Nationale Ombudsman
Den Haag, 28 maart 2007
Identificatieplicht mag voor vreemdeling geen probleem zijn
Iedere vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijft, moet een
identiteitskaart kunnen krijgen om zo aan de identificatieplicht te
kunnen voldoen. Dit beveelt de Nationale ombudsman, Alex
Brenninkmeijer, de minister van Justitie aan naar aanleiding van een
onderzoek naar de afgifte van identiteitskaarten, zogenaamde
W2-documenten, aan vreemdelingen. Uit zijn onderzoek blijkt dat er bij
de Immigratie- en Naturalisatiedienst lange tijd onduidelijkheid
heerste over de vraag welke vreemdelingen in aanmerking kwamen voor
een W2-document. Daarnaast heeft de voormalig minister van
Vreemdelingenzaken en Integratie geweigerd om ex-asielzoekers, die
rechtmatig in Nederland verblijven, een identiteitskaart te geven.
Sinds de invoering van de Wet op de identificatieplicht ondervinden
veel vreemdelingen problemen wanneer zij geen paspoort hebben. Het
gaat bijvoorbeeld om slachtoffers van mensenhandel, alleenstaande
minderjarige vreemdelingen of ex-asielzoekers die na afloop van de
asielprocedure een reguliere verblijfsprocedure ingaan. De Immigratie-
en Naturalisatiedienst (IND) kan aan vreemdelingen die geen paspoort
hebben een identiteitskaart, een zogenaamd W2-document, verstrekken.
De aanleiding voor het onderzoek van de ombudsman was een aantal
klachten van mensen met concrete problemen en signalen van
VluchtelingenWerk Nederland.
Problematiek
Vreemdelingen die geen paspoort hebben, kunnen niet voldoen aan de
identificatieplicht. Ze lopen daardoor het risico om te worden
aangehouden door de politie en een boete te krijgen. Daarnaast lopen
vreemdelingen tegen problemen aan in de gezondheidszorg, bij banken en
postkantoren wanneer zij zich niet kunnen identificeren. Maar ook
jongeren komen in de knel omdat hen kan worden gevraagd zich te
identificeren op school of op een stageplaats.
Identiteit kunnen aantonen
De voormalig minister van Vreemdelingenzaken en Integratie heeft
geweigerd een identiteitskaart te verstrekken aan ex-asielzoekers die
na afloop van hun asielprocedure een aanvraag voor regulier verblijf
indienen. Volgens de minister kon van deze vreemdelingen worden
verwacht dat zij een paspoort zouden aanvragen bij de ambassade van
hun land. De minister was daarnaast bang voor misbruik van het
document.
Brenninkmeijer wijst erop dat de Nederlandse overheid een wettelijke
identificatieplicht heeft ingevoerd. Daarom moet iedere vreemdeling
die rechtmatig in ons land verblijft, zoals de ex-asielzoekers, die na
afronding van hun asielprocedure een aanvraag hebben ingediend voor
regulier verblijf, in staat worden gesteld om te voldoen aan die
identificatieplicht. Uit de praktijk blijkt dat de aanvraag van een
paspoort vaak moeizaam verloopt en lang duurt. De overheid heeft de
plicht om te voorkomen dat de deelname van deze mensen aan het
maatschappelijk verkeer onnodig wordt bemoeilijkt.
Brenninkmeijer beveelt de minister van Justitie aan om aan iedere
vreemdeling die in Nederland rechtmatig mag verblijven, een
identiteitskaart te verstrekken zolang hij of zij geen paspoort heeft.
Om misbruik te voorkomen kan op het document worden vermeld dat het
uitsluitend bedoeld is als een identiteitsbewijs en niet als een
verblijfs- of reisdocument.
Informatievoorziening
Een tijd lang was het onduidelijk welke vreemdelingen in aanmerking
konden komen voor een identiteitskaart. Daardoor kon de IND geen goede
informatie geven. Ook was onduidelijk hoe mensen aan zo'n
identiteitskaart konden komen. Tijdens het onderzoek van de Nationale
ombudsman is de nodige informatie op de website van de IND geplaatst.
Noot voor de redactie,