Gemeente Utrecht
2007 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
29 Vragen van de heer M. Eggermont
(ingekomen op 22 februari 2007
en antwoorden door het college verzonden op 28 maart 2007)
Schriftelijke vragen naar aanleiding van het collegebericht van maandag 12 februari 2007 over het kappen van 49 knotwilgen
1. Kunt u aangeven wie opdracht heeft gegeven de 49 knotwilgen te kappen meteen nadat op 9 februari telefonisch werd vernomen dat het beroep van de Utrechtse Bomenstichting ongegrond zou worden verklaard? Kunt u in het bijzonder aangeven of de wethouder op de hoogte was dat de bomen op vrijdag 9 februari zouden worden gekapt? En zo ja, kunt u aangeven of de wethouder het eens was met deze opdracht op 9 februari.
De gemeente Utrecht heeft namens Rijkswaterstaat opdracht gegeven tot het kappen van de bomen. De wethouders Verkeer en Openbare Ruimte waren op de hoogte en zijn het eens met deze opdracht.
2. Is het juist dat de officiële uitspraak 12 februari is gedagtekend en pas op 12 februari door de rechtbank naar de gemeente en de Utrechtse Bomenstichting is verzonden?
Nee, de officiële uitspraak is gedateerd op 8 februari 2007. Ja, de uitspraak van de voorzieningenrechter is vergezeld van een aanbiedingsbrief verzonden op 12 februari 2007.
3. Kunt u aangeven waarom het kappen van de bomen vrijdag 9 februari heeft plaatsgevonden en waarom niet is gewacht tot de uitspraak schriftelijk werd bekendgemaakt? Kunt u uitleggen waarom zoveel spoed was geboden, dat niet met kappen kon worden gewacht tot de bekendmaking van de uitspraak?
Wij hebben de bomen op 9 februari gekapt, omdat er sprake is van een bruikbare velvergunning, die tweemaal de toets van de rechter heeft doorstaan. In de eerste procedure heeft de hoogste rechter de inhoudelijke bezwaren van de Utrecht Bomenstichting ongegrond verklaard en ons het formeel ontbreken van het bomenbeoordelingsrapport verweten. Dit formele gebrek hebben we hersteld. Daartegen heeft de Utrechtse Bomenstichting in de tweede procedure -volgens de rechtbank- geen steekhoudende bezwaren naar voren gebracht. Bovendien heeft de stichting op 9 februari 2007 geen hoger beroep ingesteld.
Daarmee was voor ons de juridische cirkel gesloten. Immers, zo luidt constante jurisprudentie, zijn besluiten in het algemeen uitvoerbaar, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. Dit geldt temeer, indien zoals in dit geval, de rechter in eerste aanleg dat besluit heeft getoetst en vervolgens het daartegen ingestelde beroep ongegrond heeft bevonden.
Mede gelet op het van toepassing zijnde wettelijke kader en de daarin aan het college toegekende discretionaire ruimte is er geen aanleiding op voorhand aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zal blijven, althans dat zal blijken dat de vergunning niet mocht worden verleend.
Gezien de warme winter staan de bomen in knop en kondigt het voorjaar zich eerder aan en daarmee tevens het nestelen van vogels. Tevens is door de uitspraak van september 2006 van de Raad van State een aanzienlijke vertraging ontstaan in de voorbereiding van de aanleg van de NOUW 2 en is in de planning een dusdanige krapte ontstaan dat elke dag telt.
4. Is het juist dat voor de aan te leggen weg niet alleen een bouwvergunning en vrijstelling nog steeds ontbreekt, maar dat ook de verklaring van geen bezwaar nog niet was aangevraagd, in ieder geval nog niet was aangevraagd ten tijde van de rechtszitting?
Zoals u reeds heeft kunnen lezen in de beantwoording op SV2006, nr 156, heeft de gemeente in december 2005 een aanvraag voor de verklaring van geen bezwaar ingediend bij de Provincie Utrecht. Voor de aanleg van de weg is geen bouwvergunning nodig. De enige bouwvergunning in verband met de NOUW 2 is verleend voor de aanleg van een nieuwe onderdoorgang onder het spoor. Deze bouwvergunning is verleend, onherroepelijk en wordt thans uitgevoerd door ProRail. Voor de aanleg van de weg is een vrijstellingsverzoek ex artikel 19 WRO ingediend.
5. Is het College het met de SP eens dat het niet valt te rijmen dat de gemeente de aanvraag van geen bezwaar anderhalf jaar aanhoudt en op 9 februari geen dag langer met het kappen van de bomen kan wachten?
Wij zijn het daarmee niet eens. Ontwikkelingen in wet- en regelgeving, besluiten van hogere overheden en gerechtelijke uitspraken dwingen de gemeente te actualiseren en te herijken. Deze ontwikkelingen zijn voor ons niet altijd even beheersbaar. Wij spannen ons maximaal in het project tot uitvoering te brengen. Wij vinden dan ook dat directe kap voorkomt dat het risico van nestelende vogels optreedt met alle vertraging van dien en dat mogelijk dierenleed wordt voorkomen.
6. Heeft u door het kappen op vrijdag 9 februari bewust willen voorkomen dat hoger beroep zou worden ingesteld, aangezien de eerste de beste gelegenheid dinsdag 13 februari zou zijn geweest? Vindt u het getuigen van fatsoen om een hoger beroep op deze wijze te verhinderen, ongeacht de vraag of het kappen van de bomen op dat moment juridisch geoorloofd is?
Zie antwoord 3.
---- --
[shariff url="http://opennieuwsbank.nl/bericht/2007/03/28/S085-antwoord-op-vragen-inzake-kap-bomen-nouw2.html" title="Antwoord op vragen inzake kap bomen NOUW2"]