Ingezonden persbericht
PERSBERICHT
Rotterdam, 29 maart 2007
Langdurige sperring van de Rijn maakt evaluatie van calamiteitenbeleid noodzakelijk
Sinds 25 maart jl. wordt de binnenvaart geconfronteerd met een stremming van de Rijn ter hoogte van Keulen.
Deze reeds dagen durende stremming veroorzaakt voor de binnenvaartondernemingen een miljoenenschade en brengt grote hinder toe aan de logistieke stromen, waardoor de totale schade potentieel nog veel groter is.
Meer dan 50% van alle in- en uitvoer van Nederland vindt plaats over de waterwegen, waarbij de Rijn functioneert als hoofdas. Sommige vervoerstromen worden voor meer dan 80% afgewikkeld via de vaarwegen, bijvoorbeeld de bevoorrading van staalfabrieken en elektriciteitscentrales. Een deel daarvan is zeer tijdkritisch. De grote havens in West-Europa, met name Rotterdam, Amsterdam en Antwerpen wikkelen hun ladingstromen naar en van de grote bevolkings- en industriegebieden af per binnenschip. Het economische belang van de Rijn voor de economie en bevolking in Noordwest- Europa als hoofdvervoeras van het goederenvervoer is derhalve niet te relativeren.
Hoewel er waardering is voor de inzet van de betrokken partijen in Duitsland, acht het CBRB het noodzakelijk om naar aanleiding van deze gebeurtenis te komen tot een grondige evaluatie van het calamiteitenbeleid op de Rijn.
Wij moeten namelijk constateren, ook uit vroegere voorvallen, dat er voor de Rijn geen algemene afspraken en procedures bestaan hoe met dergelijke calamiteiten moet worden omgegaan. De wijze van handelen kan verschillen per geval, per land, per deelstaat en ook is de beschikbaarheid van hard- en software per gebied zeer onderscheiden. In het algemeen kan worden gesteld dat hoe verder af van de zeehavens, hoe minder materiaal er (direct) beschikbaar is om stremmingen op te ruimen.
Voor de grote autowegen is er meestal het noodzakelijke materiaal en menskracht en werkprocedures aanwezig om stremmingen zo spoedig mogelijk op te lossen. Dat is vaak niet het geval voor de verkeersader Rijn. Dit leidt soms tot onnodig grote vertraging bij de oplossing van een bottleneck.
Het CBRB acht continuering van deze situatie ongewenst en zou willen zien dat de betrokken overheden tezamen met het bedrijfsleven met prioriteit gaan werken aan een Rijndekkend calamiteitenplan en procedures, hoe moet worden omgegaan met dergelijke calamiteiten en hoe de vaarweg weer zo spoedig mogelijk kan worden vrijgemaakt.
De volgende punten zouden wij aan de orde willen stellen:
- Zijn er protocollen, waarin vastgelegd is op welke wijze en binnen welke tijd de rivier de Rijn vrij gemaakt dient te worden na ongevallen en / of calamiteiten?
- Zijn dergelijke protocollen op enigerlei wijze bindend en voor wie?
- Is vastgelegd wie waarvoor verantwoordelijk is?
- Het vastleggen van de interne en externe informatievoorziening.
- Zijn er voldoende (bergings)middelen ter beschikking langs de rivier de Rijn, die een snel vrijmaken van de vaarweg en een vlotte afwikkeling van berging mogelijk maken?
- Is vastgelegd hoe het scheepvaartverkeer geregeld wordt voor, tijdens en na een stremming op de Rijn?
- Wat zijn de mogelijkheden van schadeafwikkeling?
Binnenkort zal de stremming weer worden opgeheven, maar de ervaring van de binnenvaart is dat er bij het weer op gang komen van de vaart vaak geen goede planning is om dit weer geleidelijk gestructureerd op gang te brengen. Dit brengt op zich ook weer risico's met zich mee, die kunnen worden voorkomen met een goede begeleiding van het vervoer. Hierover dienen ook afspraken te worden vastgelegd.
Het CBRB stelt voor dat in het officiële orgaan dat waakt over het vervoer over de Rijn, namelijk de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) te Straatsburg, deze problematiek met spoed aan de orde wordt gebracht en in behandeling komt.
Dit standpunt wordt vandaag ter kennisname gebracht aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Huizinga, onze collega binnenvaartorganisaties, de Europese Binnenvaart Unie/European Barge Union (EBU) en het secretariaat van de CCR.
© CBRB Rotterdam, 29.03.2007
Noot voor de redactie (