PERSBERICHT
Monitor Geestelijke Gezondheidszorg Ouderen
Weinig ouderen met psychische problemen zoeken hulp
Utrecht, 27 maart 2007. Een op de vijf 65-plussers die in 2005 de huisarts bezochten deden dit vanwege psychische of psychosociale problemen. Depressieve en angstklachten spannen daarbij de kroon. Maar opvallend genoeg vindt slechts een klein deel van de ouderen de weg naar de geestelijke gezondheidszorg. De huisarts kan hierbij een rol spelen door sneller door te verwijzen. Daarnaast heeft de opleiding en aanstelling van psychologen in de hulpverlening aan ouderen een krachtige impuls nodig. Zo blijkt uit het jaarrapport 2006 van de Monitor Geestelijke Gezondheidszorg Ouderen van het Trimbos-instituut.
Op dit moment ontbreekt in Nederland een volledig beeld van de hulp die ouderen krijgen aangeboden bij psychische problemen. Dat komt omdat de huidige registratiesystemen niet toereikend zijn. In de vandaag verschenen ouderenmonitor van het Trimbos-instituut wordt aan de hand van zeven deelstudies de psychische problematiek van ouderen voor een deel in kaart gebracht. Nederland telt ongeveer vier miljoen ouderen van 55 jaar en ouder. Ruim 1,8 miljoen is tussen de 55 en 65 jaar en daar bovenop zijn er nog eens bijna 2,4 miljoen mensen van 65 jaar en ouder. Ongeveer 125.000 mensen wonen in een verzorgings- of verpleeghuis.
De huisarts speelt een belangrijke rol bij het verbeteren van het psychisch functioneren van ouderen. Dat kan door psychische problemen vaker ter sprake te brengen en door sneller door te verwijzen naar eerstelijnspsychologen en de tweedelijns Geestelijke Gezondheidszorg. Deze spelen nu nog een te beperkte rol in de hulpverlening aan ouderen. Van de Nederlandse bevolking behoort 14% tot de categorie ouderen, terwijl nog geen 3% van de cliënten van de eerstelijnspsychologen 65 jaar of ouder is. De hulp die eerstelijnspsychologen aan ouderen bieden is weliswaar effectief, maar kan nog verder worden verbreed. Ook moeten eerstelijnspsychologen bij hun opleiding meer attent worden gemaakt op de belangrijke rol die ze kunnen spelen in de hulpverlening aan ouderen.
Ouderen met lichamelijke aandoeningen in combinatie met depressie en/of angst, maken ook weinig gebruik van ggz-voorzieningen. CVA-patiënten zijn met 15% de meest actieve gebruikers, diabetespatiënten met 10% de minst actieve. De ggz-hulp die het meest gebruikt wordt, zijn de psychiater en het RIAGG. Minder dan 20% van de ouderen met lichamelijke aandoeningen krijgt medicijnen in verband met de depressie en/of angst.
Het is, zo blijkt uit de ouderenmonitor, van belang dat er kosteneffectieve psychologische en psychosociale interventies worden ontwikkeld en ingevoerd voor ouderen met chronisch psychiatrische problemen. Dat geldt zeker ook voor verzorgings- en verpleeghuizen, waar zich veel ouderen met psychische problemen bevinden. Zorgverleners moeten beter worden opgeleid in het signaleren van psychische problematiek van ouderen en het bieden van adequate zorg. Daarvoor heeft de opleiding en aanstelling van psychologen in de hulpverlening aan ouderen een krachtige impuls nodig.
Op grond van de bestaande (beperkte) gegevensbestanden is het niet mogelijk om uitspraken te doen over de kwaliteit en effectiviteit van de huidige psychische hulpverlening aan ouderen, zoals deze bijvoorbeeld door ggz-instellingen wordt geboden. Daarom wordt het opzetten van specifieke peilstations - zoals de huisartsenpeilstations van het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) - aanbevolen.
Monitor Geestelijke Gezondheidszorg Ouderen. Rapportage 2006. Redactie: A.M. Pot, M. Depla en M. ten Have. Uitgave Trimbos-instituut, 2007. Prijs ¤16,50. Te bestellen via www.trimbos.nl , of tel. 030-2971180 onder vermelding van artikelnummer AF0727.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Harald Wychgel, tel. 030-297 11 16, voorlichter van het Trimbos-instituut
Trimbos-instituut