart 2007
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-CB-U-2756948
30 maart 2007
In uw brief van 13 maart 2007 verzoekt u mij te reageren op het
manifest van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties
(NFK) over de dure geneesmiddelen.
Ik heb recent kennis kunnen nemen van het manifest van de NFK, dat mij
op 5 maart 2007 is toegestuurd. De NFK geeft aan dat er signalen zijn
van onderbehandeling van patiënten met dure geneesmiddelen. De NFK
stelt dat deze verschillen een financiële oorzaak hebben en wijt deze
verschillen aan de bestaande bekostigingsystematiek op basis van de
beleidsregel dure geneesmiddelen. De organisatie roept daarom op tot
een aanpassing in de bekostigingsystematiek.
Ik wil hier de volgende reactie op geven.
Zoals u bekend is, heeft mijn voorganger minister Hoogervorst in 2005
een uitgebreid onderzoek gedaan naar de eventuele onderbehandeling van
patiënten met dure geneesmiddelen. Destijds werd er door partijen
aangegeven dat er verschillen bestonden in de behandeling van
patiënten met dure geneesmiddelen. Deze verschillen zouden veroorzaakt
worden door de bekostigingssystematiek van de dure geneesmiddelen en
financiële afwegingen in ziekenhuizen. De minister van VWS heeft in
zijn rapportage in juni 2005 aangegeven dat het niet mogelijk was om
de aard en de omvang van de problematiek in kaart te brengen. Geen van
de betrokken partijen was in staat aan te geven in welke gevallen er
sprake was van onderbehandeling. Bovendien bleek het niet mogelijk
inzicht te krijgen in de afwegingen die er binnen de instellingen
werden gemaakt. Onderbehandeling kon dus niet worden aangetoond.
Desondanks is de beleidsregel dure geneesmiddelen naar de wens van
betrokken partijen op verschillende punten aangepast om de eventuele
verschillen tussen instellingen weg te nemen en de opname van nieuwe
middelen op de beleidsregel te versnellen. Daarbij zijn betrokkenen
opgeroepen om vermoedens van onderbehandeling bij patiënten te melden
aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg, zodat kan worden onderzocht
of er daadwerkelijk sprake is van onderbehandeling en wat hiervan de
oorzaak is. In december 2006 heeft mijn voorganger u laten weten dat
er slechts enkele meldingen bij de Inspectie zijn gedaan. Deze boden
evenmin zicht op eventuele onderbehandeling of de oorzaken daarvan.
De NFK verwijst naar onderzoeken van patiëntenverenigingen voor
specifieke aandoeningen, waaruit blijkt dat er in 2006 minder
patiënten zijn behandeld met de dure middelen Velcade en Herceptin,
dan op basis van de richtlijnen werd verwacht. Op basis van
schattingen van het aantal patiënten en het aantal behandelingen met
het middel Herceptin, concludeert de BorstkankerVereniging Nederland
(BVN) dat niet alle patiënten die in aanmerking komen voor dit
geneesmiddel er daadwerkelijk mee zijn behandeld. Het wordt niet
duidelijk uit het onderzoek waarom het aantal patiënten lager ligt dan
de verwachte aantallen. Mogelijk spelen hierbij financiële afwegingen
een rol, maar het is goed mogelijk dat ook andere factoren, zoals
kennis van de behandelaar met de behandelmethode, of voorkeuren van
behandelaar en patiënt hierop van invloed zijn. De BVN merkt zelf op
dat er weinig bekend is over de naleving van de richtlijnen.
De conclusie van het onderzoek naar het gebruik van het middel Velcade
voor de ziekte van Kahler wordt in het bijgevoegde document nauwelijks
onderbouwd. Ook de Patiëntenvereniging voor Kahler (de CKP) merkt op
dat de introductie van dure geneesmiddelen door verschillende oorzaken
vertraagd kan worden. Het middel Velcade is in februari 2006 opgenomen
op de beleidsregel en wordt met terugwerkende kracht vergoed vanaf 1
januari 2006. Ik acht het waarschijnlijk dat het gebruik van dit
geneesmiddel in de komende jaren sterk zal stijgen, zoals ook bij het
middel Herceptin het geval is geweest.
De conclusies van de NFK op basis van deze onderzoeken, dat er sprake
is van onderbehandeling, deel ik vooralsnog niet. Ik zal de NFK echter
uitnodigen om deze onderzoeken nader toe te lichten.
Voorts schrijft de NFK dat de stijgende kosten van dure geneesmiddelen
steeds meer druk leggen op de ziekenhuisbudgetten. Om deze kosten van
de (dure) geneesmiddelen op te vangen, is er in 2006 EUR 112 miljoen
extra financiële ruimte beschikbaar gesteld. Vanaf 2007 is er een
bedrag van EUR 120 miljoen extra beschikbaar voor de inzet van dure
geneesmiddelen. Uit de beschikbare cijfers over het jaar 2006 blijkt
dat er, ten opzichte van 2005, slechts sprake is van een groei van
ruim EUR 50 miljoen. De middelen die extra beschikbaar zijn gesteld
zijn vooralsnog dus toereikend om deze groei op te vangen.
Naast het beschikbaar stellen van extra geld voor dure geneesmiddelen,
is er ook besloten om de kostenontwikkeling van deze middelen
nauwkeuriger te volgen. Op het verzoek van mijn voorganger heeft de
Stichting Farmaceutische Kerngetallen (SFK) de Monitor dure
geneesmiddelen ontwikkeld. Er is met de koepels van de ziekenhuizen,
de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU) en de
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) langdurig gesproken over
de monitor. Hoewel alle betrokkenen het belang van de monitor
erkenden, bleek het verzamelen van de gegevens uit de algemene
ziekenhuizen nog tot flinke discussie te leiden. Hierdoor is de SFK
pas recent gestart met de verzameling van gegevens. De eerste analyses
verwacht ik begin mei 2007. Deze monitor zal meer inzicht geven in de
ontwikkeling van de kosten van dure geneesmiddelen, in relatie tot het
totale ziekenhuisbudget.
De NFK wijst tevens op problemen met betrekking tot geneesmiddelen die
niet op de lijst dure geneesmiddelen staan en op het off-label gebruik
van dure middelen. Ik wil benadrukken dat er een kostencriterium voor
opname op de beleidsregel is ingesteld om onderscheid te maken tussen
dure geneesmiddelen en geneesmiddelen waarbij de combinatie van de
kosten en het aantal patiënten zwaar drukt op het ziekenhuisbudget. De
beleidsregel is bedoeld om het budget voor die laatste categorie te
ontlasten, maar niet om de kosten van alle dure behandelingen te
bekostigen. Hiervoor heeft het ziekenhuis voldoende ruimte binnen het
reguliere budget. Ik wijs er overigens op dat het in de nabije
toekomst de bedoeling is om over te gaan op prestatiebekostiging op
basis van DBCs, waarbij er een duidelijkere relatie is tussen de
geleverde zorg en de bekostiging van die zorg. Ik heb de Nza gevraagd
een voorstel te doen voor de bekostiging van dure geneesmiddelen in
DBCs. Ook in geval van prestatiebekostiging zal er sprake zijn van
bepaalde voorwaarden, zoals bewezen effectiviteit van de betreffende
geneesmiddelen voor verschillende aandoeningen of patiëntengroepen.
Gelet op bovenstaande overwegingen ben ik niet voornemens om, in
afwachting van een nieuwe bekostigingssystematiek, de beleidsregel
dure geneesmiddelen aan te passen. Wel zal ik de NFK uitnodigen voor
een gesprek om de door hun geschetste problematiek te bespreken.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport