voltooien' voor staatssecretaris
Eerste exemplaar boek 'De cirkel voltooien' voor staatssecretaris
Toespraak, 29 maart 2007
Staatssecretaris Jet Bussemaker heeft het eerste exemplaar van het
boek 'De cirkel voltooien' in ontvangst genomen. In dat boek
beschrijft Mirre Bots de 2,5 jaar dat zij als vrijwilligster in een
hospice heeft gewerkt. De staatssecretaris liet in haar reactie weten
erg onder de indruk te zijn van het boek. De volledige tekst van haar
toespraak staat hieronder.
Beste Mirre, dames en heren,
Hartelijk dank voor het boek. En voor het feit dat ík het eerste
exemplaar in ontvangst mag nemen. Want ik had mij ook heel goed kunnen
voorstellen dat je het aan iemand van het hospice `Bethlehem' had
uitgereikt. Bijvoorbeeld aan één van de vrijwilligers die daar werken.
Of aan iemand van de stichting Kalorama, waar het hospice onder valt,
of aan een vertegenwoordiger van de hospicebeweging in ons land.
Tenslotte ben ik nog maar nét staatssecretaris. En heb ik mij nog niet
in de wereld van de palliatieve zorg begeven, of mij daar al over
uitgelaten. Daar staat tegenover dat dit natuurlijk een goede eerste
kennismaking is met dit onderdeel van mijn portefeuille. Een onderdeel
waar ik mij zeker goed in ga verdiepen. Want palliatieve zorg is een
even belangrijk als boeiend aspect van ons zorgstelsel. Ik ben dan ook
van plan mij met dit deel van mijn portefeuille intensief te gaan
bezighouden.
En niet alleen ik vind palliatieve zorg belangrijk, dat vindt dit hele
kabinet. Niet voor niks staat in het regeerakkoord van deze coalitie
met zo veel woorden dat er zal worden geïnvesteerd in verbetering en
versterking van de palliatieve zorg, zowel in de opleiding als in de
zorgverlening in verpleeghuizen, hospices en thuis.
Wat natuurlijk ook meespeelt dat ik hier nu sta, is dat Mirre Bots en
ik elkaar al een tijd kennen. Wij zaten ooit samen in de redactie van
het feministische tijdschrift Katijf. Dat was voor mij een reden te
meer om `ja' te zeggen op de uitnodiging het eerste exemplaar van
Mirres boek in ontvangst te nemen.
Ik weet dat Mirre in de loop van de tijd mooie boeken heeft
geschreven, onder andere over katholiek moederschap, maar ook over
welzijn en zorg. Ik weet dus dat je kan schrijven, Mirre. Ik heb, ter
voorbereiding op deze bijeenkomst, wat stukken uit het boek gelezen.
En van wát ik gelezen heb, was ik erg onder de indruk. Dat zeg ik niet
alleen om jou een plezier te doen Mirre. Ik meen het ook echt. Ik vind
dat het, ook door jouw prettige schrijfstijl, een even leesbaar als
pakkend boek is geworden.
Je schrijft op een heel openhartige manier over je eigen
wederwaardigheden als vrijwilligster. Je twijfels, je angsten en ook
de vele mooie en bijzondere momenten - de momenten met een gouden
randje, zoals jij ze noemt - ze komen allemaal aan bod. Het boek geeft
naar mijn idee een heel goed beeld van wat zich in een hospice
afspeelt - en daarmee ook wat palliatieve zorg in de dagelijkse
praktijk inhoudt.
Wat ik ook erg boeiend vond waren de verhalen over en met de patiënten
en hun naasten. Daaruit blijkt dat iedereen weer anders omgaat met de
naderende dood. De één verzet zich er zo lang mogelijk tegen, de ander
spreekt er heel nuchter over. En daar spelen zowel de professionele
hulpverleners als de vrijwilligers in het hospice heel goed op in. Als
érgens in de zorgsector de wensen van de patiënt centraal staan, dan
is het wel in de palliatieve zorg.
En het is met name de vrijwilliger die in de gelegenheid is om die
wensen van de patiënt te vervullen. De professionele hulpverlener komt
daar vaak niet aan toe. De vrijwilliger is er voor de patiënt,
luistert naar diens verhaal, zit aan zijn of haar bed, vervult kleine
wensen. Ik vind dan ook dat we de inzet van de vrijwilliger in de
zorgsector - en zeker in de palliatieve zorg - niet genoeg kunnen
waarderen.
Wat ik ook een goed punt aan jouw boek vindt, is dat je laat zien dat
het werken in een hospice minder eng en zwaar is dan veel mensen
denken. Het is en blijft natuurlijk toch een omgeving waar mensen
verblijven in de laatste fase van hun leven. Dat maakt het werken in
een hospice er natuurlijk niet eenvoudiger op, zowel in fysiek als
mentaal opzicht. Maar jij laat zien dat het ook anders kan zijn. Ik
wil daarom ter illustratie een korte passage uit jouw boek voorlezen.
`Veel mensen zeggen, als ze horen dat je in een hospice werkt: dat
lijkt mij heel zwaar. Maar zo ervaar ik het niet, al vind ik de
lichamelijke verzorging soms een heel karwei. Zo kijken mensen er van
buitenaf en van een afstand tegenaan. De dood kent ook een lichtheid.
Juist door er dichterbij te komen toont de dood ook zijn lichte kant,
al kan de weg erheen lang en smartelijk zijn'.
Mirre, ik denk dat jij met jouw boek de palliatieve zorg en in het
verlengde daarvan de hospices en bijna-thuishuizen een heel goede
dienst hebt bewezen. Het verzorgen van mensen die op de rand van de
dood staan - of die mensen nu thuis wonen of in een instelling als een
hospice - is moeilijk, maar kan ook heel mooi zijn. Dat heb jij met
jouw boek overtuigend aangetoond.
Ik beveel dit boek dan ook van harte aan bij iedereen die als
vrijwilliger in een hospice wil gaan werken of op een andere manier
betrokken is bij het verzorgen van terminale patiënten. Ik hoop dat
jouw boek een standaardwerk wordt, naast alle meer
medisch-inhoudelijke publicaties die er over palliatieve zorg bestaan.
Ik ga het, zo gauw ik daar tijd voor heb, in elk geval helemáál lezen.
Dank u wel.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport