scheidsrechters
Zes miljoen voor verbeteren positie scheidsrechters
Toespraak, 29 maart 2007
'De scheids moet gewoon weer de baas worden', zei staatssecretaris
Bussemaker tijdens de presentatie van het Masterplan Arbitrage. Het
plan is opgesteld door NOC*NSF en 14 sportbonden. Het plan valt in
goede aarde bij het kabinet, dat er de komende jaren zes miljoen euro
voor beschikbaar stelt.
Dames en heren,
Beste Erica,
Bedankt voor dit Masterplan Arbitrage met de veelzeggende titel:
Fluitend het veld op.
Ik wil alle 14 sportbonden en NOC*NSF complimenteren met de snelheid
en doortastendheid waarmee dit masterplan in een kort tijdsbestek tot
stand is gekomen. Daaruit spreekt duidelijk dat de sportwereld
betrokken is bij het probleem van de arbitrage.
Ik moet zeggen; dat is voor mij - in mijn functie als staatssecretaris
- een erg prettige eerste kennismaking met de sport!
Wat mij vooral opvalt, is dat ook sportbonden waarbij arbitrage een
minder opvallende rol speelt, zoals het wielrennen en de autosport,
zich met dit masterplan hebben beziggehouden. Ik zou willen dat meer
sectoren zo eensgezind nadachten over de problemen waarop ze stuiten.
Ik hoop dan ook dat ze een voorbeeld aan de sportwereld nemen!
Nauwelijks anderhalf jaar geleden verscheen de kabinetsnota Tijd voor
sport. Daarin werd voor het eerst duidelijk vastgesteld dat we snel
iets moesten gaan doen aan het toenemend tekort en het imago van de
scheidsrechter. Want een tekort aan scheidsrechters betekent een
directe aantasting van één van de hoofddoelen van de sport: het
deelnemen aan wedstrijden en competities.
U bent daar onmiddellijk op in gesprongen, met dit masterplan als
resultaat.
Het is uniek dat we gezamenlijk nadenken over arbitrage. Dat is nog
nooit eerder voorgekomen.
Waarschijnlijk hebben we veel te lang gedacht dat de scheidsrechters
zichzelf wel zouden redden. Maar het is nu overduidelijk dat we
stappen moeten ondernemen om het scheidsrechtersvak weer aangenamer te
maken. Ik ben dan ook blij dat we vandaag deze gezamenlijke aftrap
doen. Ik zal me de komende tijd hiervoor inzetten en ik vetrouw erop -
en dat blijkt ook wel duidelijk uit dit masterplan - dat de
sportbonden en NOC*NSF dat ook doen.
Ik heb het masterplan al even kunnen inzien en Erica Terpstra heeft er
zojuist ook al het een en ander over verteld. Het is een goed plan
waar we de komende tijd uitstekend mee uit de voeten kunnen.
Als leidraad is gekozen om de drie doelstellingen te verwezenlijken
die ook in het Sportprogramma Samen voor Sport, dat is gebaseerd op de
sportnota, staan.
Allereerst is dat het streven dat in 2011 90 procent van alle
wedstrijden in competitieverband geleid worden door gediplomeerde
scheidsrechters.
Momenteel varieert dat aantal sterk per bond. Van ongeveer 45 procent
bij voetbal tot ongeveer 70 procent bij korfbal.
Ik heb inmiddels gehoord dat u zelfs nog verder wilt gaan dan 90
procent en streeft naar een 100 procent score. Dat lijkt me een
ambitieus, maar uitstekend streven. Het betekent wel dat er de komende
jaren ongeveer 50.000 scheidsrechters opgeleid moeten worden.
Scheidsrechters die nu al op het veld staan, maar nog niet over de
nodige kennis beschikken, maar ook nieuwe scheidsrechters.
En daarmee kom ik op de tweede doelstelling uit het sportprogramma en
waaraan dit masterplan aandacht besteedt: het arbitercorps moet meer
een afspiegeling worden van de samenleving. Dat betekent onder andere
dat we meer vrouwen en meer allochtonen moeten stimuleren te fluiten
bij sportwedstrijden, en ook jongeren kunnen er al vroeg mee beginnen.
De derde doelstelling van het masterplan is het aanpakken van het
gezagsprobleem van de scheidsrechter. De scheids moet gewoon weer de
baas worden en niet langer het mikpunt zijn van ontevreden sporters.
Want juist de agressie tegen de scheidsrechters en het onsportieve
gedrag van zowel sporters als supporters schrikt veel aspirant
scheidsrechters af.
Uit het imago-onderzoek over arbitrage in de sport, dat later
vanmiddag wordt gepresenteerd, blijkt onder meer dat de meeste mensen
vooral aan voetbal denken als ze horen over problemen van
scheidsrechters. Dat geeft aan hoe beeldbepalend voetbal voor de sport
is.
Niet alleen gaat de meeste aandacht er naar uit, maar voetbal bepaalt
ook voor een groot deel het beeld dat mensen van sport in het algemeen
hebben.
Maar natuurlijk is het niet alleen het voetbal waar het misgaat.
Iedereen die wel eens naar een andere sportwedstrijd is geweest, kan
dat beamen.
Op het hockeyveld, het basketbalveld en het handbalveld worden de
beslissingen van de scheidsrechter soms met agressie beantwoord.
Dames en heren,
Natuurlijk kun je als staatssecretaris van sport niet alleen zeggen
dat er iets niet deugt in de sport en dat er het een en ander moet
veranderen.
Dan moet je er ook iets tegenover stellen.
Al bij het verschijnen van het Sportprogramma was er 500.000 euro per
jaar beschikbaar voor het Masterplan Arbitrage. Tijdens de behandeling
van de nota in de Tweede Kamer daar - via de motie Asma -nog eens twee
ton bij.
En nu het masterplan gereed is, kan ik zeggen dat het bedrag voor de
uitvoering van het plan tot 1 miljoen euro per jaar is opgetrokken.
Bij elkaar opgeteld hebben we voor de gehele periode van eind 2006 tot
eind 2011 bijna 6 miljoen euro beschikbaar voor de uitvoering van dit
plan.
Dit geld is bedoeld om invulling te geven aan de twee sporen die samen
het scheidsrechterprobleem moeten tackelen.
Voor het eerste spoor is bijna 4 miljoen euro beschikbaar.
Het is bestemd voor de 9 sportbonden die contactsporten in teamverband
organiseren. Ze kunnen met het geld invulling geven aan eigen
projecten. Dit zogenoemde specifieke spoor is belangrijk omdat elke
sport anders is en zijn eigen kenmerken en ook problemen heeft. Om het
arbiterprobleem goed aan te kunnen pakken, is maatwerk noodzakelijk.
Dat betekent ook dat er plannen moeten worden ontwikkeld die dicht bij
de sporters staan.
Een goed voorbeeld is het Arbitragecafé dat in de verschillende
regio's wordt gehouden voor waterpoloërs, hun coaches, media en
bestuurders. Tijdens dit café vinden er discussies plaats over
arbitrage en waarden en normen in het waterpolo.
Een ander initiatief dat mij aanspreekt is het
referee-for-tomorrow-project van de IJshockey Bond.
IJshockeyscheidsrechters kunnen, dankzij dit project, onder meer
deelnemen aan trainingskampen in top-ijshockeylanden.
Het tweede spoor, waarvoor de overige twee miljoen euro beschikbaar
is, is gericht op gezamenlijke activiteiten van NOC*NSF en de veertien
bonden die het masterplan hebben opgesteld.
Ik denk bijvoorbeeld aan het monitoren van de voortgang van het
masterplan, zoals het onderzoek waar ik al eerder naar verwees en dat
straks gepresenteerd wordt.
En het geld kan aangewend worden voor bijvoorbeeld algemene
deskundigheidsbevorderende activiteiten en voorlichtingsacties.
Dames en heren, ik ga afsluiten.
Ik zei het al eerder: ik ben erg blij dat we vandaag gezamenlijk de
aftrap doen voor het Masterplan Arbitrage. Het is een ambitieus plan
geworden, maar ook een plan dat móet slagen. Het moet slagen omdat het
arbiterprobleem het voortbestaan van de sport in de huidige vorm
bedreigt. Als we dat willen voorkomen, moeten we allemaal onze
schouders er onder zetten.
Ik verwacht ook dat u dat de komende tijd gaat doen.
Ik ben dan ook benieuwd naar het volgende imago-onderzoek arbitrage in
de sport en andere tussentijdse metingen. Ik hoop dat daaruit blijkt
dat we op de goede weg zijn!
Ik wens u allemaal veel succes bij het uitvoeren van dit prachtige
plan.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport