concreet maken
Problemen van arbeidsgehandicapten concreet maken
Toespraak, 29 maart 2007
Problemen waar mensen met een arbeidsbeperking op stuiten, moeten
concreet worden gemaakt. Als werkgevers weten over wie ze het hebben
en met welke problemen arbeidsgehandicapten kampen, zijn ze veel
eerder bereid wat extra te doen voor deze doelgroep. Dat zei
staatssecretaris Bussemaker woensdag tijdens de slotconferentie van de
Commissie Het werkend Perspectief.
Dames en heren,
De toekomst voorspellen is een moeilijk en soms zelfs hachelijk
avontuur.
Dat blijkt ook nu weer.
Vier jaar geleden, bij de installatie van de Commissie Het Werkend
Perspectief, was iedereen optimistisch over de arbeidsmogelijkheden
voor mensen met een functiebeperking. Verwacht werd dat het aantal
werkzoekende arbeidsgehandicapten fors zou afnemen. `We kunnen nu gaan
oogsten', was de mening van velen.
De realiteit is anders.
Uit cijfers komt duidelijk naar voren dat het aantal mensen met een
arbeidsbeperking die de afgelopen vier jaar werk hebben gevonden, niet
is toegenomen. Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen. De
economische malaise, die haast gelijk na de installatie van de
commissie, intrad, is er één van. Evenals de veranderde wetgeving ten
aanzien van mensen die arbeidsongeschikt zijn.
Maar het ontbreken van mooie cijfers, betekent niet dat er de laatste
jaren niks ten voordele van mensen met een arbeidsbeperking is
veranderd. Er is wel degelijk het een en ander in werking gezet en
daarvoor is de Commissie Het Werkend Perspectief verantwoordelijk.
De commissie heeft in deze periode prima initiatieven ontwikkeld en
het debat over mensen met een arbeidsbeperking aangezwengeld. Het
uiteindelijke resultaat hiervan is dat de beeldvorming rondom deze
mensen verandert en dat hun arbeidspositie zich langzaam aan
verbetert.
Onder andere de professionals in de zorg, die met mensen met een
arbeidsbeperking werken, hebben -dankzij de CWP - een positiever beeld
gekregen. En dat is natuurlijk een enorme winst. Want bedrijfsartsen,
huisartsen en psychologen zijn een zeer belangrijke schakel in het
reïntegratieproces. Zij kunnen er voor zorgen dat mensen niet onnodig
lang ziek thuis blijven, maar weer aan de slag gaan.
En niet alleen de professionals zijn positiever gaan denken over
mensen met een functiebeperking, dat geldt ook voor veel ondernemers.
Die zijn door de CWP op een doeltreffende manier benaderd. Dankzij
projecten als het maatjesproject en het Werkgeversforum Kroon Op Het
Werk zijn arbeidsgehandicapten uit de anonimiteit gehaald en
letterlijk dichter bij ondernemers gekomen. Mensen met een
arbeidsbeperking zijn daardoor voor veel werkgevers niet langer een
abstract, vervelend probleem, dat ver van ze af staat.
Dat mensen met een functiebeperking zelf het beste hun achtergestelde
positie duidelijk kunnen maken, heb ik ook zelf mogen ervaren. Als
Tweede Kamerlid ben ik op bezoek geweest bij de CWP en toen is mij een
aantal concrete voorbeelden voorgeschoteld. Ik kan me nog levendig het
verhaal herinneren van een man in een rolstoel die ging solliciteren
en een half uur voor de afgesproken tijd bij het betreffende gebouw
was. Maar het lukte hem niet op tijd op de juiste plek te komen. Dat
kostte hem een uur. Gevolg: te laat en daarom afgewezen!
Ook werd mij duidelijk dat in bedrijven, waarvan de directeur een
gehandicapt kind heeft, veel meer mogelijk is voor mensen met een
arbeidsbeperking.
De conclusie die we van de Commissie het Werkend Perspectief
meekrijgen, is dus duidelijk: we moeten de problemen waar mensen met
een arbeidsbeperking op stuiten concreet maken.
Dan verandert het beeld dat velen van arbeidsgehandicapten hebben en
dan worden ze niet meer gezien als een probleem, maar als een
mogelijkheid, een kans. Dan wordt ook niet meer gesproken over `een
gehandicapte', maar over Melanie of Karel.
Dames en heren,
De afgelopen vier jaar zijn niet meer mensen met een arbeidsbeperking
aan het werk gegaan. Ik zei dat al. Maar de afgelopen jaren heeft er
wel een omslag plaatsgevonden in het denken over mensen met een
arbeidsbeperking. Dankzij de Commissie het Werkend Perspectief. Ik wil
dan ook iedereen die bij de commissie is betrokken complimenteren met
het werk dat ze de afgelopen jaren hebben verricht en het succes dat
ze hebben geboekt.
Maar na vandaag moeten we het zonder de Commissie Het Werkend
Perspectief doen.
Maar gelukkig - en dat draagt zeker bij aan de borging van het werk
van de commissie - zijn de werkzaamheden van de Taskforce Handicap en
Samenleving, onder leiding van Hannie van Leeuwen, nog met een jaar
verlengd.
Zoals u weet heeft deze taskforce tot doel om op alle levensterreinen
de mentaliteit en de beeldvorming ten aanzien van mensen met een
beperking positief te beïnvloeden. Ik hoop dat zij de borging verder
kunnen vormgeven.
Dames en heren,
Dit kabinet vindt arbeidsparticipatie erg belangrijk en zal het dan
ook geregeld op de agenda plaatsen. Ik zal daarin ook mijn
verantwoordelijkheid nemen.
Dat zal ik doen door onder meer te laten onderzoeken in hoeverre
werkzoekenden met een functiebeperking kunnen werken in de zorgsector.
In deze sector zijn momenteel volop vacatures en dat neemt door de
vergrijzing alleen maar toe. Een deel van de 10.000 brugbanen die het
kabinet wil creëren voor arbeidsgehandicapten zal daarvoor zeker
worden aangewend.
Daarnaast wil ik aandacht blijven besteden aan het weerbaarder maken
van mensen die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn. We moeten niet
alleen wachten tot werkgevers met banen komen, de werkzoekenden zélf
moeten ook meer werk maken van werk. Ze moeten zich er van bewust zijn
dat ze veel waard zijn en veel kunnen. Ze moeten nu, in de tijd van
economische opgang, hun kansen pakken.
Patiënten- en gehandicaptenorganisaties kunnen een belangrijke rol
spelen bij het weerbaar maken van personen met een beperking of
aandoening. Bijvoorbeeld door het geven van voorlichting en het
organiseren van lotgenoten contact. Het Fonds PGO subsidieert deze
organisaties.
Mensen helpen een baan te vinden, betekent ook dat ze geen extra
hindernissen op hun weg mogen tegenkomen.
De Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte
is daarvoor van belang: werkplekken moeten aangepast zijn en het
openbaar vervoer verbeterd en toegankelijk. Zodat naar het werk gaan
voor hen net zo eenvoudig is als voor u en mij.
Ook is voor arbeidsparticipatie van belang dat je buiten het werk
maatschappelijk kunt participeren op alle levensterreinen. De
gemeenten hebben hierin een belangrijke taak in het kader van de Wet
maatschappelijke ondersteuning. De Taskforce van Hanny van Leeuwen,
die ik al eerder noemde, speelt daarbij eveneens een belangrijke rol.
Dames en heren, ik kom tot een afronding.
Dat doe ik niet met een toekomst voorspelling. Maar ik wil wel op
basis van de feiten waarover we nu beschikken vaststellen dat de
omstandigheden om werk te vinden momenteel gunstig zijn voor mensen
met een arbeidsbeperking.
De economie kent een opgaande lijn, het kabinet maakt werk van
arbeidsparticipatie en de Commissie het Werkend Perspectief heeft een
mooi fundament gelegd om op verder te bouwen.
Ik verwacht ook van u - en ik richt me nu specifiek tot de werkgevers
en werknemers en hun organisaties - dat u uw verantwoordelijkheid
neemt. En dat u voortbouwt op de al bestaande fundamenten, zodat we
niet over vier jaar, maar hopelijk al eerder, kunnen vaststellen dat
we een goede oogst hebben gehad.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport