Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Uitreiking De Ruytermedaille

Toespraak | 23-03-2007 | Vlissingen | Staatssecretaris Tineke Huizinga-Heringa

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Hare Majesteit, dames en heren,

Het leven van Michiel de Ruyter lijkt op een spannend jongensboek. Op zestienjarige leeftijd ontsnapte hij aan een groep zeerovers. Hij begon als bootsjongen en klom van daaruit op in de zeevaartwereld. Als opperbevelhebber van de Hollandse vloot behaalde hij vele klinkende overwinningen op de Engelsen, zoals bij de Slag bij Kijkduin in 1673. De Ruyter was bij zijn leven al een legende, toen hij stierf was zijn begrafenisstoet een van de langste ooit gezien. Hij werd in zijn tijd beschouwd als een held.

Zo spreken de geschiedenisboekjes nog steeds over hem, één van de grote Nederlandse zeehelden. Toch denk ik dat ons oordeel over De Ruyter anders is dan vroeger. Wij bewonderen De Ruyter niet meer zozeer om zijn heldhaftige overwinningen in de strijd. Na verloop van enkele eeuwen hebben die aan belang ingeboet in ons nationale bewustzijn. Wij waarderen nu vooral zijn persoon en zijn eigenschappen: daadkracht, moed, standvastigheid. Dit zijn persoonskenmerken waar Nederlanders als vanouds bewondering voor hebben. Zo heeft Michiel de Ruyter nog steeds betekenis voor Nederland.

En in die geest worden al honderd jaar de De Ruytermedailles uitgereikt. Die onderscheiding gaat naar helden van nu. Het is niet nodig iets heldhaftigs te doen om een voorbeeld te zijn voor anderen. Ook op andere manieren kunnen mensen van grote betekenis voor Nederland en de Nederlandse scheepvaart zijn. U voelt het waarschijnlijk wel aankomen, ik heb de eer om in dit herdenkingsjaar een De Ruytermedaille te mogen uitreiken.

Dames en heren, Een ding is onveranderd gebleven in de vierhonderd jaar sinds Michiel de Ruyter ter wereld kwam. Op zee moet je altijd voorzichtig zijn. Maar zelfs als je je verantwoordelijkheid neemt en goede voorzorgsmaatregelen treft, kan er wel eens iets misgaan. En dan is het heel prettig te weten dat de mannen en vrouwen van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij klaarstaan om in actie te komen. De boten van de KNRM rukken ongeveer 1.500 keer per jaar uit, en helpen daarbij zo'n 3000 mensen aan wal. De KNRM heeft op dit moment een zeer moderne vloot, met professioneel opgeleide bemanningen. Redden op zee is een toch echt een aparte tak van sport. Werken zonder vaste grond onder de voeten, vaak bij slechte weersomstandigheden. Dat zoveel reddingsoperaties met succes afgerond worden, is dan ook iets om echt ontzettend trots op te zijn.

Er wordt altijd gezegd dat er maar één kapitein op het schip kan zijn. En bij de KNRM bent u dat, meneer Wiebenga. U heeft sinds 1984 bij de KNZHRM en sinds 1991 bij de KNRM, met grote gedrevenheid en inzet gewerkt om de doelen van de organisatie scherp te stellen en ook voor elkaar te krijgen. Uw voortdurende missie is om mensen te redden; snel en professioneel.

De totstandkoming van de KNRM, na een fusie tussen de Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandse Redding Maatschappij en de Koninklijke Zuid-Hollandse Maatschappij tot het Redden van Schipbreukelingen, is onder en dankzij uw bezielende leiding gelukt.

De leidraad in uw loopbaan is altijd de veiligheid van schip en bemanning geweest. Daarom heeft u ervoor gezorgd dat de KNRM uitvaart met hypermoderne boten, en dat de bemanning op professioneel niveau is opgeleid. Maar uw kracht gaat verder, door uw persoonlijke betrokkenheid en uw oog voor lief en leed, zorgt u voor een groot saamhorigheidsgevoel. U smeedt de organisatie aaneen. Dat talent is niet iedereen gegeven.

Natuurlijk, u doet het niet alleen. De KNRM, dat is het bestuur, de vaste medewerkers en dat zijn de honderden vrijwilligers die elke keer het water op gaan om mensenlevens te redden. In het jaarverslag van 2005 staat dat het besturen van een organisatie als de KNRM minder moed vergt dan het daadwerkelijk deel uitmaken van de bemanning van een reddingsboot. Maar ook voor dat besturen is echt wel enige durf nodig. Die durf heeft u laten zien in al die jaren van inzet.

Meneer Wiebenga, Als op het water de nood aan de man is, is de redding nabij. En dat is geheel en al aan uw KNRM te danken. In u wil ik dan ook de medewerkers en vrijwilligers van de KNRM eren. Voor uw voortdurende inspanningen mag ik u namens de koningin, de De Ruytermedaille opspelden. Dus komt u alstublieft naar voren!