SGP
24 - 03 - 07 | Tijd voor realisme in Europa
De Europese Unie heeft zijn vijftigste verjaardag beleefd. De SGP
stond altijd kritisch tegenover Europese integratie. Bas Belder, Kees
van der Staaij en Leen van der Waal blikken terug op het Europese
integratieproces en kijken vooruit naar de toekomst: hoe moet het
verder met de EU?
Na 50 jaar Europese integratie tijd voor realisme
Morgen is het vijftig jaar geleden dat het Verdrag van Rome tot stand
kwam, waarvan Nederland één van de ondertekenaars was. Vanaf het
begin had de SGP een herkenbare, kritische visie op het proces van
Europese integratie. Vijftig jaar EU, wat heeft het ons gebracht? En
welke koers moet de EU in de toekomst volgen?
Vijf decennia terug besloten zes landen van strijdige belangen
gedeelde belangen te maken. Grenzen werden geslecht en van stap tot
stap kwam een gemeenschappelijke markt tot stand, die voor economische
groei zorgde. De vervlechting van nationale belangen leidde ook tot
pacificatie. Niet dat nationale belangen er niet langer toe deden. Wie
geen vreemdeling is in de Brusselse politiek weet maar al te goed dat
daar keiharde belangenconflicten uitgevochten worden. Maar al een
halve eeuw lang doen de lidstaten â het zijn er inmiddels 27 â dat
niet meer op gewapende wijze. Welvaart en vrede, wie denkt aan het
oorlogsleed van 1940-1945 kan daar slechts dankbaar voor zijn. De EU
heeft daar, nààst de NAVO, aan bijgedragen.
Toch heeft de SGP, niet vanuit een vooropgezette houding maar vanuit
verantwoordelijkheidsbesef, zich steeds kritisch opgesteld tegenover
het Europese eenwordingsproces. Niet zonder reden. Was de wording van
Nederland niet in belangrijke mate verbonden aan de Reformatie? Hoe
zou in een zich verenigend Europa het protestantse erfgoed behouden
kunnen blijven temidden van landen waar de katholieken en de
socialisten domineerden? Was het eenwordingsproces niet louter
gefundeerd op menselijk optimisme? Zou Nederland niet overvleugeld
worden door grote landen?
We zijn inmiddels vijftig jaar verder. Europese integratie nam een
hoge vlucht genomen en er is nauwelijks een onderwerp te noemen of
Brussel houdt zich ermee bezig. Aan de ene kant bood de EU oplossingen
voor problemen die grensoverschrijdend zijn. De SGP erkende de waarde
daarvan en dacht constructief mee. Aan de andere kant streefden veel
politici een alsmaar voortgaande Europeanisering na. Daartegen hebben
we ons blijvend verzet. De EU is geen doel op zich. Op 1 juni 2005
bleek dat de burgers van Nederland dat ook zo zien, toen bij
referendum de EU-Grondwet verworpen werd. Eurofiel Den Haag schrok
wakker uit zijn droom, in ieder geval voor even. Het SGP-geluid, dat
vroeger als tegendraads of zelfs achterhaald werd gezien, kreeg
bredere weerklank, zowel bij burgers als bij politici.
Het benieuwt ons zeer met welke verklaring de regeringsleiders morgen
in Berlijn zullen komen. Zal het weer een Europese, federalistische
droom zijn? Of een nuchtere verklaring waarin de zon- en schaduwzijden
van Europese samenwerking zakelijk benoemd worden? De verklaring is
van belang, omdat ze de aanzet moet vormen voor de onderhandelingen
over een nieuw verdrag ter vervanging van de bestaande verdragen.
In de afgelopen twintig jaar heeft de SGP vaak âneeâ gezegd tegen
nieuwe Europees verdragen. Meestal omdat de EU te hard van stapel liep
en om te voorkomen dat de Nederlandse regering op allerlei zaken de
controle uit handen zou geven. Betekende dit een antihouding? Nee, het
ging én gaat ons om een Europa dat zijn grenzen kent en zich tot
kerntaken beperkt. Op veel terreinen is de Brusselse bemoeienis veel
te ver doorgeschoten.
Maar grensoverschrijdende problemen zoals de achteruitgang van het
milieu, internationale criminaliteit, terrorisme en de toestroom van
asielzoekers en illegale migranten vragen wél om Europese
oplossingen. Nationale oplossingen zijn daarvoor niet toereikend. Een
probleemgerichte benadering van Europese integratie is dus gewenst.
Iets daarvan zien we terug in de eerste uitlatingen van het nieuwe
kabinet-Balkenende. Daarin herkennen we elementen uit onze eigen
verkiezingsprogrammaâs. Een nuchtere insteek. Geen EU-Grondwet meer,
want de EU blijft een samenwerkingsverband van soevereine staten, maar
een aan de nieuwe omstandigheden aangepast verdrag. In die lijn willen
we meedenken: nationaal beleid waar mogelijk, Europees beleid waar dat
geboden is. Burgers zullen zich immers het beste in âEuropaâ herkennen
als het bijdraagt aan de oplossing van concrete problemen?
Bovenaan ons wensenlijstje voor de jarige EU staat een beleid dat
strookt met Gods heilzame geboden. Niet alleen in Nederland, maar ook
in Europa waait momenteel een gure seculiere wind. In onze strijd voor
christelijke waarden vindt de SGP daarbij nog wel eens vroegere
tegenstanders als bondgenoten naast zich. Wil de EU zich ontwikkelen
tot een duurzaam samenwerkingsverband, dan dient zij niet alleen een
economische maar ook een geestelijke samenhang te hebben: een gedeeld
waardenbesef. Het is te wensen dat, àls de regeringsleiders zich
morgen uitspreken over het geestelijke erfgoed van Europa, het
christendom daarbij niet verzwegen werd. Meer nog, als zij de
betekenis van christelijke waarden voor het Europa van de toekomst
zouden onderstrepen.
Bas Belder, lid van het Europees Parlement namens ChristenUnie en SGP
Kees van der Staaij, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
namens de SGP
Leen van der Waal, oud-lid van het Europees Parlement namens SGP, GPV
en RPF
Tijd voor realisme in Europa