Raad van State
Uitspraken in de media
Op de pagina 'Uitspraken in hoofdzaken' treft u een actueel en
volledig overzicht van zaaknummers in hoofdzaken (bodemprocedures)
aan, waarin de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op
de woensdag uitspraak doet. De lijst met zaaknummers is lang.
Gemiddeld wordt wekelijks in 60 zaken uitspraak gedaan. De
persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie
van de uitspraken die mediagevoelig kunnen zijn. Deze lijst treft u op
deze pagina aan. Deze selectie is uiteraard arbitrair, omdat
mediagevoeligheid, vooral regionaal, niet altijd goed is in te
schatten.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters
van de Raad van State:
mr. Sabine Heijstek-van Leussen (070 - 426 45 20 / 06 - 52 07 70 00)
mr. Daniël Tempelman (070 - 426 48 12)
De mediagevoelige zaken van deze week zijn:
(Deze lijst wordt iedere maandag om 14.00 uur geactualiseerd)
Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur op het onderstreepte zaaknummer
klikken voor de volledige tekst van de uitspraak.
* 200604503/1
(Ontgrondingsvergunning voor landgoed in Slochteren)
Uitspraak over de ontgrondingsvergunning die het college van
gedeputeerde staten van Groningen heeft verleend aan een inwoner
van Slochteren voor het gedeeltelijk afgraven van twee percelen
ten behoeve van de aanleg van Landgoed De Kromte in Slochteren.
Twee landbouwers uit de omgeving komen hiertegen in beroep, omdat
zij bang zijn voor schaduwwerking van het landgoed en het afnemen
van wind door het aanplanten van bomen op het landgoed. Hierdoor
is er volgens hen een grotere kans op schimmel op de gewassen in
de omgeving, omdat de gewassen minder snel drogen. Verder vreest
een van beide landbouwers voor stijging van het waterpeil waardoor
zijn oogst kan mislukken.
* 200604917/1
(Maximaal aantal vitrines en werkruimten voor sekspand in
Hoekstraat in Groningen)
Uitspraak over het besluit van het college van burgemeester en
wethouders van Groningen, waarbij het pand Hoekstraat 23 is
opgenomen in de Staat van bestaande prostitutie-inrichtingen met
nadere eisen (hierna: de Staat). Het pand is gelegen op de hoek
van de Hoekstraat en de Vierde Drift. In de Staat zijn nadere
regels vastgesteld met betrekking tot het pand en de
bedrijfsvoering. Zo zijn in het pand maximaal twee vitrines en
twee werkruimten toegestaan. Verder mogen de ramen en
toegangsdeuren alleen aan de Hoekstraat zijn gelegen. De eigenaar
van het pand vindt dat ten onrechte geen vitrines en een
toegangsdeur aan de Vierde Drift zijn toegestaan.
* 200605596/1
(Schadevergoeding inwoner Swalmen vanwege plan aanleg A73)
Uitspraak over de afwijzing door de gemeenteraad van Swalmen
(thans Roermond) van het verzoek van een inwoner van die plaats om
hem schadevergoeding toe te kennen in verband met het in werking
treden van het bestemmingsplan "Rijksweg 73 Zuid" op 1 april 2002.
Dit bestemmingsplan maakt de aanleg van een deel van de A73
mogelijk. De inwoner stelt schade te ondervinden door de aanleg
van de tunnel in de Asseltsestraat die nabij zijn woning komt te
liggen. Volgens de inwoner was de tunnel oorspronkelijk voorzien
op een andere locatie en zou de Asseltsestraat een doodlopende weg
worden. Nu de tunnel in de buurt van zijn woning wordt aangelegd
vreest hij voor licht- en geluidsoverlast door auto's die vanuit
de tunnel komen omhoog rijden. Hij komt in hoger beroep bij de
Raad van State.
* 200605734/1
(Bestemmingsplan "Harlingen-Buitengebied")
Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde
staten van Fryslân van het bestemmingsplan
"Harlingen-Buitengebied" van de gemeente Harlingen. In het plan is
een strook langs de A31 onder meer bestemd als windmolenpark. De
huidige solitaire windmolens op percelen aan de Haulewei en de
Hoarnestreek zullen worden afgebroken. Dit is vastgelegd in een
zogenoemde afbraakovereenkomst, waarin de verplichting is
opgenomen om de huidige solitaire windmolens af te breken als het
windmolenpark wordt gerealiseerd. Omdat dit volgens de provincie
binnen de planperiode zal gebeuren, zijn de windmolens onder het
overgangsrecht van het bestemmingsplan gebracht. Twee eigenaren
van deze windmolens uit Wijnaldum vinden dat de provincie het plan
niet had mogen goedkeuren, omdat volgens hen niet zeker is dat de
realisering van windmolenpark waaraan zij ook zullen deelnemen
doorgang zal vinden. Zij zijn namelijk bang dat het ministerie van
Defensie bezwaren zal hebben tegen de nog te verlenen
bouwvergunning voor het windmolenpark.
* 200608095/1
(Ontheffing aan Faunabeheereenheid Zeeland voor bestrijden van
damherten en reeën)
Uitspraak over de besluiten van het college van gedeputeerde
staten van Zeeland, waarbij op grond van de Flora- en Faunawet aan
de Faunabeheereenheid Zeeland ontheffingen zijn verleend voor het
opjagen en doden van damherten en reeën. Deze ontheffingen maken
het opjagen en doden van damherten in de leefgebieden de Manteling
van Walcheren en de Kop van Schouwen mogelijk van één uur voor
zonsopkomst tot één uur na zonsondergang. Buiten deze leefgebieden
mogen de damherten de gehele dag worden opgejaagd en gedood.
Verder mogen in de delen van Zeeland waar zich reeën hebben
gevestigd, deze dieren van één uur voor zonsopkomst tot één uur na
zonsondergang, worden opgejaagd en gedood. De rechtbank heeft de
beroepen van de "Stichting de Faunabescherming" tegen de
ontheffingen, met uitzondering van die voor de damherten in
leefgebied de Manteling in Walcheren, echter gegrond verklaard.
Volgens de rechtbank zijn de ontheffingen onvoldoende gemotiveerd
en zijn de belangen onvoldoende afgewogen. Het college is het hier
niet mee eens. Het provinciebestuur vindt dat wel voldoende is
gemotiveerd waarom een maximaal niveau van 150 damherten in de Kop
van Schouwen gerechtvaardigd is, dat de aanwezigheid van damherten
buiten de aangewezen leefgebieden ongewenst is en dat reeën zorgen
voor schade en verkeersonveiligheid.
* 200608187/1
(Dwangsom prostituee Klundert vanwege gebruik woning als
seksinrichting)
Uitspraak over de dwangsom die de burgemeester van de gemeente
Moerdijk heeft opgelegd aan een inwoonster van Klundert vanwege
het exploiteren van een seksclub in haar woning. De inwoonster is
het met de dwangsom niet eens en komt in hoger beroep bij de Raad
van State. Zij vindt dat geen sprake is van bedrijfsmatige
exploitatie, omdat zij thuis werkt en in haar woning geen andere
prostituees werkzaam zijn. Verder wijst zij op andere gemeenten,
waar geen vergunning voor thuiswerkende prostituees is vereist, en
stelt zij dat ze dit werk al jaren doet, dat zij geen overlast
veroorzaakt en dat zij in een behoefte voorziet.