Gemeente Utrecht


2007 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
31 Vragen van de heer drs. B.F.M. Beerlage
(ingekomen 23 februari 2007
en antwoorden door het college verzonden op 27 maart 2007)

beantwoording schriftelijke vragen 2007, nr. 31 inzake Park De Hoge Weide.

Bewoners van Parkwijk, Leidsche Rijn wachten al meer dan 6 jaar op een bruikbaar park De Hoge Weide. Nu de aanleg van het park bijna is voltooid, reist wederom de vraag over de bruikbaarheid van het park.

De aanleg van Park de Hoge weide in Parkwijk, Leidsche Rijn kent een lange geschiedenis. Het eerste ontwerp voor het park is geen succes geworden. De steile heuvels waren instabiel en zakte mede door de slechte afwatering regelmatig in. Het water zakte niet in de grond waardoor paden onder water stonden en plassen water langdurig bleven staan. De bomen en stuiken in het park wilde niet groeien door de slechte bodemgesteldheid. Bewoners konden nauwelijks gebruik maken van het park en kinderen konden er niet veilig spelen.

Na een handtekeningenactie is dan ook besloten om het park opnieuw te ontwerpen en de grond en drainage te verbeteren.
In het programma van eisen is opgenomen:
. goede toegankelijkheid gras (goede toplaag en drainage);
. goede toegankelijkheid paden (goede afwatering en detaillering);
. talud van heuvels (niet te steil) minmaal 1:3.
In het budget voor de herinrichting van het park is meer dan 300.000 euro (van het totale extra budget van 1.4 miljoen) opgenomen voor grondverbetering, grondbewerking en drainage (uit raming VO planteam 17 mei 2005).

Succesvol is samen met bewoners een nieuw ontwerp gemaakt dat de problemen zou moeten oplossen. Inmiddels zijn de paden aangelegd, is de voetbalkooi geplaatst, zijn de banken geplaatst, zijn speelobjecten geplaatst en is gras in grote delen ingezaaid. Ook de ideeën voor de dierenweide zijn bijna klaar. Maar het lijkt wederom mis te gaan:
. het park lijkt op sommige plaatsen te zijn veranderd in drijfzand;
. water uit de heuvels loopt in stroompjes weg over de paden;
. de heuvels en de speelvelden zijn bezaaid met puin.

Dit brengt de PvdA tot de volgende vragen:


1. Welke verklaring heeft het college dat na grondverbetering en de aanleg van drainage
a. de grond veranderd in drijfzand;


Het diepe spitwerk is in de nazomer gebeurd. Vanaf oktober tot nu toe heeft het veel geregend. Hierdoor is de 'verse' grond verzadigd.


b. water in stromen uit de heuvels komt lopen en de heuvels eroderen;


Met forse regenval op kale grond zal het water oppervlakkig afstromen. Dit effect vermindert na begroeiing.


c. na grondverbetering het gehele oppervlak van het park nog bezaaid ligt met puin en bouwafval;


De speelweides worden nog voorzien van een laag schone grond


d. de aanleg van het park met paden, banken, speelobjecten en gras is uitgevoerd op deze slechte grond?


Er is geen sprake van slechte grond. Grondanalyses hebben dit uitgewezen.

2. Is er wat misgegaan - en zo ja, wat - in de ontwerpfase of de aanlegfase waardoor deze problemen zijn ontstaan?


Zoals vraagsteller in zijn inleiding weergeeft is het Park na eerste aanleg opnieuw ontworpen en heringericht. In tweede instantie is het park zorgvuldiger ontworpen en er zijn geen constructieve fouten gemaakt.

Echter, het park is in de gebruikelijke zin van "werk met werk maken" gebouwd, dat wil zeggen, de ophogingen zijn opgebouwd uit zand en grondpartijen die in Langerak, Parkwijk en Terwijde en elders in Utrecht zijn overgebleven. Het betreft derhalve gelegenheidspartijen grond die daar nuttig zijn ingezet en kostentechnisch efficient zijn gebruikt.


Het nadeel van beschikbare grond kan zijn dat er partijen tussen zitten die ook (schoon) puin bevatten. Dat is met name het geval in de eerste opbouwlagen. Dit puin is door de herinrichting van het park op enkele delen teveel in het zicht gekomen. Voorts is de samenstelling van de overige gebruikte gebiedseigen grond niet vrij te kiezen en kan het voorkomen dat partijen mogelijk een wat vette samenstelling hebben.


In elk geval hebben we te maken met een forse ophoging met losgepakte grond welke in de beginfase altijd een drogings- en structuurverbeteringsproces moet doormaken. Met name in huidige natte perioden kan de verse grond het regenwater nog niet goed verwerken.

Door inzaaien, beplanten en structuurverbetering zal de samenstelling in de toekomst sterk verbeteren. Ook in het Amaliapark hebben we een dergelijke startsituatie gekend.


3. Zijn de heuvels aangelegd conform het programma van eisen en het definitief ontwerp?


De uitvoering is precies conform het Definitief Ontwerp. Op 1 maart jongstleden zijn controlemetingen uitgevoerd. Het Definitief Ontwerp voldoet aan het Programma van Eisen.


4. Is het college van mening dat de grondverbetering zodanig is uitgevoerd zodat een goede toegankelijkheid van gras en paden is voldaan?


Momenteel niet, maar de toegankelijkheid zal na de beoogde werkzaamheden in het voorjaar sterk verbeteren.


5. Wat gaat het college doen om de grond en drainage te verbeteren zodat een toegankelijk park ontstaat, zonder puin aan het oppervlak waar kinderen veilig op het gras kunnen spelen en men zonder natte voeten te krijgen kan wandelen?


Half maart aanstaande zullen de bomen worden geplant, drainage afgerond, direct aansluitend wordt waarnodig de puinlaag weggehaald en worden de erg natte hoeken met schrale grond gevuld. Daarna wordt het gebied ingezaaid en we verwachten in en na de zomer een aanmerkelijke verbetering van de situatie. Met bovenstaande grondbewerkingen is in de raming rekening gehouden en dit leidt niet tot extra investeringen.

De goede werking van de drainage zal de komende tijd worden gecontroleerd omdat door het natte weer een afslibbing van fijne deeltjes de werking zou kunnen beinvloeden.


6. Kan de aanleg van de dierenweide in het park plaatsvinden op deze grond?


Ja.


7. Welke (financiële) consequenties hebben de geschetste problemen voor de verder aanleg van het park?


Er zijn geen financiele consequenties. Werkzaamheden zijn alle ingepland (zie bijlage)


8. Wanneer is het park klaar?


Zie bijgevoegde planning. Begin juli zullen de werkzaamheden afgerond zijn.


---- --
Park Hogeweide - inrichting 2007
Planning


---- --
pagina 1 van 2


Klimatologische Dienst: Seizoensoverzicht Kenniscentrum
Winter 2006/2007 (december, januari, februari): Record zacht, hoe kan dat?
Record zacht, zeer nat en vrij somber Overzichten - Archief
Winter zachtste in tenminste 300 jaar Maandoverzichten
Seizoensoverzichten
Met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 6,5 °C tegen een langjarig Jaaroverzichten
gemiddelde van 3,3 °C was de winter de zachtste sinds het begin van de
waarnemingen in 1706. Het oude record, 6,0 °C, stond op naam van 1990. Zie ook
Grafieken lopende maand
De zeer zachte winter volgt op de zachtste Klimatologische Dienst
herfst in drie eeuwen alsmede het warmste
kalenderjaar (2006).
Van de afzonderlijke maanden viel vooral het
uitzonderlijk zachte karakter van januari op.
Met een gemiddelde temperatuur in De Bilt van
7,1 °C tegen 2,8 °C normaal bleek ook deze
maand de zachtste sinds 1706. December
eindigde met 6,5 °C tegen 4,0 °C normaal op
de vierde plaats in de rij van zachtste
decembermaanden sinds 1901. Tenslotte was
februari met 6,0 °C tegen 3,0 °C zeer zacht.
IJsdagen (maximumtemperatuur lager dan 0,0 °C) kwamen deze winter in De
Bilt niet voor, het langjarige gemiddelde bedraagt er acht. In het oosten werden
lokaal drie ijsdagen geregistreerd. Het aantal vorstdagen (minimumtemperatuur
lager dan 0,0 °C) is in De Bilt uitgekomen op 15 tegen normaal 38. Vaak ging
het slechts om een enkel graadje vorst. De landelijk laagste temperatuur, -9,3 °
C werd gemeten op 23 januari op de vliegbasis Twenthe.
Regelmatig steeg de temperatuur deze winter
tot 10 °C of hoger, in De Bilt op maar liefst 42
van de 90 winterdagen. Dat is vanaf 1901 niet
eerder voorgekomen, tot nu toe bedroeg het
hoogste aantal 37 tijdens de winter van 1990.
De landelijk hoogste temperatuur, 17,1 °C,
werd op 16 februari gemeten in Maastricht.
Met gemiddeld over het land 271 mm neerslag tegen 194 mm normaal was de
winter zeer nat. Januari was een zeer natte maand met landelijk gemiddeld 113
mm tegen 69 mm normaal. Ook februari was nat met landelijk gemiddeld ca 80
mm tegen normaal 47 mm. In december viel met 80 mm de normale
hoeveelheid. Van de KNMI-stations was Hoogeveen het natst met 324 mm, in
Maastricht viel met 225 mm de minste neerslag. In De Bilt werd 246 mm
afgetapt tegen 191 mm normaal.
Vrijwel alle neerslag viel in de vorm van regen.
Alleen op 8 februari sneeuwde het in een groot
deel van het land waarbij een tijdelijk
sneeuwdek ontstond van enkele centimeters tot
lokaal ca. 9 cm.
Regelmatig stond er veel wind en drie keer werd
hiervoor een weeralarm uitgegeven. Zowel op
30 december als 11 januari stond er in het
kustgebied enige tijd storm (9 Beaufort) en veroorzaakten (zeer) zware
windstoten overlast. Op 18 januari stond er in de kustprovincies een storm
(kracht 9), langs de westkust korte tijd zelfs een zware storm (kracht 10). In
het hele land kwamen zeer zware windstoten voor van 100 tot ruim 130
km/uur. De wind veroorzaakte die dag voor honderden miljoenen euro's schade.
Gemiddeld over het land scheen de zon 157
uren tegen normaal 172 uren. Het aantal uren
zonneschijn week in december en januari
maanden maar weinig af van het langjarige
gemiddelde, februari was somber. Van de
KNMI-stations was Stavoren met 182 uren het
http://www.knmi.nl/klimatologie/maand_en_seizoensoverzichten/seizoen/win07.html 6-3-2007


pagina 2 van 2


zonnigst, de vliegbasis Twenthe het somberst
met 120 uren. In De Bilt scheen de zon 155 uren tegen normaal 175.
Over de winter 2005/2006 bedroeg de gemiddelde temperatuur in De Bilt 2,8 °
C, het aantal uren zonneschijn 207 en de neerslagsom 130 mm.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1971-2000
De Bilt 1 maart 2007/rob sluijter


http://www.knmi.nl/klimatologie/maand_en_seizoensoverzichten/seizoen/win07.html 6-3-2007


---- --


[shariff url="http://opennieuwsbank.nl/bericht/2007/03/28/S062-beantwoording-schriftelijke-vragen-nr-31-inzake-pa.html" title="Beantwoording schriftelijke vragen nr. 31 inzake Park De Hoge Weide"]